Nog niet klaar 'Pissebed' in Thailand

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
'Pissebed’ in Thailand, deel 25

Ook de laatste nacht dat Klahan bij Pichan blijft slapen eindigt droog voor hem. Klahan had het blauwe plasticbroekje van Pichan weer aan, maar niet in bed geplast. En hij laat niet na om dat te benadrukken. Hij is géén bedplasser! Alleen af en toe een ongelukje, dat wil hij dan nog wel toegeven. Pichan is natuurlijk wel nat. Pichan plast ook op z'n 15e nog elke nacht in bed en plaagt er Klahan een beetje mee dat die droog is. Met een plasticbroekje aan hóór je gewoon in je bed te plassen, zegt hij stellig en probeert Klahan over te halen om, net als gisteren, het luierbroekje en z'n plasticbroekje met opzet vol te plassen.
Maar hoewel Klahan aarzelt – hij vond het wel degelijk een lekker gevoel – blijft hij standvastig en houdt het droog.
Hij trekt het stoere blauwe plasticbroekje uit.
Met toch iets van spijt legt hij het terug op Pichans bed en helpt dan om het logeerbed in te klappen en terug te zetten.
Het roodbruine bedplaszeiltje vouwt hij netjes op en legt het onderin Pichans nachtkastje.

De weken die volgen vallen we terug in de vertrouwde routine. Pichan krijgt Engelse les op mijn weinig orthodoxe, maar kennelijk effectieve manier. We doen spelletjes, lezen buitenlandse kranten, online uiteraard, en spreken vrijwel alleen nog Engels met elkaar, behalve als Pichan mij wat Thaise uitdrukkingen leert. De vooruitgang is merkbaar. We houden allebei van taal. Het mes snijdt aan twee kanten. Tante merkt het plezier op dat Pichan in mijn lessen heeft, en laat haar waardering merken. Ze verlaagt de toch al lage huur die ik voor mijn kamer moet betalen.

Bedplassen is het enige waar geen verbetering in zichtbaar is. Pichan is elke morgen nat, en ik ook.
Elke morgen hangen er twee plasticbroekjes op het waslijntje op de veranda. En dat vinden we geen van beiden echt erg.
Het is nou één keer zo, en er zijn erger dingen dan bedplassen!
En Pichan heeft de leuke kanten er van allang ontdekt.
Elke morgen plast hij na het opstaan met opzet nog eens met kennelijk plezier zijn natte luier en plasticbroekje vol, vaak genoeg in mijn kamer, terwijl ik nog in bed lig.
Hij doet of dat toeval is, maar ik zie en hoor het en weet wel beter!
Niet zo lang geleden was ik zelf ook nog vijftien.
Een beetje uitdagen hoort er bij.

Op een morgen laat hij mij bij het ontbijt stiekem zijn heldergroene glansbroekje zien, dat hij in de zak van zijn korte versleten spijkerbroekje heeft gestoken.
De hint is duidelijk! Ik weet wat hij wil, moet lachen en knik.
“Let's visit the park today!” lacht Pichan met me mee.

Maar even later komen er berichtjes van Klahan binnen op Pichans oude telefoon.
Lom heeft al ruim drie weken niet in zijn broek geplast.
Nog twee dagen, en dan is hij een hele maand droog.
En dan heeft hij een beloning verdiend!
Lom heeft kennelijk thuis niet verteld dat hij bij ons bij het Twister spel nog in zijn korte spijkerbroekje heeft geplast.
Klahan heeft hem, als de aardige grote broer, niet verklikt en zo heeft Lom zijn hele maand gehaald.
Pichan vraagt Klahan of hij ook in bed heeft geplast.
Klahan appt terug:
“Nee, Lom is nooit nat ‘s nachts!”
“Ik bedoel jou, Klahan!”
Pichan plaagt Kahan en vraagt door.
Klahan geeft uiteindelijk toe dat hij deze week drie keer in bed heeft geplast.
“Maar het gaat juist beter, de week daarvoor was het vijf keer!”
Gewoon een ongelukje, volgens Klahan, want hij is immers geen bedplasser…..

Maar het gaat nu om Lom en zijn beloning.
Lom heeft als beloning een bezoek aan het Tube Trek waterpretpark gevraagd.
Dat is leuk! En nog twee dagen droog blijven, dat zal wel lukken.
Klahan moet dan mee om op Lom te passen, want die is nog maar twaalf.
Klahan wil maar al te graag naar dat leuke waterpark, maar wil het liefst dat Pichan ook mee gaat.
Zo dat ‘ie niet alleen met z’n kleine broertje opgescheept zit.

