Re: Roza (18- ML BP)
Hoofdstuk 13 Bloemhof 12
Met een warme kop thee in haar hand zit Roza op de bank in Nick’s woonkamer. Nick woont alleen in een simpele eengezinswoning. Er licht een lichte laminaatvloer, die waarschijnlijk van de Ikea afkomstig is, en het huis is verder ingericht met witte en enkele gekleurde meubelen. Het geheel vormt een rustig, maar toch vrolijk geheel. De bank waarop Roza zit is pastelblauw. In de keuken hoort ze Nick nog was rommelen voordat hij zelf met een kop kofie de woonkamer binnenkomt en tegenover Roza gaat zitten.
Roza kijkt hem nog steeds niet aan. Wat zeg je tegen iemand waar je twee maanden lang tegen gezwijgd hebt? En wat zeg je tegen een leraar die je op kerstavond voor zijn deur heeft gevonden? Één van beide zou al moeilijk zijn, laat staan alle twee. Gelukkig begint Nick met praten.
“Sorry. Ik had je niet mogen negeren. Ik-“ Nick twijfelde even, “Ik wil graag weten wat er gebeurd is.”
Het klonk niet als een vraag, het was gewoon de mededeling dat hij iets wou weten. Al was het natuurlijk wel een vraag, en Roza zou hem moeten gaan beantwoorden, ze moest toch iemand op deze hele wereld kunnen vertrouwen?
“Vandaag is mijn verjaardag. Vanochtend moest ik op het kantoor verschijnen. Ze wilde wat van me. Ik dacht dat ik mijn geld zou krijgen, gestord op een rekening, zodat ik eindelijk vrijheid kon krijgen en kon gaan en staan waar ik maar wou, maar ik kreeg veel meer, en tegelijkertijd veel minder. Ik kreeg mijn vrijheid, en het kleine beetje geld wat er nog over was –de rest heb ik zogenaamd opgebruikt- en werd de straat op geschopt.” Roza’s stem had boos geklonken in het begin, maar nu merkte ze pas hoeveel alles haar raakte. Ze voelde de tranen branden in haar ogen, maar was nog steeds vastbesloten niet te gaan huilen. Ze wilde zichzelf voorhouden dat ze nog steeds boos was op Nick, ookal had ze hem diep in haar hard al vergeven op het moment dat hij haar binnenliet in zijn huis. “Ik ging hotels bellen om met het kleine beetje geld een bed te kunnen krijgen, maar nergens was nog plek. Het is net een soort nieuw, falend kerstverhaal, elke herberg is vol, dus ga je maar in een grot slapen.” Er stonden tranen in Roza’s ogen.
Nick was even stil van dit verhaal, en liet langzaam tot zich inwerken wat Roza zojuist had gezegt, terwijl hij in zijn koffiekopje staarde. Toen hij opkeek zag hij dat er tranen over Roza’s wangen liepen. Nick stond op en ging naast Roza op de bank zitten, terwijl hij zijn arm beschermend om haar heen sloeg.
“Sorry.” bracht Roza uit.
“Stil maar.” suste Nick.
Roza verborg haar gezicht in Nicks overhemd, wat naar wasmiddel met een lichte bloemengeur rook, terwijl Nick kalmerend over haar rug streelde.
“Het is niet niks.” zei hij, toen Roza weer wat bedaard was.
Roza keek hem behoedzaam aan.
“En noemde jij mijn huis trouwens net een grot?”
Een voorzichtige glimlach toonde zich op Roza’s gezicht. Op dat moment, toen ze al haar zorgen met iemand had kunnen delen, nadat ze al haar emoties had kunnen uiten en toen ze eindelijk veiligheid had gevonden, voelde Roza pas hoe moe ze was, en ze legde haar hoofd op Nicks schouder.
“Weet je wat? Ik ga jou even de logeerkamer laten zien, voordat ik wat te eten maak.”
Tien minuutjes lag Roza op het logeerbed, in de kleine slaapkamer aan de achterkant van het huis, te slapen, terwijl Nick langzaam de deur, waardoor hij naar binnen had gekeken sloot en naar beneden liep.
Beneden ging hij helemaal niet koken, zoals hij tegen Roza had gezegt, hij ging zitten op de bank, waar hij even daarvoor nog samen met Roza had gezeten, en legde zijn hoofd in zijn handen. Hij moest eerst maar eens goed nadenken over alles wat hij had gehoord vanavond, voordat hij aan het eten zou beginnen. Moet je nagaan, dat er zo maar opeens een mentorleerling voor je deur staat. Nou, eigenlijk, niet zo maar een mentorleerling…