"Roza." een zachte stem klonk aan de rand van haar gedachte. Ze voelde zich lekker warm en soezelig. Ze had nog wel dagen zo willen blijven liggen. Ze zag door haar oogleden heen dat het al licht was.
"Roza." daar was die stem nog een keer. Ze voelde dat een hand zachtjes wat haren uit haar gezicht haalde. Heel voorzichtig opende ze een oog.
"Zo, schone slaapster, ben je eindelijk wakker?" Ze keek in het gezicht van Nick. Even snapte ze er helemaal niets van, maar toen herinnerde ze zich alles weer.
Ze glimlachte. "Goedemiddag." haar stem kraakte. Ze schaamde zich er een beetje voor. Ze had net een paar uur liggen slapen in het bed van haar docent Natuurkunde, om met een kraakstem wakker te worden en niets beters weten te zeggen dan 'goedemiddag'. Het was nog net niet 'goedemiddag, meneer' geweest.
"Jij mag nooit meer raden." zei Nick, ook hij lag onder de dekens. Ze kon zich vergissen, maar ook hij had liggen slapen, de vouwen van het beddengoed lagen nog in zijn gezicht. Hij keek slaperig uit zijn ogen, alsof ook hij nog niet helemaal wakker was.
Plotseling voelde ze dat het bed onder haar koud was, en nat. Ze schrok. Tranen sprongen in haar ogen.
Nick zag het gebeuren, maar voor zijn gezicht een bezorgde uitdrukking liet zien was er even iets anders te zien. Schaamte. Ook hij voelde aan het matras onder hem. "Roze, roza niet schrikken."
"Maar..." bracht Roza uit, voordat de eerste traan over haar wang rolde. Hoe had ze zo stom kunnen zijn. Hoe had ze kunnen denken dat ze ooit zorgeloos in slaap kon vallen ergens, laat staan in een bed wat niet het hare was.
Plotseling stond Nick op, zijn ogen verdacht nat en liep snel weg. Roza zag dat zijn blauwe pyjamabroek donker gekleurd was. Ze voelde aan haar eigen broek, die droog was en plotseling begon haar iets te dagen. Ze hoorde de deur van de badkamer, en hoorde hoe die deur op slot werd gedraaid. Ze had het gevoel deelgenoot te zijn geworden van een persoonlijk moment, een persoonlijk probleem. Als de omgang van leerling-leraar nog niet genoeg verstoord was, was deze nu wel aan diggelen gebroken. Ze snapte waarom Nick haar problemen zo goed begreep. Ze had het eerder al wel geweten, maar nu pas, voor het eerst in de afgelopen dagen, realiseerde ze zich pas echt hoe goed Nick haar situatie snapte.
Roza stond op uit bed, opeens klaar wakker. Ze begon het bed af te halen, zoals ze zelf ook altijd had gedaan, en liep de trap naar zolder op, op zoek naar de wasmachine.
Een half uur later was er nog steeds geen geluid te horen vanuit de badkamer. Nadat ze de wasmachine had aangezet, was Roza op de gang gaan zitten, op de trap naar boven. Ze had haar mond gehouden, ze had gewacht, ze had Nick zijn tijd gegeven. Ze had hem tijd gegeven te gaan douchen, tegen haar te praten. Ze had hem alle tijd van de wereld willen geven, en ze had geworsteld met het gevoel dat ze eigenlijk weg zou moeten gaan. Maar toch was ze daar blijven zitten. De man in de badkamer was niet langer haar docent natuurkunde. De afgelopen dagen was hij steeds minder dat, en steeds meer mens geworden, steeds meer een vriend.
Toen maakte ze een moeilijke beslissing. Als hij niet als eerste zou gaan spreken, zou zij maar als eerste het woord moeten nemen. "Nick. Nick, ik weet dat je daar bent. En ik snap het als je eigenlijk helemaal niet naar buiten wilt komen, als je daar wilt blijven zitten totdat de situatie niet meer bestaat. Ik zou het begrijpen, omdat ik er zelf ben geweest. Maar juist daarom, zeg iets, doe de deur open. Jij hebt me beloofd dat ik nooit alleen hoef te zijn in mijn problemen. Maar jij hoeft dat ook niet te zijn." Ze slikte even, haar eigen ogen waren vochtig geworden. Ze voegde er nog aan toe, iets zwakker: "Anders haal in een schroevendraaier, en maak ik die deur zelf open."
Even gebeurde er niets, maar toen hoorde ze dat de deur langzaam van slot draaide.
***
A/N: Ik ben een beetje inspiratieloos, en heb dit verhaal ook schandalig genegeerd. Als iemand ideeën heeft over hoe het verder kan gaan, ze zijn welkom in bij mijn privéberichten (als ik je idee dan gebruik, is niet iedereen gelijk gespoilert). Ik hoop beterschap te kunnen brengen in het regelmatiger stukjes schrijven.