Peetoom (Hoofdstuk 35)
Voor het lange wachten, en ter ere van 35.000 pageviews, een dubbele portie vandaag.
Hoofdstuk 35: Iets Geks
Voor AnneT, bedankt voor je lieve bericht!
“Anne! Ik ben weer thuis!”
Terwijl ik mijn jas en huissleutels opberg, spits ik mijn oren. Geen antwoord. Dat kan maar twee dingen betekenen: ofwel heb ik iets gedaan en is Anne boos op me, of ze is niet thuis. Er is natuurlijk nog een derde mogelijkheid: het meisje ligt te slapen.
Ik controleer de tijd op mijn mobiel en kom tot de conclusie dat het, zelfs voor Anne, veel te vroeg is om zomaar in bed te gaan liggen. Stilletjes loop ik via trap naar de bovenverdieping en richting haar slaapkamer.
Zachtjes klop ik op haar deur, maar er volgt opnieuw geen antwoord. Ik besluit om de deur maar voorzichtig te openen.
Het bed is leeg. Keurig opgemaakt. Anne is er niet. Wel zie ik een briefje op haar bureau liggen.
“Ik ben er inderdaad niet. Ga met Bram een filmpje kijken. Tot straks, kus, Anne.”
Ik grinnik om de baldadige toon van het briefje.
“PS: Ga mijn kamer eens uit, er ligt een briefje op de keukentafel.”
Oei, ze klinkt streng. Ik zal maar gehoorzamen. Geamuseerd leg ik het briefje terug en vertrek ik naar de keuken, waar inderdaad een veel beleefder briefje ligt.
Ach, Bram, toch. Net als je denkt dat het niets meer tussen die twee kan worden, weet hij er toch weer een afspraakje uit te slepen. Goed voor hem.
Uit het briefje van Anne kan ik opmaken dat ze bij Bram mag mee-eten, en dus heb ik het huis de komende uren voor mezelf. Hoewel. Lucky en Strike kijken me verwachtingsvol aan.
“Nee, dames, ik ga niet nog een keer naar het park vandaag. Als Anne straks thuiskomt, mag ze jullie nog eens uitlaten. En ik ben te moe om te spelen!”
De honden lijken me op de één of andere manier te begrijpen en besluiten om maar met elkaar te stoeien om een bal. Ideaal. Dat geeft mij de tijd om de afwas even weg te werken. Halverwege merk ik op dat de dames me weer zitten aan te kijken.
“Oké, jullie hebben gelijk. Als ik kan afwassen, dan kan ik ook spelen”, geef ik maar toe.
Vijf minuten later sta ik dus met ze in de tuin. Ik gooi de bal, zij brengen hem weer terug. Hoe simpel kan het zijn? De puppy’s amuseren zich er echter kostelijk mee. Nou, dan heb ik vandaag toch nog iemand blij gemaakt.
Zelf begin ik er ook wel een beetje plezier in te krijgen – het is tenslotte afleiding. De tijd gaat wat sneller voorbij dan ik in de gaten heb en na een kwartier hoor ik ineens mijn telefoon rinkelen.
De honden, hoewel enigszins beledigd, snappen dat ze zichzelf weer even moeten vermaken. Snel loop ik naar binnen en neem het gesprek aan. Het is Noortje. Als ik vraag of ze het naar haar zin heeft bij Tamara, krijg ik natuurlijk alle details van de afgelopen twee dagen te horen. Het is alsof ze de tijd van haar leven heeft. Super.
Na de eerste spraakwaterval komt de vraag waar ik al op zat te wachten. “Mag ik in de kerstvakantie hier blijven?”
“Als de moeder van Tamara het goedvindt”, antwoordt ik, zo vaderlijk als ik maar kan. Noortje geeft haar de telefoon en al snel zijn de plannen beklonken.
Tamara’s ouders gaan tijdens de vakantie altijd naar een vakantiepark, dus er is plaats genoeg voor Noor. Morgen komen ze even wat spullen halen, voordat ze vertrekken, en dan komt Noor de dag voor Oudjaar weer terug.
Dat zal Anne vast geen probleem vinden. Zo blijft de rust in huis nog even wat langer bewaard.
Na nog even met Noor over allerlei kleine dingen gekletst te hebben, nemen we afscheid en druk ik het gesprek weg. Wat goed dat die kleine het zo naar d’r zin heeft.
Noortje uit logeren, Anne bij Bram en zelfs de honden weten zich te amuseren. Gelijk denk ik terug aan de woorden van Max. Bij de anderen lijkt de balans tussen de leuke dingen en de zorgen wel goed te zijn. Heeft die oude knar toch weer gelijk.
Maar wat doe ik met dat advies. Iets geks. Dat waren Max zijn woorden. Klinkt simpel genoeg, maar ik heb geen idee wat.
Op dat moment komt Lucky me de bal weer brengen. Ik staar naar het ronde ding in mijn hand. Iets geks, iets geks ..
Dan blaft ze. Kort maar fel. Alsof ze wil zeggen dat ik er teveel over nadenk. “Gewoon doen”, stralen haar ogen uit. “Leef je uit!”
