Nog niet klaar 'Pissebed' in Thailand

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Pissebed’ in Thailand, deel 29

Al gauw komt onze nieuwe vriend ons tegemoet en heet ons opnieuw welkom op het scoutingterrein. Het schiet me te binnen dat we nog niet eens weten hoe hij heet, en hij waarschijnlijk ook onze namen nog niet kent. Ik stel hem Pichan, Klahan en Lom voor, en noem mijn eigen naam als 'Pissebed'. Makkelijker uit te spreken dan Oane Tsjirk, en de bijnaam die ze aan boord ook altijd gebruikten. Al wisten ze daar dankzij de Nederlandse bootsman wat het betekende. Wat ik niet erg vond, want zoals dat gaat op een vrachtschip met een bescheiden bemanning, wist iedereen wel van mijn nachtelijk “probleem” af, waar ik verder ook geen geheim van maakte.

Gek, ik had al een tijd niet meer aan het schip en mijn avonturen op de grote vaart gedacht. Ik ben nu al geruime tijd in Thailand en inmiddels thuis in Chiang Mai. Mijn baantje als Pichans leraar Engels geeft me nog altijd veel plezier, tante is tevreden met mij en met Pichans vorderingen.

Mijn gemijmer wordt echter meteen onderbroken als onze scoutvriend mij zijn linker hand geeft – een gewoonte van padvinders – en zich ook voorstelt.
Zijn naam is Khemkhaeng.
Een jongen loopt naar het waslijntje waar nog dat ene plasticbroekje hangt, maar als hij ons ziet, aarzelt hij. Kennelijk schaamt hij zich om dat plasticbroekje van de lijn te halen. Dan immers zien wij, vreemden op het kamp, dat hij ook als tiener nog in bed plast! Een plasticbroekje is nou eenmaal maar voor één ding gemaakt: om het droog te houden als je nog in je bed of in je broek plast....
De vriendelijke Pichan merkt de aarzeling bij zijn leeftijdgenoot op, loopt naar hem toe en geeft hem een klop op zijn schouder. En ik ken inmiddels genoeg Thai om min of meer te begrijpen wat Pichan tegen hem zegt. Iets in de trant van “Dat heb ik ook 's nachts aan, ik pis ook nog in bed, hoor!”
Beide jongens lachen als Pichan het plasticbroekje van de waslijn haalt en het aan de jongen geeft.
Bedplassers onder elkaar.

“Dit is Lek!” stelt Khemkhaeng de andere jongen voor. Lek zal wel een gewone Thaise jongensnaam zijn, maar ik kan het niet helpen om dat een komische naam te vinden voor iemand die kennelijk 's nachte nog zijn plasticbroekje vol plast en dus voor mijn Nederlandse oren “lek” is! De jongen, Lek, begroet ons met een vriendelijke wai. Pichan stelt hem nog meer op zijn gemak door te zeggen dat niet alleen hij, maar ook Klahan en ik het 's nachts niet droog houden. Lek kijkt een beetje verbaasd naar mij – tenslotte ben ik toch wel net wat ouder dan de andere tienerjongens - maar glimlacht dan opgelucht en blij.
Hij schaamt zich niet meer voor het plasticbroekje in zijn hand.

Klahan protesteert nog even dat hij “echt, bijna nooit meer” in bed plast, maar niemand slaat er acht op als we met Khemkhaeng en Lek het terrein verder op lopen, tussen de tenten door. Bij één van de tenten hangen een paar katoenen luiers aan een scheerlijn, samen met twee plasticbroekjes.
Kennelijk dragen niet alle bedplassers van die makkelijke luierbroekjes!
Khemkhaeng voelt even aan de luiers en roept dan naar de twee jongens, die lekker lui op hun buik voor de tent een boek liggen te lezen, dat hun luiers echt wel droog zijn en dus naar binnen mogen.
Hij knipoogt naar Lom en zegt dat die ene jongen ook nog wel eens in zijn broek plast. En als de jongen op staat, is meteen duidelijk dat dat klopt. Een grote natte vlek is voor in zijn sportbroekje zichtbaar. Als de jongen ons ontwaart, schaamt hij zich en houdt hij zijn handen voor zijn natte broekje. Hij verdwijnt in de tent, maar niet zonder eerst zijn luier nog van de scheerlijn af te halen en met een boog op zijn slaapzak neer te gooien. Lom is blij dat hij niet de enige is die nog wel eens in zijn broek plast.

Wij lopen verder, om uit te komen bij een kampvuurplaats, waar boomstammen omheen liggen als in een amfitheater. Een paar scouts zijn bezig het kampvuur op te bouwen. Dat duurt vast niet lang meer! Het lijkt al een fikse stapel, en wij weten ook dat het in Thailand snel donker wordt.
Khemkhaeng gebaart ons om plaats te nemen en al gauw zijn al de geïmproviseerde zitplaatsen bezet met de scouts, vol verwachting van wat komen gaat.
We krijgen een mok – geen plastic of kartonnen bekertjes hier, scouts zijn milieubewust! – en even later gaan de flessen fris, mineraalwater en cola rond.
Dat valt er lekker in.

Twee scouts steken het vuur aan. Een goed opgebouwd kampvuur brandt meteen en rookt weinig, en deze jongens hier weten wat ze doen.
Ze worden met een yell bedankt! Een scout leidt kennelijk de avond en staat als een ware animator voor het vuur en naar het publiek.
Het is nu vrijwel donker en de magische sfeer van een kampvuur krijgt vat op ons.
Eén van de scouts haalt een gitaar te voorschijn.
De avond begint met een paar uit volle borst meegezongen Thaise padvindersliederen. Ik ken ze uiteraard niet, maar zie tot mijn verbazing dat Pichan, Klahan en zelfs Lom mee zingen. Kennelijk zijn het bekende liedjes.

De scouts voeren komische sketches op en wij vermaken ons best in de oranje gloed van het kampvuur.
Acht jongens hullen zich in grote grijze dekens om met z’n tweeën een olifant te vormen.
Met een hoge hoed op en een knallende zweep in zijn hand speelt een andere jongen de circusdirecteur.
Hij laat de vier olifanten kunstjes doen. Het zijn zeer intelligente dieren, vertaalt Khemkhaeng de woorden van de ‘circusdirecteur’ voor ons.
Eén van de olifanten kan rekenen!
Een vraag als 'hoeveel is twee en drie' beantwoordt het slimme dier door met een voorpoot duidelijk vijf keer op de grond te stampen.
Het wordt met een daverend applaus beloond.

Olifanten zijn dapper, maar ook voorzichtig. Ze durven zelfs over een mens heen te stappen, zo kondigt de circusdirecteur aan.
Hij roept een scout uit het publiek.
Languit ligt de jongen op de grond en de vier olifanten stappen voorzichtig over hem heen.
Als hij niet verpletterd blijkt en weer opstaat, klatert het applaus weer op. Maar de sketch is nog niet afgelopen.

“Deze olifanten zijn zo dapper dat ze zelfs voor vreemdelingen niet bang zijn.”
En dat zal hij bewijzen!
Onder luid gejuich wordt Klahan uit het publiek geroepen en verzocht om, net als de scout zoëven, op de grond te gaan liggen.
De eerste olifant aarzelt, maar als de zweep knalt, stapt het dier voorzichtig over Klahan heen. Applaus!
Klahan lacht en vindt het leuk om in de sketch mee te mogen doen. De tweede olifant volgt, de derde ook.
De vierde olifant lijkt te aarzelen, maar weer knalt de zweep. Klahan kijkt nieuwsgierig op.
De voorpoten van het grote dier stappen over hem heen, maar dan blijft het dier staan.
Ook olifanten hebben kennelijk wel eens hoge nood….
Een flinke waterstraal treft Klahan midscheeps!
De scouts brullen van het lachen. Wij ook. Klahan meer als een boer met kiespijn.
De jongens die de vierde olifant vormden, hadden een grote emmer water mee! Succes verzekerd!
Als Klahan zijn plaats in het publiek weer inneemt, krijgt ook hij applaus en hi-fives.
En sportief trekt hij er zich niets van aan als Lom opmerkt dat nu Klahan er uitziet of ‘ie in zijn broek heeft geplast!
Dat is waar, maar het is donker, en het is maar water….
“Pas maar op dat je zelf niet in je broek pist!” lacht Klahan terug naar zijn broertje. “Hoe veel cola heb je nou al weer op?”
Onze mokken worden tenslotte regelmatig gevuld.

