Nog niet klaar Peetoom

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 1 1,4%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 1 1,4%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 1 1,4%
  • 9

    Stemmen: 10 14,1%
  • 10

    Stemmen: 58 81,7%

  • Totaal stemmers
    71

AnneT

This is who i am
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

@ Luier86, als je wat terug gaat in de reacties van Snakebite zegt hij dat de naam Anne een eerbetoon is aan een bepaald persoon in zijn leven. Vandaar dat de naam Gina veranderd is in Anne.
 

Snakebite

Superlid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Bobby_DL zei:
Of toen de buren gingen verhuizen en het verkoopbord werd versierd met ballonnen. Dit soort humor kan ik erg waarderen, goed gedaan!
Bedankt; goed om te horen! :)

Luier 86 zei:
niet te vaak 2 hoofdstukken posten, anders loop je binnen no time weer achter je eigen werk aan, vermoed dat de luiers bij de meisjes dan ook wel weer komen
Geen zorgen, ik heb een goede vijftien hoofdstukken liggen en ben nu dus bijna klaar met de tweede serie. Ruimte zat. Ook die verhaallijn komt zeker nog terug. :)

AnneT zei:
@ Luier86, als je wat terug gaat in de reacties van Snakebite zegt hij dat de naam Anne een eerbetoon is aan een bepaald persoon in zijn leven. Vandaar dat de naam Gina veranderd is in Anne.
Klopt helemaal. Wel moet ik binnenkort de eerste hoofdstukken even aanpassen, denk ik. Leest makkelijker. :)
 

Snakebite

Superlid
Nieuwe poll Peetoom

Iedereen bedankt voor het stemmen in mijn vorige poll. De uitslag was overweldigend. :D

Hoeveel sterren geef je dit verhaal?

* 2 (3.3%)
** 1 (1.6%)
*** 3 (4.9%)
**** 6 (9.8%)
***** 49 (80.3%)

Tot de volgende hoofdstukken komen (woensdag) heb ik een nieuwe poll aangezet. Omdat één van de antwoorden nogal overduidelijk is, kan iedereen twee opties selecteren. Ik zou het top vinden als jullie het antwoord ook willen toelichten. :D

Zodra de nieuwe hoofdstukken online komen, zet ik er een poll bij, waarbij de uitslag bepalend is voor het verloop van het verhaal. Ben benieuwd naar jullie reactie, zowel dan als vandaag. :D Alvast bedankt voor het stemmen. :)
 

Snakebite

Superlid
Peetoom (Spoilers)

En omdat ik altijd graag aan de wensen van mijn lezers voldoe ( ;) ) , hierbij, op verzoek, nog een paar kleine spoilers .. voor de liefhebbers, dus. :)





Hoofdstuk 36 - "Opa"
Rick en Anne groeien bij een uitvaart dichter naar elkaar toe, als Anne zich meer durft open te stellen.

Hoofdstuk 37 - "Het Witte Konijn"
Nog steeds op reis met Anne, begint Rick een persoonlijke vete met een konijn.

Hoofdstuk 38 - "Toegave"
Een oude bekende brengt Rick's hoofd én hart verder in de war.

Hoofdstuk 39 - "Koekoek"
Merel ontdekt een verrassende naam in één van de logboeken van Marnix.

Hoofdstuk 40 - "Brandende Vragen"
Na een deal met de duivel komt Rick dichterbij de waarheid (en zijn broer). Roos heeft slecht nieuws.
 

Snakebite

Superlid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Wordt vandaag iets later. Heb een onderzoek in 't ziekenhuis, dus ik zal er vanmiddag naar kijken zodra ik terug ben.
 

Paddy

Superlid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Snakebite zei:
Wordt vandaag iets later. Heb een onderzoek in 't ziekenhuis, dus ik zal er vanmiddag naar kijken zodra ik terug ben.
Niks ergs mag ik hopen?
We wachten geduldig af :)
 

Abbjornnl

Wees jezelf ongeacht wat andere ervan zeggen
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Hoop dat het niets ernstigs is.
Verder wacht ik nog wel ff iets langer. Geduld is een schone zaak.
 

Snakebite

Superlid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Nee, waarschijnlijk niets ernstigs. Had een darmonderzoek, wegens naaldangst zonder verdoving. Ben nu alleen gesloopt, dus voor vanmiddag ben ik even uitgeschakeld. Zodra ik weer een beetje bijgekomen ben is 't een kwartiertje werk voor de nieuwe hoofdstukken online staan. :)
 

Abbjornnl

Wees jezelf ongeacht wat andere ervan zeggen
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Sterk maar rustig aan. wachten duurt maar word bijna altijd beloond.
 

