Hierbij vast een klein voorproefje om de tijd tot Sooftober te vullen. Hopelijk smaakt het naar meer! 
Short 1
Sofie zal nooit kunnen wennen aan die typische ziekenhuislucht. Hoewel ze inmiddels een aantal weken op deze afdeling woont, blijft het voor haar iets vreemds. Een constante herinnering dat ze ‘ergens anders’ is. Niet thuis. Waar dat ook mag zijn.
Vreemd genoeg begint Sofie zich ook steeds meer te ergeren aan de stilte. Het is hier gewoonweg te rustig. Blijkbaar is ze na twee jaar in Maastricht toch te goed gewend aan de constante prikkels in haar buurt. In het studentenhuis was tenslotte altijd wel iets te beleven. Leuk, of minder leuk..
Maar hier? Niet bepaald.
Sofie nestelt zich weer op haar bed. Ze is gisteravond begonnen aan een detective die een stuk spannender bleek dan vooraf gedacht. Als ze hier iets heeft, dan is het wel tijd. Waarom wachten?
Nog voordat Sofie de juiste pagina heeft gevonden, wordt de deur van haar kamer opengemaakt en stapt een verpleegster naar binnen. Sinds Sofie hier is, heeft ze veel moeite om mensen te vertrouwen. Iets dat wellicht niet zo gek is, gezien alles dat ze heeft meegemaakt. Maar deze vrouw? Dat is de uitzondering die de regel bevestigt.
Marloes is al wat ouder. Halverwege de vijftig, maar met een duidelijke ‘oma-vibe’. Meer dan eens heeft ze Sofie doen denken aan haar eigen grootmoeder. Waarschijnlijk heeft dat geholpen om haar vertrouwen te winnen. Toch is het vooral omdat Marloes niet zo van de regeltjes is. Ze begrijpt dat Sofie anders is dan de meeste patiënten hier en daar handelt ze ook naar.
“Ik heb post voor je”, glimlacht Marloes. “Een beetje contact met de buitenwereld zal je goed doen.”
Ze heeft een pakketje vast, maar Sofie is niet zo geïnteresseerd.
“Kun je me niet gewoon vertellen wat erin zit? Dat scheelt weer tijd”, reageert ze nonchalant.
Marloes zet het pakketje demonstratief op het bed, vlakbij Sofie. Het is ongeopend.
“Geloof me, ik heb iedereen wel duidelijk gemaakt dat we jouw post niet hoeven te controleren.”
“Waarom?”
“Je hebt me verteld wat je hebt meegemaakt. Ik denk dat een beetje privacy goed is voor je herstel. Dat heb je te lang moeten missen.”
Sofie glimlacht eindelijk terug.
“Misschien wel”, erkent ze, terwijl ze het boek op haar nachtkastje legt.
“Als er iets is, dan weet je waar ik ben”, stelt Marloes haar gerust.
Sofie knikt beleefd. Dat weet ze zeker. Marloes zit eigenlijk altijd achter de balie, waar ze stiekem nog eens een slokje jenever weg kan werken. Geen wonder dat ze de waarde van privacy begrijpt.
Zodra Marloes weg is, neemt Sofie het pakketje op schoot en bekijkt de adressering eens goed. Ze kan nergens een afzender vinden. Iets waar ze behoorlijk de kriebels van krijgt. De laatste paar pakketjes die ze op deze manier heeft gekregen waren allemaal slecht nieuws.
Met verse tegenzin opent Sofie het pakketje. Er blijken allemaal kleine pakjes in te zitten. Netjes in het cadeaupapier verpakt. Sofie snapt er niets van. Haar verjaardag staat tenslotte niet bepaald om de hoek.
Bovenop ligt een kaartje met een beterschapswens. Na even getwijfeld te hebben besluit Sofie om het te openen en de handgeschreven boodschap te lezen.
“Je bent niet alleen. …”
Een koude rilling loopt over Sofie haar rug.
“Zodra je jezelf goed genoeg voelt, wil ik graag met je in gesprek. Ik ken het hele verhaal. Je bent niet zijn enige slachtoffer. Hopelijk wil je me helpen om ervoor te zorgen dat je wel zijn laatste bent. Neem je contact op als je daar klaar voor bent? Beterschap.”
Sofie leunt achterover, tegen haar kussens. Ze snapt er niets van.
‘Zijn’ slachtoffer?
Een paar slokjes water brengen ook geen helderheid. Sofie ziet geen andere keuze. Ze zal de pakjes open moeten maken. Voorzichtig haalt ze de bovenste uit het doosje en scheurt ze het cadeaupapier open. Tot Sofie haar grote verrassing ontdekt ze een telefoon, gloednieuw, in een beschermend hoesje. De oplader zit erbij.