Pichan vraagt aan Tante of het goed is dat hij met Klahan en Lom naar het waterpretpark kan.
Tante denkt even na. Het park is niet echt goedkoop, maar de jongens kunnen er met gemak een hele dag doorbrengen.
En er zijn verschillende buslijnen die er vlakbij stoppen.
Tante, die erg tevreden met Pichan is vanwege zijn vorderingen met het Engels, vindt het goed, mits ik ook mee ga.
Daar heeft Pichan geen enkel probleem mee, en ik natuurlijk ook niet.
Pichan geeft me een vrolijke hi-five!
We mogen naar het pretpark!
Alleen nog even hopen dat Lom niet toch nog op het laatste moment een keer in zijn broekje plast!
Pichans groenglanzende sportbroekje zal die dag droog blijven.
"Komt in het waterpark wel!" zegt hij geheimzinnig tegen mij.
De jongen heeft kennelijk al plannen.
Klahan appt twee dagen later het goede nieuws. We mogen!

Klahan en Lom komen op de fiets naar ons toe.
Het park gaat om 11 uur open en we hebben dus alle tijd om er met de bus naar toe te gaan.
We hebben onze zwembroekjes mee, want in het park gelden strenge regels voor de zwemkleding.
In onze stoere versleten korte spijkerbroekjes zwemmen is er niet bij!
Tante heeft ons nog wat extra geld toegestopt, om in het park wat te eten en te drinken te kunnen kopen.
En zo nemen we ‘s morgens afscheid van Tante, vol vrolijke spanning en verwachting over ons dagje uit met de jongens onder mekaar!
In de bus vraagt Klahan plagerig aan Lom of hij wel een zwemluier bij zich heeft.
Maar als Lom antwoordt dat als hij zich niet vergist het toch echt Klahan was die vannacht weer in bed had geplast, is hij stil.
Want Lom heeft uiteraard gelijk, en nou weten Pichan en mister teacher het ook weer…
Maar Pichan geeft Klahan een vrolijke por in zijn zij en zegt dat het niet erg is.
Echte stoere jongens pissen in bed, beweert hij met stalen gezicht.
Op het verontwaardigde gesnuif van Lom, die luidkeels beweert dat hij niet in bed plast maar wél een stoere jongen is, volgt alleen maar gelach.

De buschauffeur kondigt de halte voor het Tube Trek park aan en de jongens stappen uit, samen met een menigte anderen die kennelijk dezelfde bestemming hebben.
Niet moeilijk te raden welke kant we uit moeten: we lopen gewoon met de stroom mee over het asfaltweggetje.
Maar Pichan heeft zijn ogen niet in zijn zak.

Als we langs een van de open velden langs het asfaltweggetje lopen, ontwaart hij een aantal tenten.
Hij blijft staan, en wij doen dus hetzelfde, terwijl de mensenmassa voort sjokt.
Pichan wijst.
Bij de tenten ontwaren we een gepionierde (*) poort met een Franse lelie er onder gehangen.
Het is zo te zien een scoutingkamp. Gezellig kamperen in deze open buitenwijk.
Tussen de tenten zien we een paar jongens rondlopen.
Maar Pichan heeft nog meer gezien.
Vlak achter de poort is een waslijntje.
Er staat een jongen bij met een scoutinghemd aan, die iets op de waslijn hangt.
Iets was Pichan meteen herkent. Tenslotte heeft hij er zelf ook nog elke nacht eentje aan.
Een plasticbroekje!

Sterker nog, er hangen netjes naast elkaar zes plasticbroekjes!
En die jongen hangt het zevende op. Zo te zien zijn er wel een paar bedplassers in deze scoutinggroep.
Pichan, die het aan assertiviteit niet ontbreekt, loopt het veld op.
En vraagt met een brede glimlach aan de jongen of die plasticbroekjes van hem zijn.

Wordt vervolgd.

* pionieren = torens, poorten, vuurtafels enz. bouwen van houten palen met gebruik van touw, geen spijkers! Een activiteit van scouts.
 
Laatst bewerkt:

ndhsbscsual

Nieuw lid
Ik heb er gewoon geen woorden meer voor zon leuk verhaal is het ik blijf mezelf alleen maar meer herhalen aangezien het zo realistisch ook is en toch wel een leuk verhaal
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
'Pissebed’ in Thailand, deel 26

De jongen in het scouting uniform lacht.
“Ja, deze is van mij!”
Hij houdt het plasticbroekje omhoog.
“Weer in bed geplast vannacht!”
Hij wijst naar de andere plasticbroekjes op het waslijntje, die glanzend wuiven in de wind.
“Maar die zijn niet allemaal van mij, hoor!”
“Je doet er nogal makkelijk over!” zegt Pichan lachend.
“Ja!” zegt de jongen trots, “Ik ben scout! Ik ben eerlijk! Wij mogen niet liegen.”
“Ook niet over bedplassen?” vraagt Pichan.
En als de jongen van nee schudt, zegt hij:
“Ik ben ook eerlijk! Ik doe het ook nog!”
De jongens lachen nu allebei.
Bedplassers onder elkaar.