Er wordt meer gezongen, er worden meer sketches opgevoerd. Langzaam brandt het vuur lager, het publiek onzichtbaarder in de nacht.
De jongen die de avond heeft geleid, heft zijn rechterhand op. De scouts vallen stil. Wij zijn nieuwsgierig naar wat kennelijk een speciaal moment is.
“Er is wat te vieren”, verklaart Pichan, die het vertalen heeft overgenomen.
Khemkhaeng is even geleden opgestaan en in het donker verdwenen. Net als een paar andere jongens, nu ik er op let!

Acht jongens lopen naar het vuur, staan daar op een rij en brengen de padvindersgroet naar het publiek.
Khemkhaeng is er ook bij, zie ik.
En de jongens hebben alle acht onder hun uniformhemd een luierbroekje aan, en hun plasticbroekjes.
Het zijn natuurlijk de jongens die nog in bed plassen, denk ik bij mezelf.
Van Khemkhaeng weten we het. Ik herken ook de jongen die bij die tent zijn luier zo achteloos op z’n slaapzak gooide, en de verlegen jongen die als laatste z’n plasticbroekje van de lijn kwam halen toen wij het scoutingterrein op kwamen. Maar waarom staan ze hier zo?
De plasticbroekjes glanzen in het licht van het stervende vuur. Het is geen geheim dat ze het nog niet droog houden, maar dit is wat anders.
En er valt me nog iets op. Zeven van de jongens hebben onder hun plasticbroekje hun luierbroekje aan, maar eentje draagt onder z’n plasticbroekje gewoon een rood jongensonderbroekje.
Vreemd.

Een van de scouts, een patrouilleleider, staat op en spreekt met gedragen stem.
Het klinkt plechtig, maar dit Thai gaat boven mijn pet.
Pichan begint weer te vertalen.
“Dit zijn de bedplassers.”
Dat had ik zelf ook al bedacht.
“Singto is droog geworden en plast niet meer in bed!, zegt Pichan.
“Singto betekent leeuw”, voegt hij er ongevraagd aan toe.
De voorstelling van een bedplassende leeuw doet me lachen.

Pichan vertaalt verder:
“Singto is al twee kampen helemaal droog gebleven. Geen enkele nacht in z’n bed geplast!”
“Doet ‘ie goed”, antwoord ik, bijna een tikje jaloers.
Ik plaste elke nacht in bed, ook als we gingen kamperen met de familie.
En nog steeds trouwens.

“Tussen de kampen in is hij thuis ook droog gebleven. Heeft hij gezegd. Op de eer van de padvinder.”
“En Scouts mogen niet liegen”, zeg ik. Pichan knikt.
“Vanaf dit kamp is het dus officieel. Hij is geen bedplasser meer. En hij hoeft geen drynites of plasticbroekjes meer aan. Dat vieren ze!”
De plechtige toespraak is kennelijk afgelopen. Er is een afwachtende stilte.
De jongen in het rode onderbroekje schuift langzaam zijn plasticbroekje naar beneden.
Stapt er uit.
Raapt zijn glanzende plasticbroekje met spitse vingers op.
Houdt het broekje omhoog.
De jongens klappen en juichen.
Een yell, en nog één.
Pichan vertaalt de yells.
“Hij is droog!”
“Hij plast niet meer in bed!”
Droog! Droog!! Droog!!! scanderen de scouts

De jongen draait zich om naar het vuur.
Met een snelle beweging gooit hij zijn plasticbroekje in de vlammen.
Het duurt niet lang tot het plastic verschrompelt, smelt, in vlammen opgaat.
“Zonde”, zucht Pichan, zijns ondanks gefascineerd.
Zijn patrouilleleider overhandigt de jongen een korte broek.
Ook de andere jongens die daar in hun plasticbroekjes staan, doen hun gewone broekjes weer aan.
De voormalige bedplasser groet eerst de bedplassers, dan de andere scouts.
Het bekende scoutsaluut met de drie vingers.
Wij hebben het gevoel een zeldzaam moment mee te hebben gemaakt.
De scouts barsten in een vrolijk gezang uit, en Khemkhaeng komt ons weer vergezellen.

“Hoe laat ging die laatste bus van jullie ook al weer?” vraagt hij.
De bus!
Haast helemaal vergeten. We moeten weg, helaas.
We nemen afscheid van de scouts.
Onze nieuwe vriend, Khemkhaeng, loopt met ons mee naar de uitgang van het kampterrein.
Het was een mooie dag, bijzonder ook. Eerst in het pretpark, daarna het kampvuur bij de scouts.
In het licht van de straatlantaarns zien we dat Lom in zijn broek staat te plassen.
Toch te veel cola gedronken, lacht Klahan.
Maar Lom is te moe na de lange dag om nog iets terug te zeggen.
Lom kijkt naar zijn kletsnatte broekje.
Een glimlach glijdt over zijn gezicht.
"Lekker warm", zegt hij slaperig.
Vandaag vindt hij het niet erg meer, en het is toch al te laat.
Nat is nat.

Wordt vervolgd
 
Laatst bewerkt:

vino

Superlid
Geweldig hoofdstuk weer. Zo ging dat bij mijn scoutinggroep niet hoor. Die hadden juist de regel, dat je droog moest zijn, anders mocht je niet eens mee met kamp.
 

geo

Superlid
Ik dacht dat Oane Tsjirk zich er helemaal bij neergelegd had, dat hij een bedplasser is. Maar kennelijk zou hij toch graag droog worden, gezien de lichte jaloezie die hij voelt als Singto officieel droog verklaard wordt. Leuk dat dit een officieel moment is, naast het feit dat het bedplassen helemaal geaccepteerd wordt bij de scouts.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Ik denk dat elke bedplasser uiteindelijk wel droog wil worden, zelfs als je er voor kiest om af en toe met opzet nat te zijn. Verder berust het verhaal geheel oo mijn fantasie, al zitten er uiteraard eigen ervaringen en denkbeelden in. Overigens plaste ik zowel bij de welpen als bij de verkenners nog in bed en werd daar niet zo'n probleem van gemaakt. Ik was niet de enige bedplasser.
 

rog

Superlid
Ja dat lijkt mij wel, tuurlijk is het soms makkelijk. Bij de Efteling of Disney ander half uur wachten ik ben dan al 2x geweest. Wie kan zolang zijn plas ophouden niet te doen. Dus dat is een voordeel, dat je niet droog bent. Maar het nadeel, je moet ook weer verschonen en altijd luiers meenemen, zeker vroeger een slaap feetsje geeft veel stress, wat doe je ga je mee. Kamp op school ga zo maar door. Altijd optijd luiers bestellen. Allemaal dingen wat een “normaal” droog persoon geen last mee heeft.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!

Pissebed in Thailand, deel 30


Klahan wordt wakker, maar staat nog niet meteen op. Voorzichtig voelt hij onder zijn plasticbroekje. Droog! Hij kijkt op z'n bedplaskalender, die naast het nachtkastje hangt. Ja, inderdaad, dit is al zijn derde week zonder regenwolkjes! En ook vandaag mag hij er weer een zonnetje bij tekenen. Weer een droge nacht!

Klahan is blij. Hij wil geen bedplasser zijn, ontkent dat dan ook zelfs tegen zijn beste vriend Pichan.
Klahan zegt dat hij “heel af en toe” een ongelukje heeft en neemt dan zelfs Pichans schampere opmerkingen op de koop toe.
Want Pichan weet natuurlijk wel dat Klahan ook nog weken heeft waarin hij wel twee of drie keer in bed plast.
Die hatelijke bedplaskalender maakt dat duidelijk genoeg.
En dan is er nog het pak luierbroekjes op zijn nachtkastje.
En de stapel plasticbroekjes er naast.
Een plasticbroekje moet hij elke nacht aan van zijn moeder, en ze komt dat ook nog wel eens controleren.
Dan schaamt Klahan zich helemaal dood.

Klahan kijkt naar de andere kant van de kamer, waar zijn jongere broertje Lom nog vredig ligt te slapen.
Lom heeft geen luierbroekje aan, en geen plasticbroekje.
Lom plast niet in bed. Lom was al jaren lang droog terwijl Klahan nog elke nacht nat was.