Snakebite

Superlid
Peetoom (Nieuwe poll)

Bedankt voor de goede wensen! Inmiddels gaat het weer een stuk beter; had dat onderzoek toch wat onderschat. :p
Komende woensdag plaats ik gewoon weer twee hoofdstukken, dat komt goed uit, want ze sluiten direct op elkaar aan. :)

Zojuist een nieuwe poll geplaatst; ben benieuwd naar de uitslag. Meerdere stemmen zijn mogelijk en je kunt stemmen tot donderdag. :D

Ook bedankt voor het stemmen in de vorige poll. Hieronder de uitslag, zoals wel verwacht. ;)

Rick en Chantal
7 (23.3%)
De logboeken van Marnix
3 (10%)
Anne's aantrekking tot luiers
17 (56.7%)
Max en zijn ongebruikelijke adviezen
1 (3.3%)
Anders, namelijk ... (graag in de comments zetten :) )
2 (6.7%)
 

Snakebite

Superlid
Peetoom (Hoofdstuk 36)

Hoofdstuk 36: Opa

Terwijl ik de laatste afslag richting Nijmegen neem, kijk ik nog even naast me. Anne is op de bijrijderstoel in slaap gevallen. Haar rimpelige duim is inmiddels uit haar mond verdwenen.

Het is niet verwonderlijk dat Anne ligt te slapen. Ik word ook altijd moe van lange autoritten en Nijmegen is een flink stuk weg van waar we wonen. Daarnaast heeft ze ook geen fijne dag achter de rug.
De laatste keer dat Anne en Noor hun opa hebben gezien was op de uitvaart van Marnix en Lisa. Het ging toen al niet zo goed met hem. Hij was duidelijk dementerend. Hoewel ik het ergens slecht van mezelf vind dat we hem niet meer zijn gaan opzoeken, zou dat weinig zin hebben gehad. Ik denk dat hij zich waarschijnlijk nooit echt heeft beseft dat Lisa, zijn dochter, is overleden.

Maar voordat Opa echt ziek werd, bracht hij veel tijd door met Anne en Noor. Hij is altijd dol op zijn kleindochters geweest. Hoewel de man nooit zo’n hoge pet van me ophad, konden we elkaar wel respecteren om onze band met de meiden.
Dat ze haar opa al zo lang niet meer gezien heeft maakt het verlies voor Anne dus niet makkelijker. Die band met haar opa, hoe klein die de laatste tijd ook was, is natuurlijk de enige connectie met haar ouders. Afgezien van Noor en mij.

Het enige verschil tussen Opa’s dood en die van Marnix en Lisa, is dat Anne zich in dit geval nog een beetje heeft kunnen voorbereiden. Natuurlijk is ze nog erg jong, en komt de klap toch hard aan. Maar als je een klap niet ziet aankomen, is hij twee keer zo pijnlijk.

Noor heb ik nog niets verteld. Zij is nog echt te jong om hier goed mee om te kunnen gaan. Bovendien gaat ze vandaag met de familie van Tamara op vakantie. Dat zou compleet voor haar verpest zijn met dit nieuws. Ik wilde haar dit niet afpakken. Als ze weer thuis is, kan ik het Noor op een rustig moment vertellen.

De vader van Lisa woont al jaren in een bejaardentehuis in Nijmegen. Daar komt Lisa’s familie ook vandaan. Hij heeft na het overlijden van zijn vrouw nog lang alleen gewoond, maar toen de dementie toesloeg lukte dat niet meer.
Toen het personeel mij heeft gebeld, bleek dat het voor hen ook een onverwacht overlijden was. Opa was al een hele tijd stabiel. Omdat hij geen andere familie meer heeft, hebben ze mij gevraagd of ik de spullen wilde komen opruimen. Aangezien Anne toch naar de begrafenis wilde, hebben we daarmee direct een slaapplaats geregeld.

Na nog een klein kwartiertje rijden komen we aan bij het bejaardentehuis. Het personeel van Opa’s afdeling geeft ons een warm welkom. Toch voelen Anne en ik ons als een vis op het droge. Dat is ook niet zo raar, tussen de oudere mensen.

Al snel hebben we ons in de kamer van Opa geïnstalleerd. Zijn bed is inmiddels opnieuw opgemaakt, zodat Anne daar rustig kan slapen. Voor mij hebben ze een kussen en deken op de bank gelegd. Het zullen twee rare nachten worden. Zeker als je bedenkt dat het morgen oudejaarsavond is.

We hebben nog maar een klein uurtje tot de begrafenis van Opa. Anne heeft besloten om tot die tijd nog maar even te slapen. Dat is maar goed ook, ze zal haar energie daar nog wel nodig hebben. Omdat er in het bejaardentehuis zelf niet gerookt mag worden, besluit ik om dat buiten maar even te gaan doen. Aangezien ik liever niet rook als ik in de auto zit, is het al enige tijd geleden sinds mijn laatste sigaret. Het is dus wel tijd om even aan mijn verslaving toe te geven.

