Hoofdstuk 16: Gelukkig
De deur draaide van het slot maar ging niet open. Roza liep naar de deur. “Nick, mag ik binnen komen?” Het bleef stil. “Ik kom gewoon binnen, oké. Ben je aangekleed?” Roza’s wangen kleurde rood toen ze de woorden uitsprak. Even schudde ze haar hoofd, alsof ze daarmee de gedachte die in haar waren opgekomen weg kon laten vliegen. Toen stapte ze de badkamer binnen.
Nick zat op de grond, met zijn rug tegen de rand van het bad. Hij had zich van zijn ‘vuile goed’, zoals zijn moeder dat altijd noemde, ontdaan, gedoucht en zich in een boxershort en ochtendjas gekleed. Hij had Roza horen praten tegen hem op de gang, maar hij had de energie niet op kunnen brengen om haar te antwoorden. Toen ze had gedreigd de deur open te breken, was hij naar de deur gekropen om hem van slot te draaien. Verder was hij niet gekomen. Hij had de deur niet uitnodigend opengezwaaid. Hij wist niet wat hij moest met deze situatie, met Roza, met zijn en haar geheimen. Dus had hij besloten dat de tijd het hen maar zou moeten leren, dat hij het maar gewoon moest laten gebeuren. Toen was de deur langzaam opengeduwd.
Roza was opgelucht om te zien dat er niets ernstigs aan de hand was. Ze zag dat Nick haar aankeek met ogen waar het verdriet van de hele wereld wel in had kunnen liggen. Het was alsof ze met die ogen zo zijn ziel binnen kon kijken. Ze zag hem nu op zijn zwakst. Ze ging naast hem zitten en legde haar hoofd op zijn schouder. Ze voelde zijn schouder bewegen wanneer hij in en uitademde. “Het leven is k*t, hé?”
Nick onderdrukte even de neiging te lachen. Hij voelde haar hoofd op zijn schouder, het gaf hem comfort, wetende dat zij er was, maar niet veroordeelde omdat een volwassen man had zitten huilen op de vloer van zijn badkamer. “Zeg dat wel ja.” Zijn stem klonk vreemd, alsof hij vergeten was hoe hij hem moest gebruiken.
“Je weet dat het mij geen zak kan schelen hé?” zei Roza, waarna ze eraan toevoegde: “Maar toen jij dat tegen mij zij maakte dat ook geen verschil over hoe rot ik me voelde.”
Nick draaide zijn hoofd en keek Roza aan. “Je bent lief.”
Ze tilde haar hoofd van zijn schouder. Ze kon nog steeds via zijn ogen zijn ziel in kijken, maar ze zag niet alleen maar verdriet in die mooie blauwe ogen. “De wereld is slechts een spiegel van wat je zelf bent.” zei ze zachtjes.
Achteraf konden ze niet meer zeggen hoe het was gegaan, of hij naar haar was gebogen, of zij naar hem was gebogen, of ze gelijktijdig naar elkaar toe waren geboden, maar hun lippen waren op elkaar terecht gekomen. Roza had kippenvel gekregen van die warme, zachte lippen op de haren. Ze had zijn hand van de badkamervloer gepakt en in de hare genomen.
Nick had de kus afgebroken. Hij keek Roza aan. “Je bent lief.” zei hij nogmaals. “En als de wereld een spiegel is, dan is die spiegel flink vervormd, in een groot deel van de situaties.” Toen leek de realiteit van de situatie tot hem door te dringen. “Dit mag niet, ik ben je leraar.”
Roza voelde zich alsof ze vanuit de hemel van een wolk af was geduwd, naar beneden, en alsof ze zonder enige bescherming op het beton van een flatgebouw was gestrort. Even, een halve minuut was ze gelukkig geweest, dom en ontwetend, maar gelukkig. Ze had geweten wat liefde was, het gekregen, voor misschien wel de eerste keer in 10 jaar, sinds het overlijden van haar ouders. En toen sprak haar mond de woorden waarvan ze zich nog niet eens bewust was geweest dat ze ze had gedacht. “Dan verander ik toch gewoon van school?”
Nick keek haar even aan. “Maar…” begon hij zijn zin, voordat Roza hem kon onderbreken. “Ik heb hier niets, ik heb niets op school dan mensen die mij vervelend behandelen. Ik heb geen thuis, ik heb geen familie om op terug te vallen, geen plek om naar toe te gaan. En voor het eerst sinds jaren heb ik het gevoel dat ik iemand heb die dicht bij mag komen, waar ik op kan vertrouwen. Al zou ik naar Australië moeten verhuizen, ik wil die persoon vast houden. Ik wil jou vast houden.” Roza kuste hem, dit keer was zij het die voorover boog. Ze kuste hem zodat hij niet kon antwoorden, zodat hij er niets tegenin kon brengen. Ze kuste hem, omdat ze niet wist wat ze anders nog zou kunnen doen dan dat. En terwijl ze zijn hand door haar haar voelde glijden, wist ze zeker dat ze gelukkig was.
Iedereen die heeft gereageerd of persoonlijke berichtjes heeft gestuurd, ontzettend bedankt. Ik kan niet geloven dat zo veel mensen zo graag dit verhaal lezen. Dankjulliewel allemaal!
En qawsedrf, je zei dat er bij mij staat "geen contact aub' betekent geen contact!", dat is meer bedoeld voor mensen die me random vrienschapsverzoeken of chatverzoeken berichtjes sturen. Over dit verhaal mogen jullie me altijd PM'en!