Maar soms plast Lom nog in zijn broek.
Er zijn momenten dat Lom niet op let, in een soort droomtoestand verkeert, en dan loopt het ineens in stromen uit zijn korte broekje.
Zo vaak gebeurt het hem niet, maar ergens vindt Klahan het wel goed dat z'n broertje ook nog zo'n soort probleem heeft.
Lom plaagt hem nooit – nou ja, bijna nooit – met het bedplassen, want dan krijgt hij zelf de wind van voren vanwege zijn natte broekjes.
Met die grote natte pisvlek duidelijk zichtbaar, waar voor Lom zich dan meestal hartgrondig schaamt.
Klahan denkt aan Pichan.
Zijn vriendje doet het nog elke nacht, in z'n bed plassen, ook al is 'ie al vijftien.
Elke morgen een zwaar, doorweekt, volgepist luierbroekje. Of zo'n natte, koude katoenen luier, 's morgens gelig verkleurd!
Klahan weet dat Pichan ook zulke luiers nog wel eens om heeft.
En natuurlijk elke morgen een nat plasticbroekje aan de waslijn.
Pichan vindt het niet eens zo erg dat hij nog bedplasser is. Klahan snapt dat nauwelijks.

Als hij opstaat, zijn pyjama uit doet en in de spiegel kijkt, ziet hij een magere Thaise tienerjongen, niet bijzonder gespierd, niet slecht gebouwd.
Eigenlijk bevalt het hem wel wat hij ziet. Lelijk vind hij zichzelf in ieder geval niet.
Met z'n vingers kamt hij nog gauw even z'n gitzwarte haar in model.
Zo, dat ziet er beter uit! Klahan weet wel van zichzelf dat hij een beetje ijdel is.
Beetje boel, zou Pichan waarschijnlijk zeggen! Maar dat plasticbroekje.....

Als zijn blik langs zijn ranke lijf naar beneden glijdt, blijft die onwillekeurig bij het plasticbroekje hangen.
Dat pisbroekje. Onmiskenbaar bedplasser.
Klahan zou wel willen dat hij het niet meer nodig had.
Komt vast wel een keer, drie weken droog is toch al bijna een record!?

Hij voelt aan het zachte gladde plastic.
Eigenlijk, als hij heel eerlijk is, vindt hij het plasticbroekje niet het ergste.
Soort van cool zelfs wel, in ieder geval beter dan een luier.
Dat is nog kinderachtiger, nog meer de bedplasser die hij niet wil zijn!

In de badkamer schuift hij het plasticbroekje gewoontegetrouw langs zijn benen naar beneden.
Dan voorzichtig zijn luierbroekje uit. Vandaag hoeft hij geen plasticbroekje af te spoelen en geen drynite in de afvalbak te deponeren.
Hij draait de douche open om het water vast warm te laten worden.
Vouwt het plasticbroekje op, en ook z'n luierbroekje.
Dat ziet er inmiddels ietwat verfomfaaid uit, maar hij heeft er niet in geplast, dus het kan nog wel een nacht mee.
Hij stapt nog even de badkamer uit en legt luierbroekje en plasticbroekje terug op z'n bed.
Lom is wakker, groet zijn grote broer en springt z'n bed uit.
Die geluksvogel heeft alleen een gymbroekje aan om in te slapen. Klahan ziet het met iets van jaloezie aan.
Geen luier en geen plasticbroekje!
Hij frommelt zijn eigen plasticbroekje gauw onder het kussen. Dat hoeft niet zichtbaar te zijn!
Maar Lom ziet het natuurlijk toch, en trekt de juiste conclusie.

“Niet in je bed gepist dus!”
“Pas maar op dat je niet in je broek pist!” bijt Klahan terug, en verdwijnt in de douche.
Ook als je niet in bed geplast hebt, is het 's morgens fijn om even onder de sproeier te staan....
Hij hoort nog net hoe Lom terug roept:
“Het is al bijna waterfeest! Songkran! Wedden dat jij dan ook in je broek pist!”

En dat is waar. Maar dat is anders. Dan doen alle jongens het, en je bent toch al kletsnat zodra je het huis uit stapt.
Klahan lacht. Lom weet nog niet dat hij een supersoaker heeft gekocht, en dat hij die dagen het eerste slachtoffer zal zijn!
Drie dagen waterfeest! Geen droge draad aan je lijf hebben! Straks maar even bij Pichan aan, om plannen te maken.

Pichan en ik zitten op de veranda en zijn bezig met de Engelse les als Tante om de hoek kijkt en bezoek aankondigt.
Klahan groet mij vriendelijk en beleefd met een wai en geeft lachend Pichan een hi-five alvorens neer te ploffen in een stoel bij ons tafeltje.
Maar niet dan na een vragende blik op mij te hebben geworpen of hij wel mag storen onder de les, wat ik natuurlijk prima vind.
“But you have to speak English too!” waarschuw ik Klahan en die knikt:
“No problem!”

Hij maakt er ook geen probleem van dat Pichan vanmorgen slechts simpelweg een t-shirtje heeft aangeschoten, maar verder alleen nog zijn nachtluier en plasticbroekje aan heeft. Pichans luier is duidelijk nat, en – hem kennende – vermoed ik dat Pichan onder de les nog eens in dat plasticbroekje heeft geplast. Onder in het semi-transparante plasticbroekje wijst het waterpeil tenminste op iets meer dan wat het luierbroekje kon verwerken! Wat duidelijk te zien is als Pichan opstaat om Klahan te begroeten.
Maar Klahan kent zijn vriend langer dan vandaag en weet alles van diens bedplassen.

Nou ken ik inmiddels ook Klahans gevoeligheden, en om hem aan het spreken te krijgen vraag ik hem rechtstreeks:
“Did you wet the bed last night?”
Pichan lacht, springt weer op, trekt even aan zijn plasticbroekje dat het klotst, en zegt: “See! I did!!”
“No!” zegt Klahan trots, “Not me! I was dry! I am not a bedwetter!”
“Year, right... “ laat Pichan zijn zin onafgemaakt hangen, en gaat weer zitten.
“No, honest!” zegt Klahan (en ik verbeter het gauw: 'honestly!', maar Klahan slaat er geen acht op)
“I am dry for almost three weeks now!”
Ook slechte grammatica, maar Klahan ratelt enthousiast door.
“I wake up dry this morning and yesterday and day before yesterday! And all week dry!”

“You won't be dry next week” lacht Pichan. “Songkran!”
“Only wet in day time!” zegt Klahan. “Just water!”
Dit volg ik niet helemaal. Waar hebben de jongens het over?
“The water feast!” verklaart Pichan. “New Year!”

Een waterfeest? Nieuw jaar? In deze tijd van het jaar?
Daar moeten de jongens me maar eens even meer over vertellen.
“Tell me more!, zeg ik.
En beide jongens springen vrolijk op en beginnen te lachen.
“Supersoaker!” roept Klahan.
“You will be wet too!” zegt Pichan tegen mij.
Ja, ik plas ook nog in bed, maar dat is toch geen nieuws?
“Such fun!”
“Everybody will be wet!”
Begin even bij het begin, zeg ik, en de jongens gaan weer zitten.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
'Pissebed' in Thailand, deel 31

De jongens beginnen enthousiast te vertellen.
Dat drie dagen lang het oude, traditionele Nieuwjaarsfeest gevierd wordt, net al vroeger.
En dan niet met vuurwerk – dat komt wel met de oudejaarsavond van het “nieuwe” Nieuwjaarsfeest op 31 december – maar met water.
Veel water! Overal op straat staan mensen langs de kant van de weg of ze rijden rond met brommers of trucks om anderen nat te gooien.
Niemand blijft droog.
“Ook de toeristen niet!” lacht Pichan, “en die zijn hier in Chiang Mai genoeg!”

“Ja!” vult Klahan aan, “en hier duurt het feest vaak nog een paar dagen langer.... “
“Wij gaan meestal naar de oude stad, bij het kanaal. Maar daar is het wel druk!”
“En zelfs Klahan pist in zijn broek!” grijnst Pichan.
Die verdedigt zich: al je kleren zijn toch al nat, en waar vind je met al die mensen zo gauw een wc?
“De volwassenen misschien niet, maar wij jongens doen het allemaal” lacht Pichan, van wie ik weet dat hij het af en toe toch al leuk vindt om met opzet in zijn broekje te plassen. Ik ben nog niet vergeten hoe hij in in het park met opzet en met plezier in zijn groene glansbroekje stond te plassen, het sportbroekje van zijn school.
En daarna een praatje begon met een paar leeftijdsgenoten om te bewijzen dat niemand zag dat hij in z'n broek had gepist!
Ik heb zo'n vaag vermoeden dat Pichan van dat waterfeest nog meer dan anderen geniet.....