De scout kijkt Lom en Klahan aan.
“En jullie? Doen jullie het ook nog?”
Lom schudt meteen ontkennend zijn hoofd: hij plast niet in bed. Hij heeft gelijk.
Hij is één van die gelukkige jongens die al heel vroeg 's nachts zindelijk zijn en zelfs geen herinneringen aan natte luiers of een nat bed hebben.
Dat hij overdag nog wel eens, verdiept in zijn spel, een natte broek heeft, verzwijgt hij wijselijk.
Klahan is er een beetje mee aan. Eerlijk is hier het kernpunt.
En als hij eerlijk is, kan hij niet ontkennen dat hij nog wel degelijk bedplasser is.
“Héél af en toe heb ik nog wel eens een ongelukje” zegt hij tenslotte, met een rood hoofd.
Lom gnuift maar verlinkt zijn grote broer niet en doet er het zwijgen toe.

Pichan voelt aan dat zijn vriend zich ongemakkelijk voelt en begint over iets anders.
Hij wijst op de plasticbroekjes en vraagt of er nog veel welpen zijn die het in bed doen?
Maar Pichan heeft dan wel de klok horen luiden, maar hij weet niet helemaal waar de scouting-klepel hangt.
“Wij zijn geen welpen” zegt de scoutjongen.
Hij legt uit:
“Wij zijn verkenners. Die zijn zo'n beetje van 12 tot 16.”
Hij lacht.
“Bij een welpenkamp zouden er wel meer plasticbroekjes aan de lijn hangen!”

Pichan kijkt vragend en de jongen vertelt verder:
“De welpen zijn tot 11 jaar. Toen ik welp was, waren soms 24 van de 30 jongens op kamp 's nachts nat.
Bij ons in het nest was er maar één jongen die nooit in z'n bed plaste!”
Pichan, Klahan en Lom kijken hem verbaasd aan.
“Vierentwintig bedplassers?!” roept Pichan uit.
En Klahan echoot: “Vierentwintig??”
De jongen knikt, maar zegt:
“Volgens mij was maar de helft ook thuis nat. Maar op kamp wilden ze vaak ook zo'n mooi plasticbroekje aan, net als hun vriendjes. Hoefden ze ook niet in alle vroegte op te staan en uit de tent door het natte gras te lopen.... “
Daar heeft Pichan wel begrip voor. En ik ook.
“Gewoon één of twee nachten op kamp in bed plassen, dan kregen ze voor de rest van het kamp ook een luierbroekje en een plasticbroekje aan. Die had de leiding altijd genoeg bij zich. Patrouillekisten vol!!”

De jongens staan nog steeds versteld van het denkbeeld van vierentwintig bedplassers.
“Daar hadden we dus langere waslijnen dan hier bij de verkenners!” lacht de scout. “'s Morgens de natte plasticbroekjes en soms een natte slaapzak. En in de loop van de dag kwamen daar meestal wel wat natte broekjes bij.”
“Als ze in hun broek pisten?” vraagt Lom.
De jongen in het scouting uniform knikt.
“Ik heb als welp ook wel een paar keer in mijn broek geplast. We hadden van die korte broekjes, met van die dikke ribstof, weet je wel. Je voelde wel als je nat was maar je zag het niet meteen!”

Dat lijkt Lom wel ideaal.
Hij weet maar al te goed hoe het er uit ziet als je in een spijkerbroek of khaki broekje plast. Het is wel lekker warm op dat moment. Maar dan sta je wel voor gek met een grote natte pisvlek voor in je broek! Wat iedereen ziet en waarvan iedereen weet wat jou net is overkomen.....
Lom wil wel net zo'n broekje als die welpen!
Maar hij zegt natuurlijk niks.
Hij is tenslotte net een hele maand droog geweest.
Vier weken lang geen enkele keer in zijn broek geplast.
Misschien is hij er wel van af!
Hij hoopt het, maar is er nog niet van overtuigd.
Hij kan maar zo ergens anders zijn, verzonken in gedachten, en dan wordt het ineens weer nat zonder dat hij het wil....

“Ja” hervat de jongen, “maar tegen de tijd dat ze over konden vliegen waren de meesten wel droog.”
Als hij de niet-begrijpende blikken ziet:
“Overvliegen, dat is van de welpen naar de verkenners!”
Hij gebaart naar de plasticbroekjes op het waslijntje.
“De meesten zijn dan dus wel droog. Maar nog niet allemaal!”
Pichan en Klahan knikken begrijpend.
Dat niet elke jongen op z'n twaalfde van het bedplassen af is, weten ze maar al te goed.
Uit eigen ervaring!

“Wij hebben 's nachts van die luierbroekjes aan”, legt de scout verder uit. “Dat wil zeggen, de bedplassers. We redden ons zelf wel met verschonen en zo. Bij de welpen kregen we wel hulp, van Akela. Ook met poeder en zo, en of je plasticbroekje wel goed over je luier zat.... Er waren wel jongens die hadden nog gewone luiers. Die waste Baloe dan 's morgens uit, als ze nat waren!”
Hij lacht bij de herinnering.
“Je snapt wel waarom de waslijnen in het welpenkamp veel langer waren!”