Als ik buiten ben, en intens geniet van de eerste twee teugen van mijn Lucky, besluit ik om maar een rondje door de tuinen van het tehuis te maken. Het is een opvallend groot complex. Totaal anders dan het beeld dat ik er altijd van gehad heb. Op het nieuws wordt altijd zo ellendig gesproken over dit soort tehuizen, dat je denkt dat de oudjes zo dicht op elkaar zitten als in een legbatterij. Hier is echter ruimte zat voor het aantal bewoners dat ze hebben.

Na een minuutje of vijf kom ik zelfs een kleine boerderij tegen. Er staan een paar koeien, wat geiten en er is een schuur vol met konijnen. Iets verderop staat een volière met een hoop mooie vogels. Nadat ik de vogels een tijdje heb staan bewonderen, spreekt een voorbijlopende bewoner me aan.

“Jij bent zeker familie van Theo?”, vraagt ze me. “Zijn dochter was getrouwd met mijn broer”, bevestig ik. “Het was altijd zo’n lieve man. Ik vind het heel erg voor jullie”, condoleert de vrouw me.

“Heeft u hem goed gekend?”, vraag ik haar na een tijdje. “Oh, iedereen kende Theo hier”, lacht ze. “Hij was altijd erg populair. Hij hield pas op met flirten toen hij zo ziek werd. Theo genoot altijd van alles hier. Zelfs van de bingo.”

Ik had hem nooit als het bingotype gezien, maar geloof de vrouw op haar woord. We praten nog even over het dagelijkse leven in dit tehuis, en over de dieren. De vrouw vindt het een prachtig iets, net zoals de meeste bewoners. Toen vorige week een spierwit konijn verdween, was dat het gesprek van de dag.

Zonder dat ik het in de gaten heb gehad, is tijdens ons gesprek de tijd voorbij gevlogen. Als ik naar mijn horloge kijk, zie ik dat het al bijna tijd is voor de uitvaart. Snel, maar beleefd, neem ik afscheid en ga ik terug naar de kamer van Opa.
Anne is inmiddels weer wakker en heeft zich al omgekleed. Ze heeft het personeel zelfs zover gekregen dat ze voor mij een kop koffie hebben gemaakt. Dat gaat er altijd wel in. Zo snel als ik kan trek ik mijn pak aan.

“Wow”, is Anne’s reactie als ze me in pak ziet. “Wat? Sta ik er niet knap op?”, reageer ik droogjes, voordat ik mijn koffie opdrink.
“Knapper dan normaal”, geeft ze toe. “Maar ik denk dat dat door je pak komt. Niet door de stoppels.”

“Ik had me inderdaad wel even mogen scheren”, geef ik toe, terwijl ik in de spiegel kijk. “Maar hier zul je het mee moeten doen.”
“Tsja. Het kan altijd erger”, is Anne’s droge reactie, terwijl ze haar lange haren in een paardenstaart vastmaakt.

Inmiddels is het tijd om te vertrekken. Twee verpleegsters van Opa’s afdeling rijden met ons mee. Et voordeel voor mij is dat ik zo niet met een TomTom hoef te klooien. Bovendien hebben ze me een rol muntjes voor de koffieautomaat gegeven. Dat maakt de komende dagen voor mij al iets makkelijker.

De uitvaart van Opa vindt plaats op het lokale kerkhof. De kist staat al klaar boven het open graf. Er liggen een hoop bloemen. Daarnaast hebben zich wat mensen uit de omgeving verzameld. Allemaal een stuk ouder dan ik.

“Vrienden van Opa, denk ik”, verklaar ik de drukte aan Anne.

Anne knikt voorzichtig. Ze ziet er bleekjes uit. Het kan ook niet makkelijk voor haar zijn. Om haar een klein beetje te ondersteunen, pak ik haar hand vast. Verbaasd kijkt ze me aan, voordat er even een glimlach op haar gezicht verschijnt.

De mensen uit het verzorgingstehuis hebben samen een mooi verhaal geschreven over het leven van Opa. Een medewerker van het uitvaartkantoor leest deze rustig voor.
Uitvoerig wordt beschreven hoe enthousiast Opa altijd was. Hij kon overal van genieten. Zijn familie, de andere bewoners, de dieren. Zelfs tijdens de bingo ging hij helemaal op in het spel. En vrijwel altijd won hij wel iets.

“Volgens mij komen we nog een hoop aan het opruimen, dan”, fluister ik tegen Anne. Opnieuw een korte glimlach. Het is natuurlijk niet heel gepast om op een uitvaart grapjes te maken, maar dat is waar ik het beste in ben. Daarnaast is het helemaal in de geest van Opa. Die was haast nooit somber.

“Wil de familie misschien nog iets over Theo vertellen?”, vraagt de medewerker beleefd aan ons.

Ik kijk naar Anne. “Zou je dat willen?”, vraag ik haar. Het is lastig om een toon te vinden die niet dwingend en wel aanmoedigend is.

“Alleen als jij met me meegaat. Anders durf ik het niet”, geeft Anne toe. “Natuurlijk doe ik dat”, stel ik haar gerust.