Een dag voor het feest zegt Pichan tegen mij dat er logees komen. Familieleden komen naar Chiang Mai om hier het feest mee te vieren.
Dat is zo de gewoonte.
“Leuk” zeg ik, “gezellig toch?”
“ja”, zegt Pichan, “maar het hele huis is vol! De grote mensen krijgen de andere gastenkamers.
We hebben nog een logeerkamer vrij. Maar wij moeten onze kamers een weekje delen!”
Dat lijkt mij ook niet zo'n ramp, voor die paar dagen.

's Namiddags komt de visite aan.
De volwassenen worden door Pichan en Tante netjes aan mij voorgesteld.
Er zijn drie jongeren bij, die me nieuwsgierig aankijken.
In hun bergdorpjes zullen ze wel niet zo vaak een 'farang' (blanke buitenlander) zien.
De tweeling Mak en Tan is veertien jaar oud, zij zijn neven van Pichan.
Anan, uit de andere tak van de familie, is al zestien. Er volgt enig overleg, wat ik niet goed kan volgen.
Zo goed is mijn Thai nou ook nog niet. Maar Pichan verklaart:
“Mak en Tan komen bij jou op de kamer! Ze hebben op school Engels, dus jullie zullen vast wel een beetje kunnen praten."
Dat zal dan wel lukken.
"Maar je krijgt vast niet veel slaap..... “ lacht Pichan, “want ze praten de hele nacht door en zijn nooit rustig!”

Mak en Tan lachen en ik begrijp dat ze het verhaal van Pichan – uiteraard voor mij in het Engels – hebben kunnen volgen.
Dat is niet verkeerd.
Tan is kennelijk de vrijpostigste van de twee jongens, en waagt het om mij een hi-five te geven, die ik lachend beantwoord.
Mak is wat schuchterder, maar glimlacht wel vriendelijk mijn kant uit. Met deze vrolijke jongens zal ik geen ruzie krijgen!
Pichan vervolgt:
“Anan deelt de kamer met mij. Dat is makkelijker, want hij spreekt alleen maar Thai. Hij heeft nooit Engels gehad.”
Anan hoort zijn naam en begroet mij nogmaals met een wai, maar wat hij zegt versta ik niet.
“Hij komt uit een bergdorpje ui het noorden” verklaart Pichan, “en spreekt meest Kam Mueang, een eigen dialect.
Zijn ouders spreken gelukkig daarnaast wel gewoon Thai, dat is voor ons ook makkelijker!”

Die avond brengen we met de hele uitgebreide familie op de veranda door.
De avonden zijn hier toch altijd al eindeloos en warm, al wordt het vroeg donker, en dit is natuurlijk wel zo'n beetje de warmste tijd van het jaar.
De geluiden van de stad zijn gedempt, maar vlagen van gesprekken en muziek waaien over van andere huizen in de straat.
Kennelijk heeft heel Chiang Mai visite en zit gezellig te tafelen! De avondwind voert af en toe hoogst verleidelijke geuren mee.

Tante heeft zichzelf culinair overtroffen.
Geen wonder, want voor zo ver ik na heb kunnen gaan heeft ze het grootste gedeelte van de dag in de keuken doorgebracht.
Een niet aflatende stroom soepjes, pasteitjes en uitgezochte hapjes komt voorbij, en alles is even lekker.
Veel met groente, maar voornamelijk kip en varkensvlees.
Dit is geen land voor veganisten, denk ik lachend als mij weer een verrukkelijk vleespasteitje wordt aangeboden.
Dit alles overgoten met gekoeld bier en ook mijn favoriete Thaise whisky is voorhanden. Die ik uiteraard graag eer aan doe!
De gevolgen daarvan kennende overleg ik even stilletjes met Pichan.
Als ik m'n kamer met de tieners Tan en Mak deel, moet ik dan mijn luier en plasticbroekje voor ze verborgen houden en netjes een pyjama aandoen?

Pichan begint te lachen.
“No worries!” zegt hij. “De jongens plassen ook allebei nog in bed! Net als ik! Zit in de familie!”
OK, denk ik, dan hoef ik me daar niet voor te schamen. Zal mij benieuwen hoe de jongens zich er mee redden.
Zou Pichan ze verteld hebben dat ik het ook nog doe? Vast niet.
Gezichtsverlies is hier belangrijk en hij zal mij niet te schande maken.
Niet dat bedplassen een schande is, maar je loopt er toch meestal ook niet mee te koop.
Het is al laat als de gezellige avond op z'n eind loopt.
Tan en Mak verdwijnen naar hun - onze – kamer en Pichan loopt nog even mee om Anan de weg te wijzen.
Ik heb de indruk dat de vrolijke tweeling een stuk wereldwijzer is en ben blij met hun een kamer te delen, in plaats van met de zwijgzame Anan.
Al zal die ook best wel aardig zijn.

Ik nuttig nog een laatste Mehkong en dan begeef ik me ook te bedde.
Althans, dat is de bedoeling. Ik verwacht half en half dat Tan en Mak al liggen, misschien zelfs al slapen. Fout gedacht!

Wel hebben de jongens allebei een smal, vrij dun matrasje op de vloer uitgerold en er slordig – het zijn jongens, bed opmaken is niet hun sterkste punt – een dekentje op gedeponeerd. Gehurkt op de grond spelen ze een kaartspelletje, waarbij de kaarten door de lucht vliegen en waarbij veel gelachen wordt.
Ik moet mee spelen! Nou, vooruit dan maar, al ben ik na bier en Mehkong niet al te helder meer.
Het spel heet khang pai of zoiets, maar moeilijk schijnt het niet te zijn.
Natuurlijk doe ik desondanks alles fout. De jongens gieren van het lachen en kloppen op mijn schouder.

Een half uurtje later horen we de volwassenen naar hun logeerkamer gaan en dat lijkt ook ons wel een goed moment om in Morpheus' armen te vallen.
Op de kamer van Pichan en Anan heerst al een tijdje rust....
Tan pakt een sporttas en beide jongens verdwijnen in de badkamer.
Ik doe mijn versleten korte spijkerbroekje en m'n t-shirtje uit, schiet in een luierbroekje en trek mijn plasticbroekje op.
Ik houd het met zekerheid niet droog vannacht, dus kan je er maar beter op zijn voorbereid. Ik trek de dunne deken over me heen.
Gedachtig wat Pichan heeft gezegd, doe ik geen moeite om een pyjama aan te trekken.
Veel te warm, en ik zou trouwens bij god niet weten waar het ding is.
Al in geen tijden meer aan gehad! Welterusten, denk ik in goed Nederlands.

Als de jongens uit de badkamer terugkomen, zie ik dat ook zij goed zijn voorbereid.
Mak heeft een geopend pak Thaise luierbroekjes in zijn hand en doet dat net terug in die sporttas.
Behalve allebei zo'n luierbroekje hebben de jongens alleen maar een plasticbroekje aan.
Tan een oranje, Mak een blauw!
Mak kijkt wat verlegen, maar Tan wijst speels op zijn vrolijke oranje plasticbroekje en zegt: “Me bedwetter!”
En Mak, blozend, zegt 'me too!”
Ik kan niet anders doen dan mijn deken even op te lichten en de jongens te laten zien dat ook ik een plasticbroekje aan heb.
Misschien heeft Pichan ze verteld dat ik ook nog bedplasser ben, misschien ook niet.
Morgenochtend valt het feit waarschijnlijk toch niet meer te ontkennen!
Ik vermoed nu dat Pichan het toch wel door heeft laten schemeren, want de jongens zijn niet verbaasd dat zo'n “grote jongen” als ik het nog niet droog houdt.

