Nog niet klaar Peetoom

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 1 1,4%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 1 1,4%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 1 1,4%
  • 9

    Stemmen: 10 14,1%
  • 10

    Stemmen: 58 81,7%

  • Totaal stemmers
    71

swantonboy

Nieuw lid
Ik ben al een hele tijd een 'stille' lezer geweest maar heb speciaal een account aangemaakt om té vertelle wat voor geweldig verhaal dit is! Respect!
 

Miche

Gewaardeerd Lid
swantonboy zei:
Ik ben al een hele tijd een 'stille' lezer geweest maar heb speciaal een account aangemaakt om té vertelle wat voor geweldig verhaal dit is! Respect!
Hihi dat was bij mij ook zo
 

Snakebite

Superlid
woutie zei:
oke mag ik weten welke reden?
Helaas - dat vind ik te persoonlijk om via dit forum de wereld in te helpen. Is ook niet relevant voor het verhaal, aangezien in alle hoofdstukken de naam al is veranderd in 'Anne'. ;)

tbdlA14 zei:
Anne is gwn een véééééééééél mooiere naam :D :D
Dat kan ik ook niet ontkennen. Zou een beetje vreemd zijn om anders één van mijn belangrijkste personages zo te noemen. xD

swantonboy zei:
Ik ben al een hele tijd een 'stille' lezer geweest maar heb speciaal een account aangemaakt om té vertelle wat voor geweldig verhaal dit is! Respect!
Dankjewel, Swanton! Waardeer het enorm dat je de moeite hebt genomen, speciaal voor dit verhaal. Alsnog 'welkom hier'. :)
 

Luier 86

Superlid
hoofdstuk 59 is nog even aan het denken of hij thuiskomst wel ziet zitten; omdat het rick ongetwijfeld voor nieuwe problemen gaat stellen.
 

Snakebite

Superlid
Peetoom (Hoofdstuk 59)

Aangezien ik morgen wat krap in mijn tijd zit, post ik hem nu maar alvast. ;)

Hoofdstuk 59: Nieuwe Dreiging

“Jim, je spreekt met Rick. Ik denk dat ik wat informatie heb over de ontvoering van dat jonge meisje en haar moeder. Bel me zo snel mogelijk terug, of loop even binnen als je Merel’s huis komt inspecteren. Groetjes.”

‘Groetjes’? Ik ben altijd zo slecht geweest in het inspreken van een voicemail. Maar om de politie hierover nou een e-mail te sturen? Dit is niet bepaald een situatie waarin je communiceert met ‘LOL’ op het einde van iedere zin.

Gelukkig kent Jim me inmiddels goed genoeg om te weten hoe ik ongeveer in elkaar steek. Sinds hij Kim, de oude partner van Marnix, is komen vervangen heeft hij me al vaak genoeg uit de nesten geholpen. Kim was een aardige meid, maar aan haar heb ik niet zo veel gehad als aan hem. Laat staan de mysterieuze manier waarop ze ineens verdween.

Nee, dat komt wel goed. Jim zal straks nog wel even binnen komen lopen.

Met een verse sigaret, en nog versere kop koffie, installeer ik me ontspannen op de bank. Het valt me gelijk op dat ik constant om me heen aan het kijken ben. Sinds ik hier ben komen wonen is er vrijwel constant iets aan de hand geweest. Zoveel brandjes om te blussen. En nu is het zo rustig, dat ik er nerveus van wordt.

Chantal is met Joni naar haar oude appartement. Ze is daar de laatste zaken aan het inpakken, zodat we alles morgen kunnen verhuizen. Noor is natuurlijk nog in het ziekenhuis, maar gelukkig duurt dat ook nog maar even. Niet alleen ben ik blij dat het goed gaat met haar gezondheid – dat is natuurlijk mijn voornaamste zorg –, maar de rekeningen van het ziekenhuis hebben een groot gat geslagen in onze financiën.
Natuurlijk, geld is maar geld. Bovendien heeft de zorgverzekering een hoop vergoed. Maar het blijkt maar dat een mensenleven niet goedkoop is. En daar maken doktoren constant goed gebruik van. Het is maar goed dat ik in mijn wildere jaren niet mijn hele erfenis verbrast heb. Er is dus nog zat reserve.