Ik kan zien hoe nerveus Anne is, terwijl we samen naar voren lopen en de andere gasten aankijken. Maar zo koppig als ze normaal is, zo vastbesloten is ze nu ook om iets over haar opa te vertellen.

“Opa was altijd zo lief voor ons”, begint ze. Haar stem trilt.
“Hij was altijd zo blij om ons te zien. Als we iets met hem gingen doen, was dat altijd fijn. We hebben altijd gelachen. Ik weet ook niet zo goed waarom, maar we voelden ons altijd goed bij hem. Als ik bij Opa was, dan waren er gewoon geen problemen.”

Ik zie de tranen over haar wang rollen en leg mijn arm over haar schouder.

“Hij gaf ons zo’n beschermd gevoel. En ik ga hem heel erg missen”, snikt ze. Ik kan zien dat wat Anne zegt, veel van de gasten aangrijpt.

Als ik aan de beurt ben, vertel ik kort over het gesprek dat ik die middag had met een andere bewoonster van het tehuis. Dat zij ook zag dat Theo zo’n levensgenieter was.
“Het klopt dat hij en ik totaal verschillende persoonlijkheden hebben. Maar we hadden één ding gemeen. De wil om te genieten. Of dat nou is van deze schat, van een spel of de natuur. Ik hoop dat als mijn tijd ooit komt, dat de mensen net zo goed over mij praten. Dan weet ik dat iets goed heb gedaan in mijn leven”, sluit ik af.

Hierna wordt nog een favoriet lied van Opa gedraaid, waarmee de uitvaart tot een einde komt.

Anne en ik zijn de laatsten die het kerkhof verlaten. Ik heb mijn arm nog steeds om haar heengeslagen. Snel druk ik nog een zoen op d’r haar.

Dan stopt ze en kijkt ze me aan.

“Je zei toch dat jij en Opa zo van elkaar verschillen?”
Ik bevestig dat.
“Dat klopt niet. Jullie lijken zelfs heel veel op elkaar”, vindt ze.

Met de mooie woorden die ze over Opa heeft gezegd in mijn achterhoofd, vind ik dat een enorm compliment. Nadat ik Anne een stevige knuffel heb gegeven, vertrekken we terug naar het tehuis.
 

Snakebite

Superlid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Snakebite zei:
Komende woensdag plaats ik gewoon weer twee hoofdstukken, dat komt goed uit, want ze sluiten direct op elkaar aan. :)
Ik heb me iets vergist in deze post; het zijn namelijk hoofdstuk 37 & 38 die op elkaar aansluiten. Deze twee zal ik morgen posten, zodra de poll is afgelopen. Dan plaats ik ook een nieuwe poll, waarbij jullie het verloop van een verhaallijn kunnen kiezen. ^^
 

Snakebite

Superlid
Peetoom (Hoofdstuk 37)

Hoofdstuk 37: Het Witte Konijn

Nijmegen, het is nooit mijn stad geweest. In de vroege jaren van mijn studie ben ik er wel eens gaan stappen met wat vrienden. Dronken worden kun je er prima. Maar waar kun je dat niet? Verder doet deze stad mij eigenlijk weinig.

Terwijl ik in alle vroegte door de tuinen van het verzorgingstehuis wandel, probeer ik mijn gedachten wat te verzetten. De uitvaart van Opa heeft Anne weinig goed gedaan. Niet alleen zijn haar herinneringen aan de dood van Marnix en Lisa weer springlevend; er komt nu extra verdriet bovenop.

En als Anne verdriet heeft, dan gaat ze op slot.

Zo ging het na de begrafenis van Marnix en Lisa, en ook toen Pierre haar misbruikt heeft. Ze pot alle emotie op, zodat het voor ons lijkt alsof het goed met haar gaat. Maar van binnen slaat haar verdriet harder toe dan nodig is.
Anne kan dat heel lang volhouden, maar uiteindelijk komt het er toch uit. En dan vormen die emoties een echte waterval.

Waarschijnlijk kan Anne haar emoties zo lang binnenhouden, omdat ze haar eigen uitlaatklep heeft gevonden. Ze heeft gelijk als ik ze zegt dat ik niet snap waarom, maar die luiers helpen haar. Afgezien van het feit dat ze ook dat geheim moet houden.

Misschien moet ik ze ter sprake brengen. Als ik Anne nogmaals duidelijk maak dat het geen probleem is om zich zo af te reageren, zou ze de luiers dan nog nodig hebben? Wellicht verdwijnt die behoefte zodra ze zich bij mij veilig genoeg voelt om over haar verdriet te praten.
Niet dat die behoefte moet verdwijnen. Nogmaals, ik kan me er totaal niet in inleven. Echter zie ik het als iets onschuldigs. Er zijn ook kinderen van haar leeftijd die gaan drinken, in drugsgebruik vallen of zich afreageren door seks te hebben.