Hij verandert van onderwerp.
“Jullie gaan zeker naar het waterpretpark?”
We knikken.
“Het is hartstikke leuk!” zegt de scout enthousiast.
“Voordat het open gaat, helpen we daar altijd met dingen klaar zetten en zo. Handdoeken klaar hangen. Rommel uit de vijvers vissen. WC-papier aanvullen. En kleine reparaties. Er is altijd wel wat te doen. Zo verdienen wij wat geld voor onze scouting groep, en het park is blij met ons.”
Dat kunnen we ons voorstellen.
“De laatste twee uren mogen wij dan gratis naar binnen, als de grootste drukte voorbij is. Dan kunnen we zelf zwemmen en van de glijbanen af. Die grote glijbaan is vet gaaf..... “

Wij krijgen nog meer zin in het park en zetten de pas er weer in.
De scoutjongen wuift ons vriendelijk na.
“Misschien zie ik jullie vanmiddag nog wel!”
Het is niet ver meer.
We steken de grote parkeerplaats over en lopen naar de brede ingang.
De waterattracties zijn al te zien.
Ook die kleurige, heel hoge, heel snelle glijbaan waar we al veel van hebben gehoord.
We kopen onze kaartjes en gaan naar binnen.
De pret kan beginnen!

Wordt vervolgd.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
'Pissebed’ in Thailand, deel 27

Op het grote terrein kijken de jongens hun ogen uit. Ze besluiten eerst maar eens een rondje te lopen om te kijken wat er allemaal is! En wat is het druk! Niet alleen veel tieners, maar ook hele families met kindertjes. En zelfs grootouders, met de kleinkinderen in sleeptouw.

We kijken bij de wilde rivier, waar boten die er uit zien als boomstammen door stroomversnellingen en langs watervallen gejaagd worden. Lom kraait van de pret als hij ziet hoe een boomstamboot, met vier of vijf jongens er in, onder een waterval blijft hangen en de inzittenden de volle laag krijgen. Wij nemen ons voor om eerst onze zwembroekjes aan te gaan doen, alvorens mee te gaan in één van de vele water-attracties.

Er zijn hoge, lange waterglijbanen. De meest spectaculaire, opgebouwd uit kleurige buizen waar het water met onwaarschijnlijke snelheid doorheen stroomt, voert een eindeloze stroom tieners mee. Deze is voor de ouderen kennelijk te wild! Het kleurige buizenstelsel eindigt in een soort gigantische trechter, waarin je nog een keer een extra zwieper mee krijgt alvorens in een diep bassin te eindigen! Hier blijven we staan kijken, en proberen een zwemmer van begin tot eind te volgen, wat door de vele bochten en slingers vrijwel onmogelijk is. Zwemmers kan je ze eigenlijk niet eens noemen. Eénmaal onderweg wordt je zonder pardon meegesleurd, om in die trechter terecht te komen!

Die jongen met dat rode zwembroekje dan maar volgen? Dat valt op. Kijken wat er gebeurt! Hij stort zich in de buis, die daar nog open is. Omhoog, omlaag, linksom, rechtsom, waar is hij nu? Oh daar! Super snel ziet het er uit! We staan gefascineerd te kijken. Ik net zo goed als Pichan en Klahan, om van Lom maar helemaal te zwijgen. Wat een geweldige attractie! Hier willen wij ook in!
Lom slaakt een kreet. “Oh fuck!”

Ineens voelt hij dat warme, natte gevoel weer voor in zijn broekje. Een gevoel wat hij maar al te goed kent. En wat hem al vier weken niet meer is overkomen, gebeurt hem nu. Al dat water, en geboeid door wat zich voor zijn ogen afspeelt, wie denkt er dan nog aan om op tijd naar de wc te gaan?! Lom staat in zijn broek te plassen. Hij slaat zijn handen voor zijn korte broekje, maar er is geen houden meer aan. De donkere natte vlek voorin zijn broekje wordt groter en groter. Het stroomt warm tussen zijn vingers door. Tussen zijn benen. Over zijn buik. En dan in straaltjes op de grond.
Een paar andere jongens zien het gebeuren en lachen hard.
Ik hoef geen vloeiend Thai te spreken om te weten wat ze zeggen.
Dit soort commentaar is internationaal.

“Moet je kijken!”
“Hee, pisbroek!”
“Hij pist in zijn broek!”
“Wat een baby!”
“Waar is je luier, gast??”

De arme Lom is knalrood van schaamte.
Ik red de situatie door de jongens gauw mee te nemen naar de kleedruimte.
Tijd om onze zwembroekjes aan te trekken, en een paar van de water-attracties van dichterbij te gaan bekijken.
Onderweg krijg Lom nog wel een paar opmerkingen naar zijn hoofd.
Een grote pisvlek voorin een kort broekje valt nou één keer op.

Bij de kleedruimten laat ik de jongens even alleen.
Als volwassene mag ik in de individuele kleedhokjes, terwijl de jongere jeugd van gezamenlijke ruimtes gebruik moet maken.
Jongens en meisjes apart, dat vanzelfsprekend wel.
Zó modern zijn ze in Thailand nou ook weer niet!

Vijf minuten later staan we allemaal weer buiten de kleedruimten. Zwembroekjes aan, en ook onze t-shirts nog aan, om niet te verbranden in de hete zon.
Die doen we straks wel uit als we gaan zwemmen. Naast de water-attracties zijn er heerlijke grote zwembaden, naast een riante zonneweide.
Da's voor later!