Mak duikt onder z'n dekentje, Tan doet het licht uit.
Het laatste wat ik zie voordat de duisternis toeslaat is Tans vrolijke oranje plasticbroekje voorbijflitsend op weg naar z'n bed.
Even later slapen we alle drie de slaap der rechtvaardigen.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
'Pissebed' in Thailand, deel 32

Tan en Mak zijn al wakker als ik mijn ogen open doe.
Onder hun vrolijk gekleurde plasticbroekjes is het overduidelijk dat beide jongens in hun bed hebben geplast!
Hun luierbroekjes zijn dik en overvol. Binnen in hun plasticbroekjes glanst het nat.
Tan ziet dat ik mijn ogen open heb, komt naast mijn bed staan en wenst mij vriendelijk 'good morning' toe.
Ik glimlach terug en merk op dat het waterpeil onder in Tans plasticbroekje stijgt: de jongen staat nog eens in zijn natte broekje te plassen!
Ik kan zelfs horen hoe het zacht sissend in het plasticbroekje stroomt.
Tan zit er kennelijk niet mee; aan zijn brede glimlach te zien geniet hij er van.
Snap ik wel, als tienerjongen deed ik precies hetzelfde, en waarom ook niet als je toch al nat bent?
Ik vond dat vroeger ook een lekker gevoel. Nog wel, als ik eerlijk ben...
“Nice plastic pants!” zeg ik tegen hem. “Nice colour!”
“Yea! I like too!”, lacht Tan.
“And very useful.... “ voeg ik er aan toe, wat Tan beaamt.
Hij trekt het bovenste elastiek even naar voren en wijst.
“Wet!” zegt hij, wat niet te ontkennen valt.
En dan wijzend op zijn bed: “Dry!”
“Very useful!” lacht hij nu breeduit.
Hij zet zijn magere jongensbenen nog wat uit elkaar.
Zichtbaar en hoorbaar plast hij nog verder in z'n plasticbroekje.
“More wet!”
Tienerjongens vormen een speelse mensensoort.

Mak verdwijnt ondertussen in de badkamer.
Ik hoor de douche en een kwartiertje later verschijnt hij weer, in alleen een onderbroekje en met z'n natte, maar nu afgespoelde plasticbroekje in z'n hand.
Terwijl hij zich verder aankleedt, schiet Tan de badkamer in.
Net op tijd, want een nat spoor langs zijn ene been verraadt dat zijn volgeplaste plasticbroekje de overstroming niet helemaal meer binnen houdt!
Het bevattingsvermogen van die Thaise luierbroekjes is kennelijk ook niet onbeperkt.
En dat Tan, met z'n hand onder het kruis van z'n overvolle plasticbroekje, de inhoud vrolijk lachend liet klotsen, heeft vast ook niet geholpen om het binnen te houden!
Het is wel duidelijk dat geen van beide jongens lijdt onder het feit dat ze nog bedplassers zijn!
Mak kijkt zijn tweelingbroer na en zegt in onverwacht goed Engels tegen me:
“I still wet the bed. But Tan LIKES to wet the bed!”
(“Ik plas nog in bed. Maar Tan vindt het LEUK om in bed te plassen.”)
Helemáál hetzelfde zijn dus zelfs tweelingbroers niet.

Als Tan uit de badkamer terug komt, besluit ook ik om maar op te staan.
De jongens grijnzen als ze mijn plasticbroekje zien.
Bedplassers onder elkaar........ Want dat ik ook nat ben, is wel duidelijk.
Tante roept dat het ontbijt over een half uurtje op de veranda wordt geserveerd.
Daar heb ik zin in: mijn nadorst moet bestreden worden.
Om over de hoogst noodzakelijke koffie 's ochtends maar te zwijgen!
De douche is weldadig, krachtig en warm.

Die leuke, vrolijk gekleurde plasticbroekjes van Tan en Mak liggen slordig neergegooid op één van de bedden.
Ik ontferm me er maar even over, om ze straks samen met het mijne aan het waslijntje te hangen.
De jongens hebben vast niet geweten waar dat te vinden is, of, wat waarschijnlijker is, hebben er geen seconde aan gedacht... .

Zou Pichan al wakker zijn?
Ik klop op de tussendeur en hoor Pichan opgewekt 'Yo!!” roepen.
Normaliter zou ik niet kloppen.
Pichan en ik lopen de hele dag elkaars kamer in en de tussendeur staat sowieso haast altijd open, maar nu is Anan er ook nog.
Van de oudste van de drie jonge logees heb ik nog niet echt hoogte gekregen.
Hij is lang niet zo open als de tweeling, wat misschien ook op zijn gebrekkige talenkennis terug te voeren is.
En hij lijkt me een stuk verlegener dan Tan en Mak, de veertienjarigen.

De jongens zijn kennelijk al even wakker.
Pichan zit in een natte luier en z'n plasticbroekje achter zijn oude computer en laat Anan een spel zien.
Die kijkt geboeid toe, maar speelt niet mee, hoewel dat bij dit spel wel zou kunnen.
Pichan en ik spelen het wel vaker, ook al zijn wij geen van beiden fanatieke gamers.

Anan heeft kennelijk in het logeerbed geslapen dat ik naast Pichans slaapstee zie staan.
Het bed ligt nog open en duidelijk zie ik het grote roodbruine bedplaslaken onder het verschoven beddengoed.
Pichan – of tante – heeft zo te zien voorzorgsmaatregelen genomen, maar Anans bed is droog en de jongen zit daar gewoon met een onderbroekje aan.
Geen luier, noch een plasticbroekje. Geen bedplasser dus.
“Dat ik dat nog mag meemaken!” denk ik inwendig lachend, want Anan is dus wel de uitzondering.
De enige van ons vijven die niet in bed plast.

Anan staat op van zijn stoel om mij beleefd te begroeten, maar gooit eerst gauw zijn bed dicht en bedekt zo het opvallende rubberen bedplaslaken.
Schaamt hij zich er voor dat het in zijn bed ligt? Dat lijkt me nergens voor nodig,
Hij zal toch wel weten dat zijn neven het nog niet droog houden 's nachts?!
Je hoeft maar naar Pichan te kijken. Dat doorzichtige plasticbroekje laat niets te raden over.
En als Pichan ook van zijn spel opstaat, zie ik onderin zijn plasticbroekje de binnenzee die verraadt dat Pichan zich niet heeft ingehouden.
Maar al gamend zich van zijn ochtendplas heeft ontdaan. Zo ken ik 'm weer!

Pichan verdwijnt in de badkamer, Anan mompelt iets dat ik niet versta en begint zich aan te kleden.
Terug op m'n eigen kamer staan Mak en Tan al klaar om naar de veranda te gaan.
Tienerjongens zijn 's morgens hongerig, en de heerlijke geuren die aangeven dat Tante al weer bezig is met kokkerellen dragen daar zeker aan bij.
Ik heb ook wel zin in een hapje van het één of ander, om met Winnie de Poeh te spreken!
Met onze drie plasticbroekjes in mijn hand leid ik de weg door het grote huis, naar de veranda.
Voordat we aan tafel gaan hang ik de drie plasticbroekjes aan het waslijntje, waar ze vrolijk in de wind wapperen.
Een leuk gezicht, dat oranje en dat blauwe broekje! Daarbij vergeleken is mijn melkwitte maar saai.
Vannacht ook maar een kleurige aan, denk ik bij mezelf. Ik heb er tenslotte genoeg!
Als Pichan even later verschijnt, hangt hij er lachend een vierde plasticbroekje bij en schuift bij ons aan tafel.
Tijd voor het ontbijt! En dan kan wat ons betreft het waterfeest beginnen!
Klahan heeft al laten weten dat hij na het ontbijt naar ons toe komt.
Dan kunnen we samen de stad in!
Ik begrijp van Pichan dat ook de volwassenen straks de stad in gaan om het waterfeest te vieren.
En net zo zeer doorweekt terug zullen komen als wij! Niemand is dezer dagen veilig....

Maar eerst word ik getuige van een paar bijzondere rituelen.
Bij het lachende Boeddha beeld dat in een eigen nis op de veranda staat wordt wierook ontstoken en het beeld wordt gewassen.
“It's Happy Boeddha” zegt Pichan.
“Hij staat voor goed geluk en vreugde. Dit vrolijke beeld, met zijn dikke buik en brede glimlach, brengt positiviteit en welzijn naar elke ruimte waar hij wordt geplaatst!”
Pichan overtreft zichzelf in welsprekendheid en het is duidelijk dat hij hun Boeddha waardeert.
Ik ben me er weer eens van bewust hoe anders Thailand in veel opzichten is, in vergelijking met ons “goddeloos” landje onder de zeespiegel.