“Of door te gaan roken”, denk ik hardop, terwijl ik mijn laatste sigaret aansteek. Het pakje is hierna leeg, en dat geeft me geen fijn gevoel. Ik hoef niet de hele dag aan één stuk door te roken, maar het is een geruststellend gevoel om te weten dat ik het kan.

Snel check ik de tijd op mijn mobiele telefoon. Het is even na achten in de ochtend. Er zal toch wel een tankstation open zijn? Zeker op een maandag. Hoewel, het is niet zomaar een maandag. Het is oudjaarsdag. Veel zaken gebruiken dat als excuus om minder te werken. Prima, zolang ik maar aan mijn sigaretten kom.
Aangezien ik met Anne heb afgesproken dat ik haar pas om elf uur zou wakker maken, heb ik tijd genoeg om de proef op de som te nemen. Daarom besluit ik om maar een korte wandeling te maken. Dan kom ik vanzelf wel te weten waar ik aan sigaretten kan komen.

Na een kleine tien minuten is mijn laatste sigaret op, en maak ik de peuk uit. Nadat ik mezelf ervan verzekerd heb dat hij niet meer brandt, gooi ik de filter in een afvalbak naast een bankje. Achter het bankje is een kleine speeltuin, met veel gras en struiken.
Als ik me weer om wil draaien, meen ik iets te zien vanuit mijn ooghoek. Ik draai mijn hoofd terug en zie dat ik gelijk heb.
Een wit konijn kijkt me vrolijk aan vanonder een glijbaan.

Heeft die bewoonster van het verzorgingstehuis me gisteren niet verteld dat er pas geleden zo’n konijn bij hun ontsnapt is?
“Dit is mijn kans om een oneindige voorraad koffiemuntjes te verdienen”, mompel ik, na mijn besluit om het beestje maar te vangen.

Zo voorzichtig en onopvallend als ik kan cirkel ik om het beestje heen. Gelukkig kan ik over het gras lopen, en maak zo geen geluid. Het konijn kan het allemaal weinig schelen, en knaagt op zijn gemak aan wat blaadjes.
“Goed zo, beestje”, fluister ik op een sussende toon. “Niet schrikken. Het is goed volk. Ik ga je niet slachten. Kerstmis is al voorbij.”

Uiteindelijk sta ik recht achter het konijn, dat nog steeds niet bezorgd is om wat ik aan het doen ben. Ik ben dichtbij genoeg om mijn slag te slaan. Voorzichtig strek ik mijn armen uit richting het dier. Dit is het!

“WHAT IF I SAY THAT I’M NOT LIKE THE OTHERS
WHAT IF I SAY I’M NOT JUST ANOTHER ONE
LOOK AT YOUR FACE, YOU’RE THE PRET..”

De harde tonen van de Foo Fighters kiezen als mijn ringtone. Niet de allerslimste keuze die ik ooit gemaakt heb. Ik word er normaal altijd goed wakker van. Maar het konijn dus ook.

Van de schrik tuimel ik voorover. Het konijn springt op en huppelt een paar meter door. Uitdagend draait het zich om en haalt het zijn neus een paar keer op. Dan zet hij het op een rennen.

Geïrriteerd sta ik op, en klop de grassprieten van mijn broek. Snel check ik mijn gemiste oproepen.

“Gemist 08:22 uur: Chantal Mobiel”
“Wat zullen we nu krijgen?”, mompel ik verbaasd. Heel even weeg ik voor mezelf af of ik haar terug moet bellen. Ik besluit om dat maar niet te doen. Chantal kan er nu even niet bij, aangezien ik me op Anne wil concentreren.
Daarnaast heb ik er eerlijk gezegd ook even geen zin in om Chantal te spreken. De breuk is nog te vers. Misschien denk ik er morgen wel anders over, wanneer we weer thuis zijn. Zien we dan wel.

Even verderop vind ik eindelijk een tankstation. Is dat verdraaide konijn nog ergens goed voor geweest. Als ik hem niet had gezien, was ik waarschijnlijk de andere kant opgelopen. “Ik krijg hem nog wel”, mompel ik, terwijl ik zie dat mijn goede broek wat beschadigd is. “Dit pak was duur, nu is het persoonlijk.”

Terwijl ik in het tankstation wat koffie uit de automaat haal, valt me op hoeveel ze daar verkopen. Niet alleen snoep, drank en sigaretten, maar er zijn ook blikken soep, brood, ijs. Even verderop zie ik deodorant staan, en er liggen zelfs Pampers.
Ik denk terug aan Anne. Verschillende keren heb ik haar laten weten dat ik haar wil steunen. Dat het prima is, als ze zichzelf wil zijn. Met of zonder luiers. Of ze het nu moeilijk heeft of niet. Nu heeft ze het moeilijk. Zou ze het gebaar kunnen waarderen als ik een pak voor haar meeneem?