Ik zamel de horloges en portemonnees in en betaal voor een kluisje.
De kleren van de jongens hangen aan praktische haken, waar je, onderop, zelfs je schoenen kwijt kan.
Ik deel een haak met Pichan. Diens korte versleten spijkerbroekje hangt aan zo'n lusje waar een riem door kan.
Maar Pichan doet niet aan een riem. Dat vindt hij niet stoer.
Lachend hang ik mijn net zo korte, net zo versleten spijkerbroekje er nonchalant naast.
Klahan heeft zijn wat modieuzere kleding – zelfs op een dag als vandaag! – netjes op de kledinghaak gedrapeerd.

Lom weet niet recht hoe hij zijn kleren goed op de haak moet hangen. Die haken komen buiten op een rek, in de zon, dus ideaal eigenlijk om een natte broek te drogen. Maar hoe hang je zo'n broekje op, zodat het niet meteen duidelijk is dat er in is geplast? Binnenste buiten, buitenste binnen? Achterstevoren, ondersteboven?
Het broekje is van voren doorweekt en onmiskenbaar volgeplast.
Ik krijg medelijden als ik zie hoe Lom er mee staat te hannesen.
Pak zijn broekje en houd het onder één van de douches die rondom de kleedruimten staan.
Vanwege de hygiëne wordt men geacht te douchen, alvorens in een zwembad te springen!

Als het broekje niet alleen meer van voren maar nu helemaal nat is en ik het ook nog even uitwring, hang ik het uitgespreid op de haak.
Zo, nu zie je er niets meer van dat Lom in dat broekje heeft geplast!
Ik pak ook zijn vrolijke jongensonderbroekje nog even, dat uiteraard ook van voren gelig verkleurd en doorweekt is.
Uitgespoeld hang ik het onder op een schoenenhaak. Hier in de Thaise zon zijn die natte kleren zo droog!
Lom kijkt me dankbaar aan.

Uren lang vermaken we ons in de diverse water-attracties. Glijbanen, wilde rivieren, watervallen.
Die glijbaan met die spectaculaire, supersnelle trechter doen we wel twintig keer.
En ik heb net zo veel pret als de jongens. Zo volwassen ben ik nou ook weer niet!

Nadat we wat rust hebben gezocht in één van de grote zwembaden en ik de jongens op een ijsje heb getrakteerd, liggen we in het gras op de speelweide lekker lui op ons buik in het zonnetje. Onze zwembroekjes drogen al aardig op. Dat gaat hier gauw!
Pichan lurkt aan zijn literfles cola en deelt die met Klahan.
Lom vertelt dat hij in de kleedruimte een jongen in een zwemluier heeft gezien.
Maar aangezien hij zelf toen nog zijn natgeplaste broekje aan had, leek het hem geen goed idee om de jongen op zijn luier aan te spreken.
“Je had zelf een zwemluier aan moeten trekken” meent Klahan. “Dan had niemand het gezien toen je in je broek piste!”
“Ik heb geen zwemluiers nodig” zegt Lom verontwaardigd.

En hij schiet met scherp terug naar zijn grote broer:
“Jij kan beter een luier aan doen 's nachts!”
Klahan protesteert: “Ik doe het haast nooit meer in bed!”
“Yea right!” zegt Lom zachtjes. “Deze week maar drie keer!”
“Dat zijn ongelukjes!” is Klahan fel. “Ik ben geen bedplasser!”
Hij kijkt boos naar zijn broertje.
Pichan grinnikt.
“Ik wel!” zegt hij. “En ik ken nog iemand.... “
Hij lacht naar mij. En geeft me een knipoog.
Bedplassers onder elkaar!
En hij neemt nog een paar slokken uit zijn fles.

“Ik lig hier net zo lekker als in bed” zegt Pichan een half uurtje later. “Ik kan zo wel in slaap vallen..... “
Hij kijkt mij aan.
“En als ik slaap..... “
Hij laat een betekenisvolle stilte vallen.
En ik hoor hoe hij, op z'n buik in het gras liggend, in zijn broekje plast.
En zucht van genot:
“Zo lekker warm...”
Hij geeft Klahan een por.
“Moet je ook doen!”

Klahan kijkt aarzelend.
Maar Pichan houdt aan:
“Je hebt je zwembroek nog aan! En de plee is helemaal aan de andere kant van het veld!”
Lom lacht.
“In je zwembroek is niet erg!”
En Lom plast voor de tweede keer die dag in zijn broek, maar nu met opzet.
Ditmaal heeft hij er plezier in.
Lekker stout, lekker warm, en lekker makkelijk!
Hij vuurt zijn grote broer aan. “Jij ook!”

Klahan geeft zich gewonnen.