In een flits ziet ze die noodlottige avond weer voor zich. Hoe ze met haar oude telefoon aan haar oor de kelder instapte. Vroeg om de brandweer. Het geschreeuw om hulp op de achtergrond. Het struikelen. De telefoon die regelrecht de vlammen in stuiterde..
Nieuwsgierig opent Sofie de telefoon. Geen code, geen gezichtsherkenning. Alleen de standaardapps. En één onbekend nummer dat al in de contactenlijst staat, onder de naam Janou Trils. Het zegt Sofie helemaal niets.
Snel probeert Sofie uit of ze met deze telefoon op de wifi van het ziekenhuis kan inloggen, maar al snel merkt ze dat dit niet hoeft. Ze kan gewoon via 5G op internet. Of het een bundel of een abonnement is, weet Sofie natuurlijk niet. Maar dit opent mogelijkheden. Snel zoekt ze via Google naar de naam Janou Trils, maar dit levert geen duidelijke resultaten op.
Sofie besluit om de andere pakjes maar open te maken. Hopelijk brengen die iets meer antwoorden dan vragen..
Al snel weet Sofie héél zeker dat deze persoon perfect op de hoogte is van haar verhaal. Dat die precies weet wie ze is. Een pluche knuffel van Iejoor, die wellicht beter bij haar karakter past dan haar lieve Tijgetje. Een houten speelgoedtrein - of beter: locomotief - waarvan ze het nut niet zo snapt. En een speen. Niet felroze, zoals haar vorige, maar zachtgeel. Duidelijk voor een volwassene, met een koordje waarop een aantal schattige bijen en de tekst "BEE HAPPY" prijken.
Sofie zucht. Ze kent deze film al, hoewel alles in dit geval een stuk positiever voelt. Veiliger. Toch kan ze de vragen niet uit haar hoofd zetten. Wie is deze Janou nou precies? Wat wil die van haar?
Na een paar minuten twijfelen besluit Sofie om op te staan. Ze kijkt via het raampje in haar deur naar de gang, waar ze constateert dat de verpleging voorlopig wel iets anders te doen heeft dan haar lastig te vallen. Snel stapt ze haar badkamertje in en kijkt naar de telefoon in haar trillende handen.
"Je kunt altijd weer ophangen", stelt ze zichzelf fluisterend gerust.
Sofie klikt op het groene icoontje naast de naam van Janou en houdt de telefoon aan haar oor. Hij gaat over. Steeds weer. Het duurt een hele tijd voordat Sofie iets anders hoort. Haar oproep wordt aangenomen.
"Hallo? Sofie, ben jij het?"
Wordt vervolgd..
Short 1
Sofie zal nooit kunnen wennen aan die typische ziekenhuislucht. Hoewel ze inmiddels een aantal weken op deze afdeling woont, blijft het voor haar iets vreemds. Een constante herinnering dat ze ‘ergens anders’ is. Niet thuis. Waar dat ook mag zijn.
Vreemd genoeg begint Sofie zich ook steeds meer te ergeren aan de stilte. Het is hier gewoonweg te rustig. Blijkbaar is ze na twee jaar in Maastricht toch te goed gewend aan de constante prikkels in haar buurt. In het studentenhuis was tenslotte altijd wel iets te beleven. Leuk, of minder leuk..
Maar hier? Niet bepaald.
Sofie nestelt zich weer op haar bed. Ze is gisteravond begonnen aan een detective die een stuk spannender bleek dan vooraf gedacht. Als ze hier iets heeft, dan is het wel tijd. Waarom wachten?
Nog voordat Sofie de juiste pagina heeft gevonden, wordt de deur van haar kamer opengemaakt en stapt een verpleegster naar binnen. Sinds Sofie hier is, heeft ze veel moeite om mensen te vertrouwen. Iets dat wellicht niet zo gek is, gezien alles dat ze heeft meegemaakt. Maar deze vrouw? Dat is de uitzondering die de regel bevestigt.
Marloes is al wat ouder. Halverwege de vijftig, maar met een duidelijke ‘oma-vibe’. Meer dan eens heeft ze Sofie doen denken aan haar eigen grootmoeder. Waarschijnlijk heeft dat geholpen om haar vertrouwen te winnen. Toch is het vooral omdat Marloes niet zo van de regeltjes is. Ze begrijpt dat Sofie anders is dan de meeste patiënten hier en daar handelt ze ook naar.
“Ik heb post voor je”, glimlacht Marloes. “Een beetje contact met de buitenwereld zal je goed doen.”
Ze heeft een pakketje vast, maar Sofie is niet zo geïnteresseerd.
“Kun je me niet gewoon vertellen wat erin zit? Dat scheelt weer tijd”, reageert ze nonchalant.
Marloes zet het pakketje demonstratief op het bed, vlakbij Sofie. Het is ongeopend.
“Geloof me, ik heb iedereen wel duidelijk gemaakt dat we jouw post niet hoeven te controleren.”
“Waarom?”