Ik besluit om de gok maar te wagen. Hoe dan ook laat ik zien dat het me iets kan schelen op de goede manier. Even twijfel ik wat ik mee moet nemen. De pakken zien er allemaal hetzelfde uit. Er staat alleen overal een ander cijfer op. 1, 2, 3, 4, 4+ .. wat moet ik daar nou weer mee?
Nummer één dan maar. Een is goed, denk ik. De beste kwaliteit, of iets dergelijks. “Op hoop van zegen dan maar”, mompel ik en laat de luiers en sigaretten afrekenen.

“Hoge nood?”, grapt de medewerker van het tankstation, doelend op de luiers. Denkend dat hij het vroege tijdstip bedoelt, zeg ik: “Voor sommige dingen is het nooit te vroeg. Of te laat.”
De man snapt er niets van, maar lacht beleefd. Daardoor snap ik weer niet wat hij bedoeld heeft. Ik bedank hem en verlaat de shop. Volgens mij hebben we op dat moment allebei dezelfde gedachte.

“Wat was dat een rare vent.”

Al snel ben ik weer in het tehuis. Anne is inmiddels ook alweer wakker. “Wat zie jij eruit!”, zegt ze, en wijst naar de vlekken op mijn goede broek.
Snel vertel ik haar over dat verdraaide konijn. “Maar ik krijg hem nog wel”, brom ik uiteindelijk.
“Alice”, lacht Anne. Mijn gezichtsuitdrukking verraadt waarschijnlijk dat ik het niet snap, want ze legt het meteen uit. “Alice in Wonderland? Het witte konijn?” Nadat Anne me de symboliek van het witte konijn heeft uitgelegd, heb ik meteen weer behoefte aan een sigaret.

“Jij bent veel te slim voor je leeftijd”, zeg ik gemeend tegen Anne, terwijl ik een nieuw pakje sigaretten uit de plastic zak van het tankstation haal. “Je kunt nooit te slim z… Zijn dat Pampers?”, breekt Anne haar comeback verbaasd af. “Wat moet je daarmee?”
Zo voorzichtig als ik kan, leg ik aan Anne uit dat ik snap dat ze het nu moeilijk heeft. “En aangezien we niet thuis zijn, kun je niet aan de luiers van Noor komen. Voor het geval dat je niet met me wil praten en toch rustig wil worden. Naja, je snapt me wel. Toch?”

Anne neemt het pak luiers vast en begint te lachen. “Ik weet dat je het erg lief bedoelt. Maar ik kan wel een paar dagen zonder. Bovendien is dit de allerkleinste maat luiers die ze maken. Die passen amper om mijn hand”, giechelt ze.
“Maar ik vind het wel heel erg lief van je. Dankjewel”, en ik krijg zowaar een zoen. “Als ik wil praten dan doe ik dat echt. Ik heb heus wel wat geleerd van Max.”

Ik weet niet of ik dat nu wel zo’n goed nieuws vind.

De rest van de dag hebben we met zijn tweeën alle spullen van Opa uitgezocht en opgeruimd. Het meubilair en de kleding worden verdeeld onder wat andere bewoners. Voor Anne en Noor hebben we een aantal persoonlijke spullen bewaard. We vonden nog een foto van Opa bij de volière van het tehuis. Zonnebril op, korte broek aan. Dikke witte sokken in zijn sandalen.
Een vreselijke foto, maar wel typisch Opa. Genietend. We hebben besloten om die foto aan de bewoonster te geven, waarmee ik voor de uitvaart gepraat heb.

Tegen een uur of vijf heeft Anne besloten om nog even te gaan liggen. Ik heb opdracht gekregen om wat lekkers bij de frituur te gaan halen. Op mijn dooie akkertje wandel ik weer door de straten van Nijmegen. Bah, de stad heeft me nooit veel goeds opgeleverd.

“Verdraaid nog aan toe”, sis ik ineens. Dat konijn is er weer. Iets verderop in de straat zie ik hem in een voortuin rondhuppelen. Vastbesloten zet ik het op een lopen en met een snoekduik graai ik het beestje bij zijn kladden. Helaas stoot ik ook een beeld in de tuin om. Al snel gaat de voordeur open.

“Wat is hier aa…”

Voorzichtig krabbel ik overeind. Opnieuw plekken in mijn goede broek. Rotbeest. Maar ik heb hem! Dan kijk ik omhoog, naar de vrouw die hier woont. Ik kan mijn ogen niet geloven.

“Rick?”, vraagt Ellen, stomverbaasd.

De schemerende lucht wordt even verlicht door wat vuurwerk van hangjongeren. Het is haar echt..
 

Snakebite

Superlid
Peetoom (Hoofdstuk 38)

Hoofdstuk 38: Toegave

“Wow. Ben je nu alweer voor me gevallen?”, vraagt Ellen lacherig. Ze maakt dan wel een grap, maar aan haar ogen kan ik zien dat ze net zo verbaasd is als ik.

“Ellen? Wat doe jij hier?”, stamel ik als een verlegen brugklasser.

“Ik woon hier. De basisschool waar ik werk ligt een paar straten verderop. Volgens mij kan ik beter aan jou vragen wat je hier doet”, antwoordt ze. “Je mag best even binnenkomen.”