“Ik douche het er straks wel weer uit!” zegt hij zuinigjes.
Maar hij moet toch lachen als hij beseft dat hij samen met zijn vriend Pichan en zijn broertje met opzet in z'n broek aan het plassen is.
“Een zwembroek is om nat te worden!” zegt Pichan resoluut.
En omdat ik vind dat Pichan gelijk heeft, laat ik het ook lekker lopen.
Net als in mijn tienerjaren, als ik toch al nat wakker werd...
Nu zijn we alle vier nat.

Als we opstaan en naar de douches bij het zwembad lopen, valt op dat plakkend zand en gras toch wel aangeven dat onze broekjes van voren wat natter zijn.
Maar of het iemand anders opvalt, betwijfelen we.
En we maken ons er niet verder druk om.
Waarom ook?
Een zwembroek is om nat te worden!

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

rog

Superlid
Snap helemaal hoe Lom zich voelt. Had vroeger dat ook, als ik dan geen luier omhad en zo in de focus met iets bezig dat je op eens het warm voelt worden en het ook niet kan stoppen meer.
 

diaperguynl

Luier en plastic broekjes liefhebber, uit Thailand
Op 13, 14 en 15 april, in de heetste maand in Thailand is het Songkran, of het Thaise nieuwjaarsfeest. Wat in traditie een Boeddhistische zegen was, door je ouders of grootouders met wat water besprenkeld te worden over je handen of schouders is uitgelopen op een 3-4 daags water smijt festijn. Pak je telefoon en je geld in een waterdicht hoesje of tas want je bent niet zeker of je droog je bestemming gaat bereiken.
In de meeste steden zijn nu enorme feesten die compleet met brandslangen er voor zorgen dat je niet met droge kleren achterblijft. Natuurlijk gaat ook het nodige vocht gedronken worden en waar laat je al die nattigheid? De meeste vrienden die ik heb en totaal niets met luiers of broekplassen hebben staan open en bloot in hun broek te pissen, elkaar er vaak ook nog op wijzend dat ze staan te pissen :p
Dit zijn de dagen dat ik geen luier nodig heb ;)
 

Bijlagen

Laatst bewerkt:

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Op 13, 14 en 15 april, in de heetste maand in Thailand is het Songkran, of het Thaise nieuwjaarsfeest. Wat in traditie een Boeddhistische zegen was, door je ouders of grootouders met wat water besprenkeld te worden over je handen of schouders is uitgelopen op een 3-4 daags water smijt festijn. Pak je telefoon en je geld in een waterdicht hoesje of tas want je bent niet zeker of je droog je bestemming gaat bereiken.
In de meeste steden zijn nu enorme feesten die compleet met brandslangen er voor zorgen dat je niet met droge kleren achterblijft. Natuurlijk gaat ook het nodige vocht gedronken worden en waar laat je al die nattigheid? De meeste vrienden die ik heb en totaal niets met luiers of broekplassen hebben staan open en bloot in hun broek te pissen, elkaar er vaak ook nog op wijzend dat ze staan te pissen :p
Dit zijn de dagen dat ik geen luier nodig heb ;)

In Thailand ben ik verscheidene keren geweest, maar nog nooit in april, en van dit feest had ik nog nooit gehoord. Vind je het goed als ik jouw info voor een volgend hoofdstuk gebruik? Ik was een beetje aan het aansturen op het einde van het verhaal (het zit al in mijn hoofd, maar ik moet het nog schrijven), maar dit is te mooi om niet in een deel te verwerken!
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
'Pissebed’ in Thailand, deel 28

Als we naar het zwembad terug lopen, hopen we dat onze natte zwembroekjes niet al te veel opvallen nu we er alle vier in geplast hebben.
Zo lekker warm en lekker stout op het grasveld als het in je broekje loopt , maar niet iedereen hoeft dat te zien!
Komen we ineens de scout tegen, met wie we eerder op de dag bij het padvinderskamp hebben gesproken.
We herinneren ons dat hij een plasticbroekje op een waslijntje hing, waar al een paar andere plasticbroekjes te drogen hingen.
Deze scout plast nog in bed, net als wij. Ook hij is ons niet vergeten en groet ons vriendelijk en met een weids armgebaar.
Zijn snelle blik naar onze natte broekjes en een brede grijns maken duidelijk dat we in ieder geval hem niet voor de gek houden.
“Goed dat jullie op het grasveld in je broek hebben geplast!” zegt hij, “en niet in het zwembad!”

Pichan kijkt hem vragend aan en de vriendelijke padvinder legt uit:
“Er zit één of ander spul in het water. Als je in het zwembad plast, wordt het water om je heen rood en kan je vertrekken!”
Oh jee, wat gemeen!
“Dan eerst maar even onder die douches, voordat we weer het water in gaan!” zeg ik. “Even uitspoelen!”
“Rood om je heen?” zegt Lom ontzet, “zodat iedereen ziet dat je in je broek staat te pissen?”
De scout knikt.
“Het komt niet zo vaak voor, hoor. Er staan genoeg waarschuwingsbordjes!”
Hij wijst.
Pichan, Klahan en Lom kunnen het lezen, maar ik niet.
Ook al spreek ik inmiddels wel een mondje Thai, dat alfabet met die vreemde letters is nog altijd een boek met zeven zegelen voor mij.
“Nou heb je toch nog een zwemluier nodig!” lacht Klahan tegen zijn broertje.
Die bijt van zich af, steekt zijn tong uit naar zijn grote broer en zegt “Jij pist nog in je bed, ik niet!”
De ruzie van eerder op de dag tussen de broers lijkt zich te gaan herhalen, maar dan zegt de scout:
“Zwemluiers? Die hebben we hier genoeg!”