“Je hebt me verteld wat je hebt meegemaakt. Ik denk dat een beetje privacy goed is voor je herstel. Dat heb je te lang moeten missen.”
Sofie glimlacht eindelijk terug.
“Misschien wel”, erkent ze, terwijl ze het boek op haar nachtkastje legt.
“Als er iets is, dan weet je waar ik ben”, stelt Marloes haar gerust.
Sofie knikt beleefd. Dat weet ze zeker. Marloes zit eigenlijk altijd achter de balie, waar ze stiekem nog eens een slokje jenever weg kan werken. Geen wonder dat ze de waarde van privacy begrijpt.
Zodra Marloes weg is, neemt Sofie het pakketje op schoot en bekijkt de adressering eens goed. Ze kan nergens een afzender vinden. Iets waar ze behoorlijk de kriebels van krijgt. De laatste paar pakketjes die ze op deze manier heeft gekregen waren allemaal slecht nieuws.
Met verse tegenzin opent Sofie het pakketje. Er blijken allemaal kleine pakjes in te zitten. Netjes in het cadeaupapier verpakt. Sofie snapt er niets van. Haar verjaardag staat tenslotte niet bepaald om de hoek.
Bovenop ligt een kaartje met een beterschapswens. Na even getwijfeld te hebben besluit Sofie om het te openen en de handgeschreven boodschap te lezen.
“Je bent niet alleen. …”
Een koude rilling loopt over Sofie haar rug.
“Zodra je jezelf goed genoeg voelt, wil ik graag met je in gesprek. Ik ken het hele verhaal. Je bent niet zijn enige slachtoffer. Hopelijk wil je me helpen om ervoor te zorgen dat je wel zijn laatste bent. Neem je contact op als je daar klaar voor bent? Beterschap.”
Sofie leunt achterover, tegen haar kussens. Ze snapt er niets van.
‘Zijn’ slachtoffer?
Een paar slokjes water brengen ook geen helderheid. Sofie ziet geen andere keuze. Ze zal de pakjes open moeten maken. Voorzichtig haalt ze de bovenste uit het doosje en scheurt ze het cadeaupapier open. Tot Sofie haar grote verrassing ontdekt ze een telefoon, gloednieuw, in een beschermend hoesje. De oplader zit erbij.
In een flits ziet ze die noodlottige avond weer voor zich. Hoe ze met haar oude telefoon aan haar oor de kelder instapte. Vroeg om de brandweer. Het geschreeuw om hulp op de achtergrond. Het struikelen. De telefoon die regelrecht de vlammen in stuiterde..
Nieuwsgierig opent Sofie de telefoon. Geen code, geen gezichtsherkenning. Alleen de standaardapps. En één onbekend nummer dat al in de contactenlijst staat, onder de naam Janou Trils. Het zegt Sofie helemaal niets.
Snel probeert Sofie uit of ze met deze telefoon op de wifi van het ziekenhuis kan inloggen, maar al snel merkt ze dat dit niet hoeft. Ze kan gewoon via 5G op internet. Of het een bundel of een abonnement is, weet Sofie natuurlijk niet. Maar dit opent mogelijkheden. Snel zoekt ze via Google naar de naam Janou Trils, maar dit levert geen duidelijke resultaten op.
Sofie besluit om de andere pakjes maar open te maken. Hopelijk brengen die iets meer antwoorden dan vragen..
Al snel weet Sofie héél zeker dat deze persoon perfect op de hoogte is van haar verhaal. Dat die precies weet wie ze is. Een pluche knuffel van Iejoor, die wellicht beter bij haar karakter past dan haar lieve Tijgetje. Een houten speelgoedtrein - of beter: locomotief - waarvan ze het nut niet zo snapt. En een speen. Niet felroze, zoals haar vorige, maar zachtgeel. Duidelijk voor een volwassene, met een koordje waarop een aantal schattige bijen en de tekst "BEE HAPPY" prijken.
Sofie zucht. Ze kent deze film al, hoewel alles in dit geval een stuk positiever voelt. Veiliger. Toch kan ze de vragen niet uit haar hoofd zetten. Wie is deze Janou nou precies? Wat wil die van haar?
Na een paar minuten twijfelen besluit Sofie om op te staan. Ze kijkt via het raampje in haar deur naar de gang, waar ze constateert dat de verpleging voorlopig wel iets anders te doen heeft dan haar lastig te vallen. Snel stapt ze haar badkamertje in en kijkt naar de telefoon in haar trillende handen.
"Je kunt altijd weer ophangen", stelt ze zichzelf fluisterend gerust.
Sofie klikt op het groene icoontje naast de naam van Janou en houdt de telefoon aan haar oor. Hij gaat over. Steeds weer. Het duurt een hele tijd voordat Sofie iets anders hoort. Haar oproep wordt aangenomen.
"Hallo? Sofie, ben jij het?"
Wordt vervolgd..