Nee, met alleen Anne in huis is het ontzettend rustig. Zeker omdat je Anne eigenlijk alleen ziet als ze iets nodig heeft. Geld, drinken, een snack of een gesprek. Haar zakgeld spaart ze meestal op, en een prater is het niet. Dus praktisch gezien, kom ik haar alleen echt tegen als ze honger heeft.

“Dus”, concludeer ik hardop, zodra ik mijn sigaret uitdruk, “is dit het perfecte moment voor een verdiend middagdutje.”
Snel leg ik de kussens op de bank tegen de leuning aan, zodat ik comfortabel kan liggen, en draai mezelf op mijn rug. Relaxed strek ik mijn armen uit, en leg mijn handen onder m’n hoofd. Terwijl mijn ogen langzaam sluiten, bedenk ik me hoeveel ik van Max geleerd heb op het vlak van ontspanning. Hoewel, zoveel is het eigenlijk niet. Max heeft maar één gouden regel.

“Ontspan wanneer je kan.”

Ik gniffel even in gedachte. Het is en blijft een wijze man.

Helaas werkt het leven niet altijd mee. Net als ik een beetje in begin te dutten, schrik ik wakker van iemand in de woonkamer.

Het is Anne.

“Oh, sorry”, zegt ze gemeend. “Ik wist niet dat je lag te slapen, oudje.”

“Ik ben oud niet”, stamel ik slaapdronken, terwijl ik snel – maar onhandig – overeind probeer te gaan zitten. Voorzichtig wrijf ik de slaap uit mijn ogen, en kijk ik naar Anne.

Ze heeft zich duidelijk omgekleed sinds ik haar van school op ben gaan halen. Als ze ’s avonds niets te doen heeft, gebeurt dat vaker. Shirtje, vestje, joggingbroek en luier. Dan is Anne het meest ontspannen, en dat helpt haar ook om zich te concentreren op haar huiswerk.
Op dit moment steekt de witte rand van haar luier ver boven Anne’s joggingbroek uit. Bij deze broek is dat altijd, want die is haar eigenlijk iets te groot.
“Meid, niet dat ik me er aan stoor, maar pas je een beetje op zo”, zeg ik, terwijl ik wat onhandig naar haar luier gebaar. “Er kan zo bezoek komen, en ik denk niet dat je daar op zit te wachten.”

“Oh, nee, dat klopt. Ik kwam ook alleen even vragen of de verwarming omhoog zou mogen. Het is echt ijskoud boven”, reageert Anne rustig. Aan de ene kant voel ik me wat bezwaard om Anne te vragen haar luier wat privé te houden, maar aan de andere kant is het fijn dat ze daar inmiddels op een volwassen manier mee kan omgaan.

Op een volwassen manier omgaan met een luier. Ja, goede paradox, Rick.

“Natuurlijk mag dat. Het is hier ook frisjes. Kun jij dan even kijken of boven alle ramen dicht zijn?”, vraag ik, terwijl ik opsta en de thermostaat voor het eerst in maanden zijn werk laat doen.

“Is prima”, antwoordt Anne. “Kun je me even waarschuwen als het bezoek er is? Dan houd ik me wel even boven. Ik heb toch nog drinken. Eten we op tijd?”

“Als het goed is wel. Ik weet niet hoe laat het bezoek er precies is, dus reken maar op de normale tijd voor het eten. We zijn trouwens maar met ons tweetjes. Chantal en Joni blijven vanavond in de flat slapen. Eén laatste keer, weetjewel, dat …”
“Dat gedoe”, maakt Anne mijn zin af. “Is prima, joh. Ik hoor je wel roepen.”

Voor ik goed en wel weer bij mijn positieven ben, is Anne alweer naar boven verdwenen. Mijn koffie is inmiddels flink afgekoeld, maar daar laat ik me niet door tegenhouden. Je bent liefhebber, of je bent het niet, toch?