Even later zit ik inderdaad binnen op de bank. Het konijn op mijn schoot. Ellen is in de keuken, en maakt daar koffie. “Inderdaad, ik heb gewonnen”, fluister ik het konijn in zijn lange oren. Het beest lijkt niet onder de indruk.

Ik denk terug aan de laatste keer dat ik Ellen heb gezien. Dat was de dag dat Pierre en ik elkaar van de weg hebben gereden. Ze heeft die hele nacht voor ons huis doorgebracht, wachtend op mij. Het enige dat ze uiteindelijk kreeg was een blik op de eerste zoen van mij en Chantal, en een ‘slecht nieuws’-gesprek.
Ellen heeft me toentertijd inderdaad verteld dat ze naar Nijmegen zou verhuizen. Waarschijnlijk heb ik dat ver weggestopt. Ik had tenslotte een hoop andere dingen aan mijn hoofd. Maar toch: wat zijn de kansen? In een stad, zo groot als deze?

“In all the gardens in all of the cities, in all of the world. Why did the damn rabbit had to walk into hers?”

“Hoe is het met de meiden?”, vraagt Ellen, terwijl ze me een grote mok met koffie geeft. Uitvoerig praten we bij. Ik vertel haar vrijwel alles. Over Pierre, de dood van Opa en over hoe Noor vooruit is gegaan. Dat ze nu zelfs met een vriendinnetje op vakantie is.

“En Chantal? Is ze ook hier?”, is haar volgende vraag. Het slaat een beetje in als een donderslag bij heldere hemel, want ik had me er niet op voorbereid.
“Chantal en ik … we zijn niet meer bij elkaar”, geef ik schoorvoetend toe. Ik voel me een beetje schuldig om dit toe te geven. Alsof ik wil zeggen: “Ja, ik heb je gedumpt. Maar het was wel voor een meid waarmee ik maar liefst twee maanden samen ben geweest!”

Ellen lijkt niet geschokt.

“Ik was er al een beetje bang voor dat je je op haar zou verkijken”, zegt ze ten slotte.

In stilte vraag ik me af of ik Ellen moet vertellen dat Chantal zwanger is van Pierre, en dat we daarom niet meer samen zijn. Maar, nee, daar is niemand bij geholpen.

“Soms lopen de dingen raar in het leven”, draai ik maar een beetje om het onderwerp heen.

“Dat kun je wel zeggen”, reageert Ellen. Ze zet haar mok op tafel en komt naast me zitten. Ellen is een stukje kleiner dan ik en kijkt me vanonder haar mooie krullen aan. “Je hebt vast al een hele tijd geen goede knuffel meer gehad.”

“Afgezien van Noor en Anne? Niet echt”, reageer ik doodserieus. Er is een sterke spanning voelbaar, en ik weet niet wat ik ermee aanmoet. Aan de ene kant weet ik dat het geen verstandige spanning is, maar aan de andere kant.. is Ellen nog steeds zo verdomd sexy.

Uiteindelijk maakt zij de eerste beweging en slaat ze haar armen om mijn nek. Direct daarna nestelt ze zich tegen me aan, haar hoofd op mijn borst rustend.

“Het komt allemaal wel goed”, zegt ze zachtjes.

Ik weet niet wat ik moet zeggen, en dus zeg ik maar niets. Een tijdje blijven we zo zitten. Luisterend naar elkaars ademhaling. De spanning bouwt zich steeds verder op. Het voelt alsof we allebei proberen te beredeneren wat we het beste kunnen doen.

Uiteindelijk besluit ik dat het beter is om te gaan.

“Sorry, Anne zit op me te wachten. Ik kan maar beter gaan. Bedankt voor de koff..”

Ik krijg de kans niet om mijn zin af te maken, want Ellen drukt halverwege haar lippen tegen de mijne.

Opnieuw lijk ik dat verlegen brugklassertje. Niet wetende wat ik moet doen.
Oké, ik weet heus wel wat ik moet doen. Maar óf ik het moet doen? Door ons gesprek is Chantal weer springlevend in mijn gedachten.

Maar Ellen is te goed in dit spelletje. Weinig subtiel duwt ze haar heerlijke lichaam tegen het mijne, en dan ben ik gebroken. Ik zoen terug, en daar blijft het niet bij.

Twee uur lang hebben Ellen en ik uiteindelijk met elkaar gevreeën. Het was net zoals vanouds. ‘Uit het oog’ betekent niet automatisch ‘uit het hart’, want we kenden elkaars lichaam nog van buiten. Onze zwakke plekjes, alles.

Ik kan niet ontkennen dat het heerlijk was om weer eens seks te hebben. Met Chantal is dat er niet van gekomen, omdat we besloten hadden de zaken rustig aan te doen. Maar het vlees is zwak, en ik geef eerlijk toe dat ik hier ontzettend behoefte aan had.