We kijken hem vragend aan. En de scout legt uit:
“Ik had jullie toch gezegd dat wij hier 's morgens mee helpen en zo? Voor het open gaat?”
Wij knikken.
“En dan mogen we voor sluitingstijd gratis naar binnen. Nu dus. Maar het laatste wat we doen is een opruimronde.
Alle vergeten dingen en zo. Je hebt geen idee wat we allemaal vinden... “
“En daar zijn ook zwemluiers bij?” vraagt Klahan grijnzend, en kijkt zijn broertje aan.
De scout knikt.
“In alle maten! Soms een half pak, nog ongebruikt. Mensen vergeten van alles.”

“Ook natte, volgepiste?” vraagt Lom ongelovig.
“Ha ja, die nog het meest. En natte pullups. Die gooien we natuurlijk in de afvalcontainers. Maar de droge, die nog goed zijn, die worden bewaard.”
“Waar vinden jullie die natte dan?” vraag ik.
Kan me moeilijk voorstellen dat iemand een natte luier gewoon zo maar ergens weggooit.
Zo ben ik in ieder geval niet opgegroeid!
“Oh, overal”, zegt onze nieuwe vriend. "In de bosjes. Maar ook wel in de kleedhokjes. Ïn de kleedkamer van de jongens het vaakst!

“Waarom bewaren jullie die droge zwemluiers en zo?” vraagt Pichan.
“Daar kan je altijd weer iemand anders mee helpen”, zegt de padvinder. “Of als iemand iets verloren is en komt vragen. Nou ja, dat zijn meestal niet de luiers haha, maar alle gevonden voorwerpen worden bewaard. We hebben een grote schuur vol met dingen! Soms best waardevolle. Handtassen. Badtassen. Zelfs tablets of laptops. Die worden eigenlijk altijd wel opgehaald later... “
“Kom maar even mee!” zegt de jongen. “Ik laat het jullie wel even zien!”

Even later staan we in een grote, netjes opgeruimde loods.
“We vinden ook wel portemonnees en zo”, zegt de jongen. Maar die worden in de kluis achter de kassa bewaard.”
Er liggen tot onze verbazing wel tien, vijftien telefoons. Ook een paar echt dure iPhones.
“Er komen hier elke dag wel een paar duizend mensen!” legt de scout uit.

Op een plank liggen minstens een dozijn zwembroeken, in alle mogelijke maten en kleuren. Er naast ligt een flinke stapel gymbroekjes.
En zoals de jongen al had gezegd, er staan op een rij ook een flink aantal pakken zwemluiers en pullup luierbroekjes, vrijwel allemaal geopend, maar de het merendeel nog meer dan halfvol. Meest Thaise merken, maar ook een paar pakken Tena en Goodnites.
“Als die niet worden opgehaald – en dan gebeurt niet zo vaak – gaan die na een tijdje naar een kindertehuis. Daar kunnen ze dat altijd wel gebruiken...”
Hij lacht. “Wij zijn niet de enige bedplassers!”

Verder op zien we hemden, netjes opgevouwen. Spijkerbroeken, lange en korte.
Pichan en ik lachen als we een stapeltje korte versleten spijkerbroekjes ontwaren, die erg op de onze lijken.
Er zijn kennelijk meer jongens die dat stoer vinden.
Pichan pakt zo'n lekker kort versleten spijkerbroekje en houdt het stoer voor z'n natte zwembroek.
“Zou mij wel passen!” lacht hij. “Wordt zoiets nou nog wel eens opgehaald?"
“Oh ja, best nog wel!” antwoordt de padvinder. “Soms staat er een naam in, of ze kunnen het goed beschrijven. Dat geldt voor het meeste hier. Maar na een maand gaan de kleren weg, als ze nog niet zijn opgehaald. Wat goed is, naar een opkoper. Maar zulke broekjes als dit gaan meestal naar de voddenboer!”

“Zonde” meent Pichan, die erg aan zijn korte spijkerbroekjes is gehecht en liefst nooit wat anders draagt.
“Oh, een paar komen er altijd wel bij ons in het scoutingkamp terecht. Altijd makkelijk als een jongen in zijn broek pist.... “
Klahan geeft Lom een schouderklopje.
“Daar zouden ze wel op je passen!” lacht hij.
Maar Lom heeft goed opgelet vanmorgen.
“Nee, ik wil zo'n broekje als de welpen! Waar je in kan pissen zonder dat iemand het ziet!”