Ook Tante wordt op bijzondere wijze geëerd als de jongeren in het gezelschap haar handen met water besprenkelen.
Pichan vertelt me dat dat geluk brengt en een teken van dankbaarheid is.
Met een simpel handgebaar nodigt hij mij uit om aan het ritueel deel te nemen.
Ik aarzel. Ik ben geen boeddhist – meer niksist, eigenlijk – en dit intieme ritueel lijkt me echt iets voor de naaste familie.
Maar na een por in mijn zij van Pichan laat ik me toch overhalen.
Samen met Pichan, Tan, Mak en Anan volvoer ik de plichtplegingen, voel me daar bij als nuchtere Hollander redelijk opgelaten, maar wordt door Tante met een glimlach en een welwillend hoofdknikje beloond.
We nemen onze plaats aan de ontbijttafels weer aan.
Normaliter volstaat één tafel, maar nu is het gezelschap zo uitgebreid dat wij als jeugd en jongeren een eigen tafel hebben gekregen.
Ook daar komen we niets te kort.

Ik schrik als Anans vader naar onze tafel toe komt en op boze, strenge toon zijn zoon toespreekt. Hij vraagt kennelijk wat.
Anan schudt van nee, weert met zijn handen de vader af die dreigend over hem heen hangt.
En gelukkig gauw weer weg gaat.
Het lijkt me geen aardige man!
De arme Anan zit er wat verslagen bij.

Pichan legt uit. Vader wilde weten of Anan vannacht in bed had geplast!
Ik weet dat dat niet zo is. Ik heb vanmorgen zelf zijn bed open zien liggen en het was kurkdroog.
Anan, zo vertelt Pichan verder, heeft tot voor kort nog vaak in bed geplast.
Al tijden tot woede van zijn vader, die hem voor "dat bedpissen" veel te groot vindt.
Nu Anan 16 is geworden, wil vader het hem definitief afleren.
Anan mag geen luiers meer om, geen plasticbroekjes meer aan.
Nu begrijp ik waarom er in Anans bed nog een bedplaslaken lag!
Een nat, koud bed moet hem helpen om helemaal droog te worden.
En als hij toch nat is, krijgt hij straf....

Buiten op straat klinkt een vrolijke roep. Klahan is er!
We kijken vanaf de veranda naar de straat. Ik zie dat Klahan Lom heeft meegenomen.
Moet zeker op zijn broertje passen. Nou ja, toe maar.
Lom is ook best wel aardig, en zo veel jonger dan wij is 'ie nou ook weer niet.
Geamuseerd merk ik op dat Lom nu al in zijn broek heeft geplast.

Wij jongens pakken onze waterpistolen, doen onze portemonnees en telefoons in speciale waterdichte zakjes.
Gelukkig heeft Pichan, die een echte vriend van me is geworden, alles uitgelegd.
Hij heeft zelfs een goed werkend waterpistool voor me gekocht!
Zodra ik buiten kom, word ik voluit getroffen door Klahans supersoaker!
Da's een goed begin van de dag. En mijn waterpistool is ook gevuld!
Lachend voeren we zo het eerste watergevecht van die dag!
En hoewel het water nu van alle kanten komt en al onze kleren doorweekt, zie ik dat Tan in zijn korte spijkerbroekje pist...
Gelegenheid maakt de dief!
Hij ziet dat ik het zie, en geeft me een vette knipoog.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
'Pissebed' in Thailand, deel 33

Inmiddels hebben we geen droge draad meer aan ons lijf. De hele stad viert feest. Men gooit met emmers water, leegt gieters over elkaars hoofd, schiet met waterpistolen en supersoakers. Ik ben stomverbaasd. Ik ken de Thai inmiddels als een volk van mensen die uitbundig feest kunnen vieren, maar zo iets als dit waterfeest had ik me met geen mogelijkheid voor kunnen stellen. Niet alleen jeugd en jongeren leven zich uit, maar ik zie ouderen en zelfs bejaarden die vol overgave met water smijten.

Als ik moet plassen realiseer ik me dat er maar één praktische oplossing is en even later wordt het lekker warm voorin mijn korte spijkerbroekje.
Niet dat je de bekende donkernatte pisvlek ziet, want al mijn kleding is al doorweekt!
Toch voelt het net alsof ik 's morgens nog een keer met opzet in bed plas, als ik toch al nat ben.
En dat heb ik nog nooit onaangenaam gevonden!
Al hield ik dat natuurlijk streng geheim, en meldde 's morgens “gewoon” dat ik weer in bed had geplast.

Onwillekeurig heb ik mijn benen wat uit elkaar gezet, en Tan ziet dat het in straaltjes uit mijn broek stroomt.
Hij lacht, wijst en daagt mij uit.
Vrijwel meteen zie ik hoe de jongen al weer in zijn broekje plast.
Met een brede lach wijst hij op de straal die uit zijn korte broekje stroomt.
Zijn tweelingbroer doet het hem meteen na.
Geen idee hoe vaak Lom inmiddels in zijn broek heeft geplast!
Vandaag is er niemand die er over valt!
Gemak dient de mens, is het motto.
Alleen Klahan gedraagt zich, al heeft ook hij geen droge draad meer aan. Onvermoeibaar schiet hij met z'n supersoaker op alles en iedereen.
Gelukkig kan je die vandaag overal makkelijk vullen, net als onze waterpistolen!
Maar hij is – voor zo ver ik heb gezien – de enige van ons groepje die nog niet minstens een keer in z'n broek heeft geplast.

We komen een groepje jongens tegen, die bij Pichan en Klahan op school zitten, wat me meteen opvalt.
Ze hebben alle zeven het sportshirt en de korte, groene glansbroekjes van hun school aan.
Voor wie het nog niet wist, zijn de gymbroekjes allemaal voorzien van het logo van de school.
De jongens zijn duidelijk op stap om feest te vieren. Ze dansen enthousiast om Pichan heen, geven boksen en hi-fives.
Ook Klahan krijgt een vrolijke begroeting, maar het is duidelijk dat Pichan de populaire jongen is.
Mensen blijven staan om naar het levendige groepje te kijken. Water komt van alle kanten.

Eén van de tieners is nog wat brutaler – of moediger – dan die anderen.
“Pichan de broekpisser!” roept hij vrolijk uit, en met een wijds gebaar stelt hij Pichan aan de nieuwsgierige menigte voor.
Zo te horen houdt Pichan het ook op school niet altijd droog....
Zo veel Thai versta ik inmiddels wel. Theatraal buigt hij zich voorover en voelt aan Pichans spijkerbroekje.
“Nat!” roept hij quasi verbaasd.
Vind je het gek?”denk ik bij mezelf.
Je zal lang moeten zoeken aleer je in deze menigte iemand vind die niet nat is!
De jongen voert de spanning op.
“Maar is het water? of.....???”
Hij laat een betekenisvolle stilte vallen.
“Offff...... heeft Pichan weer in zijn broek gepist???”

De jongen buigt zich voorover en snuffelt overdreven aan Pichans doorweekte broekje.
Die kijkt het lachend aan. Soms moet je meespelen.
“Ik ruik..... PIS!” roept de jongen uit.

“Pichan heeft in zijn broek gepist!”
Alsof ze het afgesproken hebben, vormen de zeven jongens een kring om Pichan.
“Natte broek! Natte broek!” scanderen ze, en stampen ritmisch met hun voeten op de grond.
Even staan ze stil.
En dan plast de ene na de andere jongen in z'n sportbroekje. Nog natter dan ze al zijn, kunnen ze niet worden.
Maar we zien hoe het uit hun korte broekjes stroomt en op de straatstenen klettert!
Iedereen weet wat de jongens staan te doen.
Als het ook bij de laatste jongen uitgedruppeld is, nemen ze Pichan op hun schouders.
างเกงเราเปียก! เราฉี่รดตัวเอง! zingen ze.
“Kāngkeng reā peīyk! Reā c̄hī̀ rd tạw xeng!”
Wat Tan lachend voor mij vertaalt met 'Our pants are wet! We peed on ourselves!'
(Onze broekjes zijn nat! Wij hebben in onze broekjes gepist!).
Ze zetten Pichan neer, slaan 'm nog eens hartelijk op z'n schouders en trekken dan feestend verder, supersoakers in de aanslag.
Pichan kijkt me lachend aan.
“My school friends!” verklaart hij overbodig.