Maar dat middagdutje kus ik inmiddels maar vaarwel…

Ik besluit om mezelf maar nuttig te maken. Aardappels schillen. Het enige klusje waar ik een grotere hekel aan heb, dan aan scheren. Allebei eigenlijk zo nutteloos, als je kijkt naar hoeveel tijd ze eigenlijk roven. Mijn baard groeit toch binnen een paar minuten weer terug, en aardappels schillen kun je ook al bijna iedere dag. Maar, goed, we doen het toch maar. Dan smaken ze tenminste nét iets beter.

Uiteindelijk ben ik halverwege de te schillen aardappels als de bel bij de voordeur gaat. Dankbaar voor mijn excuus om even pauze te kunnen nemen, loop ik naar de gang. Aan het silhouet herken ik Jim al, voordat ik de voordeur openmaak.

“Anne, het bezoek is hier”, roep ik nog snel even naar boven, voordat een simpel “Oké” volgt, en ik de deur open.

Ik schrik behoorlijk zodra ik Jim zie. Hij ziet er enorm slecht uit. Normaal is hij wél perfect geschoren, maar nu staat er een flinke stoppelbaard. Bovendien is hij niet in uniform, en zitten zijn kleren slordig.
Maar het meest van alles, schrik van zijn ogen. Er klopt iets niet. Ze stralen iets akeligs uit. Stress, wanhoop. Een rilling loopt over mijn rug terwijl ik hem eens goed in me opneem.

“Jezus, man. Wat zie jij eruit…”, breng ik geschrokken uit.

“Wat weet je?”, reageert Jim droog, terwijl hij langs me door naar binnen loopt. Onder zijn arm heeft hij een flinke stapel papieren.

“Wil je koffie?”, negeer ik Jim’s abrupte groet. “Dan ga je even rustig zitten en vertel ik je precies wat ik gezien heb.”

Maar dat is totaal niet wat Jim in gedachte had. Met een paar vloeiende bewegingen werpt hij de papieren op de bank, draait zich om en grijpt me bij mijn kraag. Voor ik het weet wordt ik tegen de muur geduwd en kijken zijn vermoeide ogen me recht aan.

“Ik heb geen tijd voor dit soort onzin, Rick. WAT WEET JE OVER EVA?”, brult hij.

“Nee. Dus het is echt waar?”, zucht ik, verslagen. “Ik heb Eva inderdaad bij iemand in zien stappen, maar ik dacht dat het haar vader was.”

Jim kalmeert langzaam door de beginnende informatiestroom, en laat me weer los.

“Sorry”, zegt hij, ongetwijfeld geschrokken van zijn eigen reactie. Naïef zeg ik dat ik wel begrijp dat de ontvoering van een kind voor politie ook een stressvolle zaak is. Het is echter de reactie van Jim op mijn opmerking die me als aan de grond genageld doet staan.

“Het is niet zomaar een ontvoering”, zucht hij. “Je hebt Eva niet bij haar vader in zien stappen. Dat kan niet, want IK ben Eva’s vader.”

In gedachte flits ik terug naar het moment dat ik vanmiddag in de auto had met Anne. Ze vertelde me dat de vader van het ontvoerde meisje bij de politie werkte. Maar ik had geen enkele aanleiding om te denken dat Eva de dochter van Jim is.

“Dit … is het werk van de familie van Pierre. Of niet soms?”, concludeer ik, terwijl mijn rustige bui compleet is omgeslagen.
“Waarschijnlijk wel. We hebben aanleiding om te denken dat ze Eva en mijn vrouw naar Italië hebben gehaald. Luca – de vader van Pierre – heeft me al een paar keer onder druk geprobeerd te zetten, toen ik hier net kwam werken”, reageert Jim.

“Onder druk proberen te zetten … om wat te doen?”, vraag ik, met een gevoel van naderend onheil.

“Om jou naar Italië te brengen. Naar hem”, antwoordt Jim, met een doodse klank in zijn stem.

“Met alle respect voor jou, Jim, maar dat zou nooit zijn gelukt”, reageer ik, terwijl ik twee klontjes suiker in zijn koffie gooi. Maar, zodra ik me omdraai slaat de schrik me opnieuw om het hart. De mok koffie belandt op de grond …

… terwijl ik in de loop van Jim zijn pistool staar.

“Daar zou ik nu maar niet meer zo zeker van zijn.”
 
Bovenaan