De scout wijst op een grote plastic wasmand.
“Weet je hoe we veel van die broekjes vinden? Zo!”
Hij pakt twee korte spijkerbroekjes uit de mand.
Eén is er vrij klein , misschien net Loms maat, maar het andere broekje zou Pichan of Klahan goed passen.
Misschien mij ook nog wel. Beide broekjes zijn onmiskenbaar vol geplast.
“Waterpark!” lacht de scout.
"Overal klatert en stroomt het! En sommige jongens houden het dan niet droog...”

Ik kijk in de wasmand. Er liggen nog minstens zes, zeven meest korte broekjes in, en die zijn zonder uitzondering nat van voren.
“Dan hebben ze in hun broek gepist, maar dan schamen ze zich en verstoppen hun natte broek onder een heg of onder een bank in de kleedhokjes.....
Ze hebben immers wel een zwembroek mee ook. Deze zijn allemaal van vandaag. Ik had net een ronde gedaan voor ik jullie tegen kwam!”

“Wat gebeurt er dan met die natte broeken?” vraagt Lom, die terugdenkt aan zijn eigen natgeplaste broekje, dat nog op een haak hangt en nu vast wel droog is.
“Die worden gewassen. Moet wel, anders gaat het stinken. Er zijn soms best wel dure broeken bij. Merken, designer en zo. Maar evenzo goed vol gepist. Na het wassen komen ze bij de andere kleren op de plank. Vaak worden ze toch nog wel opgehaald. Soms door een moeder of tante! En anders gaan ze na een maand weg, zoals ik al zei!”

“Eén ding moet ik jullie nog laten zien! Want jullie weten er alles van, en ik ook.”
Hij lacht vrolijk.
“Al denken sommige mensen dat ze ouderwets zijn!”
Hij loopt een stelling verder.
En tot onze verbazing liggen daar, netjes dubbel opgevouwen, in grote en minder grote maten en in vele kleuren, minstens twintig, vijfentwintig plasticbroekjes!
“Babymaten vinden we haast nooit. Ik denk dat baby's ze gewoon aanhouden. Dit zijn bijna allemaal tiener maten. Tieners die nog in hun broek of bed plassen en een plasticbroekje aan hebben. En dat natuurlijk uit trekken als ze hun zwemkleren aan doen. En later vergeten ze hun plasticbroekjes, denk ik! Heel soms zit er een volwassen maat tussen. Maar grote mensen zijn niet zo vergetelijk als wij!"
Pichan en ik zijn lichtelijk verbaasd, maar vinden het ook wel grappig dat er kennelijk nog zo veel andere jongens zijn die in hun broek of bed plassen en daar plasticbroekjes voor dragen. Eerst de scouts vanmorgen met al die plasticbroekjes op de waslijn, en nu dit weer!
De verleiding is voor Pichan te sterk. Hij pakt een blauw, semitransparant plasticbroekje van de stapel, voelt met voorzichtige vingers aan het zachte, gladde plastic. Ik herinner me hoe Pichan 'I like!' zei toen we het over zijn plasticbroekje hadden. Plasticbroekjes zijn voor hem duidelijk meer dan alleen maar pisbroekjes om z'n bed droog te houden. Even brengt hij het broekje naar zijn lippen, legt het dan met een onhoorbare zucht weer opgevouwen terug.

De padvinder die zo vriendelijk onze gids is door dit onbekende deel van het waterpark, kijkt op z'n horloge.
“Jullie moeten je aankleden en naar de uitgang gaan. Het park gaat straks dicht! Ik doe nog even een rondje, en dan gaan we terug naar ons kamp. De andere scouts zullen nu ook wel klaar zijn hier!”

Wij willen afscheid nemen en ons aan gaan kleden, als de scout zegt:
“Hoe laat gaat jullie laatste bus? Willen jullie vanavond bij ons kampvuur komen soms? Ik nodig jullie uit!”
Wij kijken elkaar aan.
Ja, dat lijkt ons wel leuk! Een kampvuur bij de scouts, dat maak je niet elke dag mee!
We nemen de uitnodiging aan.
“Ik kom er zo aan!” zegt onze nieuwe vriend. “Ik zie jullie in het kamp!”

Bij de kleedhokjes stelt Lom verheugd vast dat zijn broekje inderdaad helemaal opgedroogd is en je niets meer van de grote pisvlek ziet.
Want al zijn er ergere dingen, hij schaamt zich er toch wel wat voor dat 'ie nog geregeld in zijn broek plast.
We kleden ons aan en begeven ons naar de uitgang, met de rest van de vele bezoekers die tot sluitingstijd zijn gebleven.
Bij de bushalte zal het wel heel druk zijn, verwachten we. Maar wij hoeven nog niet met de bus mee.
Eerst gaan we bij de scouts op visite!
Bij de ingang van het kamp valt ons op dat er nu nog maar één plasticbroekje op de waslijn hangt.
Zo te zien hebben de meeste jongens hun plasticbroekjes al weer opgehaald.
De bedplassers zijn klaar voor de komende nacht!
Deze keer lopen we verder het kamp op dan vanmorgen.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:
Thread starter Similar threads Forum Replies Date
peka36 Waar luiers te koop in Thailand Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 2
Similar threads

Bovenaan