Zo gaat de dag voorbij. Het is al laat en wordt al donker.
Het feest gaat vanavond nog door, maar wij hebben Tante beloofd om op tijd voor het eten terug te zijn.
Gelukkig heeft Tante toegezegd dat we vandaag laat eten, en Pichan en ik houden beide de tijd in de gaten.

Ik trakteer op een tuktuk. De chauffeur monstert hoe nat onze kleren zijn, maar knikt dan toch als ik een ietwat groter bankbiljet laat zien.
Money talks, ook hier. Die vinyl bankjes kunnen ook wel wat hebben!
Tante is iets minder tolerant en staat er op dat we ons eerst verkleden en wat droogs aantrekken.
Tan en Mak denken vooruit en verschijnen al hun nachtkleding!
Behalve hun t-shirtjes dragen ze hun luierbroekjes en hun plasticbroekjes.
Tan weer in zijn vrolijke oranje plasticbroekje, Mak in het blauwe.
Hun vader lacht als hij zijn jongens in hun glanzende plasticbroekjes ziet.
“Klaar voor de natte nacht!” zegt hij op vriendelijke toon. “Vandaag nog niet nat genoeg geworden?”
De tweeling schuift aan bij ons, aan de tafel voor de jeugdige gasten, waar ik ook zit.

De andere oom, Anan's vader, is een heel andere persoon.
Ik heb die man nog niet een keer op een glimlach of een vriendelijk woord kunnen betrappen.
Voor Anan, die keurig aangekleed verschijnt, heeft hij alleen maar een kortaf knikje over.
Anan kijkt wat verschrikt, maar is duidelijk blij bij ons aan te kunnen zitten.
Niet bij de volwassenen en al helemaal niet bij zijn norse vader.

We genieten van de heerlijke spijzen waarmee Tante ons weer weet te verrassen en zitten wel twee uur aan tafel.
Pittige soepen waarin ik kokos en gember proef. Vleesgerechten, kip en varken. Gebakken vis.
Verrukkelijke groenteschotels met exquise sausjes. Veel vers fruit.
Zelfs doerian, wat bepaald beter smaakt dan ruikt!
Naast bestek worden er ook eetstokjes gebruikt.
Gelukkig kan ik daar al jaren mee overweg!
Aan onze tafel worden als drinken alleen maar softdrinks en vruchtensappen geserveerd.
De uitzondering ben ik, de “leraar” en oudste aan deze tafel.
Ik word van gekoeld Thais bier voorzien.
Met een glimlach brengt Tante hoogstpersoonlijk – een eerbewijs, zoals ik heel goed weet, en waarvoor ik haar vriendelijk en op de juiste manier bedank – mij een glas van mijn geliefde Mekhong whisky. Heerlijk!
En dat ik het op deze manier ook vannacht niet droog zal houden, stoort me niet.
Daar zijn mijn luiers en plasticbroekjes voor....

Tussen Pichan en Tan zittend, ontgaat het me niet dat Tan in zijn broek plast. En het is duidelijk dat hij dat met plezier doet.
Tan geniet van de warmte voor in zijn oranje plasticbroekje, voelt hoe zijn dunne Thaise luierbroekje opzwelt.
En als 'ie even doorzet, hoe het onderin zijn plasticbroekje blijft staan, een poeltje vormt dat nu ook zijn zitvlak verwarmt alvorens nog dieper te willen stromen, tot waar het elastiek een damwand vormt. Gelukzalig denkt Tan dat hij zo wel oneindig door zou willen plassen.
Dat machtig fijne gevoel wanneer het in je plasticbroekje stroomt zou nooit op moeten houden.....
Voorzichtig voelt hij aan zijn plasticbroekje, een teder gebaar wat mij niet ontgaat. Zacht, glad plastic, en nu ook warm.
Stiekem is Tan blij dat hij nog bedplasser is, want anders had hij nooit meer van die fijne plasticbroekjes aan gemogen!
Dat Mak dat niet snapt en liefst niet meer in bed zou plassen, vindt Tan onbegrijpelijk.

Als Tante het einde van het feestmaal aankondigt, is het knap laat geworden en zijn we allemaal moe.
Pichan en Anan verdwijnen door de tussendeur.
Tan en Mak gaan vrolijk lachend liggen, en ik zie dat Tans oranje plasticbroekje meer dan behoorlijk nat is van binnen.
Al die frisdrank en vruchtensappen zijn kennelijk al aan tafel door de jongen heen gelopen als water door een brandslang!
Mijn ervaring zegt dat dat morgen een nat bed wordt.
Dat plasticbroekje en dat dunne luierbroekje gaan gegarandeerd lekken.
Tan zou er verstandig aan doen om zich te verschonen en nog even een droog luierbroekje aan te doen
Maar hij denkt er niet aan.
Nou ja, misschien hoort een doorweekt bed ook wel bij songkran, het waterfeest!

Tan en Mak praten nog even zacht Thai met elkaar, maar er is nog geen kwartier om of beide jongens slapen.
Zelf ook bijna in slaap luister ik naar de rustige ademhaling van de slapende jongens.
Net als Tan eerder aan tafel, laat ik mijn vingertoppen over mijn zachte, gladde warme plasticbroekje glijden.
Een sensuele zintuiglijke ervaring. Zo voel ik me veilig, zo is het goed.
Nog ben ik droog, maar vast niet lang meer.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Pissebed' in Thailand, deel 34

Iets in de kamer naast me heeft me wakker gemaakt. Geen idee of ik al lang geslapen heb, maar nu ben ik wakker.
En wakker genoeg om met een glimlach vast te stellen dat ik al weer in bed heb geplast.
Mijn luierbroekje is warm, mijn plasticbroekje nat van binnen. Niks nieuws onder de zon: ik ben nou een keer een bedplasser!

Ik kijk om me heen. Helemaal donker is het niet, dus ik kan iets zien. Tan en Mak liggen nog slapen.
Geen wonder na die lange, leuke maar vermoeiende dag. Ik durf wel te wedden dat beide jongens net zo nat zijn als ik.
Tan was al nat toen hij naar bed ging!
Maar waar ben ik wakker van geworden, vraag ik me af.

Dan hoor ik iets uit de kamer naast de onze. Het is Pichan!
Hij klinkt verschrikt, zelfs een beetje angstig. Zo ken ik Pichan niet.
Hij roept iets in het Thai, wat ik niet versta.
Dan hoor ik dat hij – snelle denker als hij is – een Engels woord gebruikt.
Burglar! Inbreker!

Nou ben ik voor de duvel niet benauwd. Bang uitgevallen hou je het niet lang uit als scheepsjongen op een vrachtschip op de wilde vaart, met een bemanning die voornamelijk uit Russen en Filippijnen bestaat. En zeker niet als de scheepsjongen in kwestie nog elke nacht in bed plast.
Wij Friezen laten sowieso niet over ons heen lopen, en ik al helemaal niet.
Die inbreker weet nog niet wat hem te wachten staat!

Voordat ik naar de tussendeur storm, pak ik nog gauw een stoffer die toevallig in de kamer ligt.
Het blik laat ik liggen, maar met zo’n stoffer kan je vast wel goed meppen.
Einzug der Gladiatoren, schiet door m’n hoofd en moet haast lachen bij de gedachte dat bij dat muziekstuk meestal de clowns binnen komen…
Maar het weerhoudt me geen seconde en ik gooi de deur open met alle kracht die in me is.

In de schemer ontwaar ik een duistere gestalte die over Anans bed gebogen staat.
Hij heeft de deken van de slapende jongen al aan de kant gegooid.
Raar soort inbreker, denk ik nog, voordat ik hem een dreun met de stoffer tegen zijn hoofd geef!
Pichan juicht en komt me te hulp.
Kennelijk heeft hij ooit aan Thai boksen gedaan, want de inbreker krijgt een gigantische schop en gaat door de knieën.
Met mijn rechter vuist geef ik hem nog een paar klappen en de stoffer komt ook nog een paar keer flink aan.
De inbreker zit hijgend en kreunend op de grond.
Pichan maakt licht.

Anan is natuurlijk ook wakker geworden van al het tumult.
Maar hij deinst achteruit en kijkt dodelijk verschrikt als hij de inbreker ziet, die naast zijn bed zijn wonden likt.
Hij herkent zijn strenge vader!
En ook Pichan en ik beseffen nu wie wij zojuist tegen de grond hebben gewerkt.