Ik gooi de bal door de kamer. Uiteraard veel te hard en hij landt op de keukentafel. De iPod van Max wordt geraakt, valt op de grond en begint spontaan te spelen. De vreselijk aanstekende geluiden van ‘Gangnam Style’ klinken opnieuw.
Dan heb ik het!
“Misschien hadden we je beter Eureka kunnen noemen”, zeg ik tegen Lucky, terwijl ik haar de bal teruggeef.
De muziek deed me denken aan een bekende filmscène, die ik altijd al eens heb willen naspelen. Zo rustig mogelijk doe ik overal de gordijnen dicht. Iets geks doen is leuk genoeg, maar daar hebben de overburen niets mee te maken, natuurlijk.
Snel sluit ik de iPod op mijn laptop aan, zodat de muziek op een fatsoenlijk volume kan draaien. De honden volgen vol interesse wat ik doe, en zien al snel mijn schoenen, blouse en broek voorbij vliegen.
Even later sta ik – inderdaad – in mijn ondergoed op de bank te dansen. De muziek van Psy galmt door het huis, en ik gebruik zelfs de dweil als microfoon.
In eerste instantie voelt het heel onwennig en gek, maar zodra ik besef dat Max precies dát woord bedoelde, kan ik het loslaten. Een paar keer leef ik me goed uit, terwijl de pups me geamuseerd bekijken.
Net als ik helemaal in het moment opga, stopt plotseling de muziek. Verbaasd draai ik me om. Ik had het nummer toch op ‘repeat’ gezet?
En dan kijk ik ineens in de grote ogen van Anne. Haar hand op het toetsenbord van de laptop, waar ze zojuist de muziek op heeft uitgezet.
“Uhm… Hoi”, weet ik met moeite uit te brengen.
“Is dat de dweil?”, vraagt Anne droogjes. “Wat ben je in vredesnaam aan het doen?”
“Iets geks”, antwoord ik, voordat ik er erg in heb. “Ah”, is haar korte reactie. Pas dan dringt het tot me door dat het nog geen etenstijd is. Anne is wel erg vroeg thuis.
“Je bent vroeg! Aten ze bij Bram soms spruitjes?”, probeer ik het onderwerp maar te veranderen. “Nee, ik wilde gewoon naar huis komen”, reageert Anne. “Was het soms niet leuk?”, vraag ik bezorgd.
Anne schudt haar hoofd. “Niet echt. Maar ik wil er niet over praten.”
Ik neem een voorbeeld aan Max. “Weet je wat jij moet doen?”, vraag ik Anne met een grote glimlach. “Ik ben te jong om me in te schrijven bij de Kamer van Koophandel”, zucht ze. “Trek je pyjama aan. Je hebt vijf minuten”, grinnik ik.
Anne snapt er niets van, maar gehoorzaamt. Even later staat ze in haar pyjama beneden. “Ik voel me nog niet echt beter”, zegt ze sarcastisch. “Dat is maar één klik van je verwijderd!”, lach ik, terwijl ik richting de laptop loop.
“NEE! Ik zweer je dat als je die muziek weer aanzet, ik de Kinderbescherming bel!” Oké, het is inderdaad geen muzikaal hoogstandje, maar die reactie is licht overdreven. “Je wilt gewoon niet met je domme oom dansen, omdat hij de pasjes niet kent!”, grap ik. Anne zucht, wat aangeeft dat ik goedzit.
“Oké”, vervolg ik. “Je hebt twee opties. Of je gaat boven sip zitten balen van een minder leuke middag en je ergeren aan die harde muziek. OF je gaat mij die pasjes leren. Hoe dan ook, die muziek gaat aan!”
En inderdaad: één klik later galmt de muziek weer door de kamer. Het kan me allemaal even niet meer schelen, en zelfs de honden springen met me mee. Goed, ze snappen er waarschijnlijk niets van, maar het is een grappig gezicht.
Anne kijkt me argwanend aan. Ze weet dat ik gelijk heb, maar toegeven is niet leuk. “Doe niet zo gek”, roept ze me op een gegeven moment toe. “Ik versta je niet, ik doe even gek!”, roep ik terug. “Dat zou jij ook eens moeten doen!”, vervolg ik, terwijl ik haar de ‘microfoon’ geef.
En niet veel later staan we inderdaad samen te dansen. Na een halve minuut kan Anne het al niet meer aanzien, en leert ze me de goede pasjes. Ze krijgt er zowaar plezier in, en mijn dans gaat met sprongen vooruit.
We hebben waarschijnlijk een keer of vijf het hele nummer afgedanst, voordat ik in de gaten heb dat mijn telefoon opnieuw afgaat. Snel zet ik de muziek op pauze en vis ik mijn telefoon van de keukentafel. Juist op dat moment stopt deze met rinkelen.
Op het display kan ik aflezen dat ik drie gemiste oproepen heb. Ik herken het nummer niet, maar voor de zekerheid bel ik direct terug.
Het nieuws dat de persoon aan de andere kant van de lijn voor me heeft is helemaal niet goed. Ik heb dan ook even nodig, nadat ik de telefoon weer wegleg.
“Wat is er?”, vraagt Anne, terwijl ze de elastieken uit haar haar haalt. Ik slik even, voordat ik het slechte nieuws breng.
“Lieverd. Opa is overleden.”