Pas als mijn telefoon begint te rinkelen, schrikken we wakker uit onze sensuele roes. We liggen nog steeds op de bank, met alleen een dun dekentje over ons heen. Mijn vriend, het konijn, huppelt vrolijk door de woonkamer. Kan ik hem zometeen wéér gaan vangen.

Het is opnieuw Chantal die belt, en ik druk ook nu het gesprek weer weg. Vanmorgen had ik er al geen behoefte aan om haar te spreken. In deze situatie lijkt het me helemaal geen verstandige keuze.

Eerlijk gezegd had ik verwacht dat het Noor zou zijn, aan de telefoon. Ze had beloofd dat ze op oudejaarsavond nog even zou bellen vanaf haar vakantie. Blijkbaar lukt dat niet.
Dat is ook niet zo erg. Het belangrijkste is dat Noor het daar naar haar zin heeft. Ik amuseer me hier wel.

Zoveel is duidelijk.

“Zie ik je nog voordat je weer naar huis gaat?”, vraagt Ellen, terwijl ik me weer aan het aankleden ben. “Ik weet het niet”, geef ik eerlijk toe.

“Het is oké”, reageert ze na een korte stilte. “Je bent me niets verplicht.” Het klinkt alsof ze wil zeggen dat dit wat haar betreft ook iets eenmaligs kan zijn.

“We kijken wel”, ontwijk ik de opmerking vakkundig. “Ik moet nu echt terug naar Anne. Ze zal wel honger hebben.”

“Jij vast ook. Je hebt hard genoeg gewerkt”, lacht Ellen, terwijl ze voor ons allebei een sigaret aansteekt. Op haar gemak loopt ze naar het konijn en pakt het zonder enige moeite van de vloer.

“Stom beest. Bij haar laat je het dus wel toe?”, denk ik bij mezelf. Aan de andere kant, als ik een konijn was…

Zo snel als ik kon heb ik me bij Ellen uit de voeten gemaakt. Gelukkig lag er niet al te ver van haar huis een frituur, waar ik de halve voorraad maar heb opgekocht. De originele bestelling kon ik me al lang niet meer herinneren.

Anne lag gelukkig nog steeds te slapen toen ik terug in het tehuis kwam, en heeft nooit gemerkt dat ik zo lang weg ben gebleven. Dat is maar goed ook. Dan hoef ik tenminste geen lastige vragen te beantwoorden.

Op oudejaarsavond hebben Anne en ik samen nog wat televisie gekeken vanaf Opa’s grote bed. Met de gordijnen wijd open konden we ook het vuurwerk goed bekijken om middernacht. Niet lang daarna zijn we allebei in slaap gevallen.

Inmiddels zijn Anne en ik nog maar een paar minuten van ons eigen huis verwijderd. Alweer is Anne in dromenland. Ongelofelijk hoeveel dat meisje slaapt. Soms kan ik daar echt jaloers op zijn.

Ik parkeer de auto op de oprit en sla zachtjes de deur dicht. Aan de passagierskant doe ik het portier open en fluister tegen Anne dat we weer thuis zijn. Ze strekt zich even goed uit. “Ik breng alvast wat spullen naar binnen”, zeg ik. “Doe maar rustig aan.”
Met een vooruitziende blik zet ik de dozen met Opa’s spullen onder de trap. Daar staan ze niet in de weg, en kan ik ze makkelijk één voor één mee naar zolder nemen.

Zelf heb ik één ding van Opa meegenomen. Het is een foto van een jaar of dertig geleden. Hij staat er samen met zijn vrouw en een piepjonge Lisa op. Een heerlijk tevreden jong gezin. Het verbaast me dat Opa toen wel een beetje op mij leek. We zijn niet eens bloedverwanten.
Ik heb de foto uitgezocht omdat hij me inspireerde. Als je als gezin maar samen bent, dan kun je alles aan. Dat is wat ze daar uitstralen. En zo zie ik het ook. Na even wikken en wegen besluit ik de foto in de bijkeuken neer te zetten.

Terwijl ik geniet van de stilte in huis, Lucky en Strike zijn zolang bij Merel, loop ik richting de bijkeuken. Apart, de deur staat op een kier. Als ik binnenkom, krijg ik de schrik van mijn leven.

De deur van de achtertuin naar de bijkeuken is opengebroken. Iemand is hier binnengeweest…

Snel neem ik de bijkeuken in me op. Is er iets weg? Ik werp een vluchtige blik in de kast. Alles lijkt er nog te zijn. Ik snap er niets van. Waarom inbreken en niets meenemen?

“De logboeken”, realiseer ik me.

Ik ren de gang op en via de trap naar boven. De badkamerdeur staat open, waardoor ik er snel naar binnen kan glippen. Snel haal ik het medicijnkastje van de muur en toets de code van Marnix’ verborgen kluis in. Met een bonzend hart maak ik hem open.

Hij is leeg. De logboeken van Marnix zijn weg.
 
Bovenaan