We zijn met de situatie aan. Pichan spreekt snel Thai met zijn oom.
Die gromt woedend iets van een antwoord en kijkt dan weer naar de slaapstee van Anan.
Schopt de deken aan de kant en zegt op verachtelijke toon iets tegen de arme Anan.
Met dezelfde verachtelijke blik kijkt hij naar Pichan en naar mij.
Zijn blik blijft op onze plasticbroekjes rusten.
Pichan is minstens net zo nat als ik; het is overduidelijk dat ook hij in bed geplast heeft.

De oom kijkt nog eens boos naar Pichan, maar loopt dan met driftige passen de kamer uit.
Zijn laatste woord is voor Anan, die ineen krimpt en ongelukkig kijkt. De rust keert weer.

Met z’n drieën zitten we op Pichans bed. Pichan troost Anan.
Die mag dan ouder zijn dan Pichan, maar het is Anan die nog steeds zit te trillen en er uitziet of ‘ie in huilen uit zal barsten.
Pichan legt z’n arm met een teder gebaar om Anans schouder.
De jongens spreken meer en sneller Thai dan ik kan volgen, maar Pichan zal het me straks wel uitleggen.
Pichan krijgt Anan zowaar voorzichtig aan het lachen als hij de stoffer van de vloer op raapt, er mee zwaait en naar mij wijst.
Inderdaad een ietwat vreemd aanvalswapen, als je er over na denkt. Maar voor nadenken had ik geen tijd.

De tussendeur staat nog steeds open, en opeens is daar Tan in zijn vrolijke – en natte! – oranje plasticbroekje, die vragend om de hoek kijkt. Waar de ene tweelingbroer is, blijft de andere niet lang weg. En daar is Mak ook al, in zijn stoere blauwe plasticbroekje, veel te vroeg wakker en net zo nat als zijn broer. De tweeling gaat eerst op de grond zitten, maar schuiven dan voor het gemak het comfortabeler logeerbed van Anan dichterbij.
Diens deken ligt nog op de grond en het laken is verschoven, dus de jongens gaan op het rubberen bedplaslaken zitten, dat in Anans bed ligt.
Het roodbruine rubber bedplaslaken is droog.
Net als Anans sportbroekje, waar hij kennelijk in slaapt.
Anan heeft het droog gehouden en niet in bed geplast.

Met een paar korte zinnen brengt Pichan Tan en Mak op de hoogte van wat er is voorgevallen.
En dan vertelt hij het mij in zijn steeds beter wordende Engels.

Oom was ‘s nachts de slaapkamer van Pichan en Anan in geslopen om te controleren of Anan wel droog was!
Hij is vastbesloten om Anan, nu hij al zestien is, helemaal en voorgoed van het bedplassen af te helpen.
Maar hij vertrouwt er kennelijk niet op dat de jongen hier, uit logeren, wel eerlijk genoeg is om het op te biechten als hij weer nat is.
Als Anan nat is, krijgt hij straf…

Af en toe heeft Anan nog wel eens een “ongelukje” ‘s nachts. Maar een luierbroekje, luier of plasticbroekje mag hij niet meer aan.
Zijn vader heeft dat alles weg gegooid, alleen het bedplaslaken is er nog.
Nat en koud wordt Anan wakker, als het toch nog een keer mis gaat.
En dan krijgt hij straf. Met een rotanstok op zijn natte broek.
En als Anan dan van pijn en schrik nog een keer in zijn broek plast, wat haast elke keer gebeurt, krijgt hij nog tien slagen extra.
Anan tilt een pijpje van zijn sportbroekje op.
De striemen zijn nog zichtbaar, hoewel Anan zegt dat het al weer bijna twee weken geleden is dat hij in zijn bed had geplast en nat wakker werd.
We zijn geschokt. Anan is bang voor de straf. Het is duidelijk dat het pijn doet.

“t Is toch helemaal niet erg als je nog in je bed pist!” zegt Tan verontwaardigd.
“Je kan er immers niks aan doen als je in je bed pist!” echoot zijn tweelingbroer.
“Je kan van mij wel een luier krijgen” zegt Pichan, “en een plasticbroekje!”
“Ik ben al bijna droog” zegt Anan zachtjes, en dan zien we hoe de tranen langs zijn wangen lopen.
Alleen al het vooruitzicht van meer straf maakt hem bang.

Pichan omarmt de bevende jongen. Tan geeft hem een schouderklopje, Mak komt met een tissue aanzetten.
“Ik ga het tegen mijn vader zeggen!” roept Tan uit. “Wij krijgen nooit straf voor het bedplassen!”
“Ja!” zegt Mak, “Pa moet met Oom praten!”
“Nee” zegt Pichan, ”ik heb een beter idee. Ik praat met Tante. Zij is de oudste, en het hoofd van de familie.”
Het klinkt mij als een goed idee in de oren.
Wij jongens zullen Oom niet tot rede kunnen brengen.
Maar Tante waarschijnlijk wel.

“Tante vindt bedplassen niet erg!” zegt Pichan.
“Ze heeft alleen maar een hekel aan natte broeken! Het is niet erg als je in bed plast, maar als je een natte broek heb, dan zwaait er wat!”
Dat kan ik me nog goed herinneren, toen ik, al weer tijden terug, Pichan leerde kennen.
Wij deelden muziek, en Pichan genoot er zo zeer van dat hij in zijn versleten spijkerbroekje piste.
Een natte vlek zo groot dat Tante het vanaf de overkant van de straat kon zien en naar het hotel toe stormde…
Ik moet lachen bij de herinnering. Zelfs Anan lacht nu.
“Waarom heeft ze zo’n hekel aan een natte broek?” vraag ik. “Zo veel erger dan bedplassen is dat nou toch ook weer niet?”

Pichan kent het verhaal en doet het ons nu uit de doeken.
“Toen Tante trouwde had ze twee bruidsjonkers van een jaar of tien.
Die hadden natuurlijk mooie kleren aan, met keurige korte broekjes en nette overhemden.
Maar zo’n trouwdag is lang en spannend.
Allebei de jongens plasten in hun broek, tot ontzetting van Tante en de moeders van de jongens.
Tante nam het hun kwalijk en vond dat ze een luier en plasticbroekje hadden moeten dragen.
Maar het was te laat, er waren ook geen droge broekjes voor de jongens bij de hand.
En dus staan ze op alle trouwfoto’s met een volgepiste broek!”
Pichan en wij lachen allemaal.
“Ik heb dat fotoboek één keer gezien. Maar toen Tante zag dat ik er in zat te kijken, pakte ze het af en verstopte het.
Ik heb het nooit meer terug gezien. En aan een natte broek heeft ze nog altijd een grote hekel!”
Hij besluit:
“Maar ik weet wel zeker dat ze het niet goed vindt dat Anan zo’n straf krijgt! Morgen praat ik met haar!”

Zo langzamerhand is bij ons allemaal de adrenaline uitgewerkt en we merken dat we nog moe zijn.
Het is tenslotte ook nog heel erg vroeg in de morgen.
“Time for some more shuteye!” zeg ik, en de jongens knikken.
Anan legt het bedplaslaken recht en pakt zijn deken.
Hij kan gelukkig al weer een beetje lachen.
Pichan maakt het zich gemakkelijk in zijn eigen bed.

Tan, Mak en ik begeven ons naar onze eigen kamer.
Tan kijkt bedenkelijk naar zijn oranje plasticbroekje, waar zijn luierbroekje al lang niet alles meer heeft kunnen absorberen.
Hij aarzelt, maar beseft dat nu te gaan liggen met zekerheid een overstroming in zijn bed zal veroorzaken.
Hij pakt een droog luierbroekje en wipt de douche in, om even later terug te komen met dat droge broekje aan.
Weer gewoon onder zijn geliefde oranje plasticbroekje!
Dat heeft hij vast niet afgespoeld!
Ik heb trouwens ook geen douche gehoord.
Tan knipoogt naar mij en beantwoordt de niet gestelde vraag.
“Morgen ben ik toch wel weer nat!”
Hij lacht en verdwijnt onder de dekens.

Mak slaapt al en ook bij mij zal dat niet lang meer duren.
Mijn ogen vallen toe en ik slaap de slaap der rechtvaardigen.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:
Thread starter Similar threads Forum Replies Date
peka36 Waar luiers te koop in Thailand Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 2
Similar threads

Bovenaan