Verhaal Klaar Sofie

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 0 0,0%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 0 0,0%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 1 2,6%
  • 7

    Stemmen: 1 2,6%
  • 8

    Stemmen: 4 10,3%
  • 9

    Stemmen: 10 25,6%
  • 10

    Stemmen: 23 59,0%

  • Totaal stemmers
    39

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Hierbij vast een klein voorproefje om de tijd tot Sooftober te vullen. Hopelijk smaakt het naar meer! :)

Short 1

Sofie zal nooit kunnen wennen aan die typische ziekenhuislucht. Hoewel ze inmiddels een aantal weken op deze afdeling woont, blijft het voor haar iets vreemds. Een constante herinnering dat ze ‘ergens anders’ is. Niet thuis. Waar dat ook mag zijn.

Vreemd genoeg begint Sofie zich ook steeds meer te ergeren aan de stilte. Het is hier gewoonweg te rustig. Blijkbaar is ze na twee jaar in Maastricht toch te goed gewend aan de constante prikkels in haar buurt. In het studentenhuis was tenslotte altijd wel iets te beleven. Leuk, of minder leuk..

Maar hier? Niet bepaald.

Sofie nestelt zich weer op haar bed. Ze is gisteravond begonnen aan een detective die een stuk spannender bleek dan vooraf gedacht. Als ze hier iets heeft, dan is het wel tijd. Waarom wachten?

Nog voordat Sofie de juiste pagina heeft gevonden, wordt de deur van haar kamer opengemaakt en stapt een verpleegster naar binnen. Sinds Sofie hier is, heeft ze veel moeite om mensen te vertrouwen. Iets dat wellicht niet zo gek is, gezien alles dat ze heeft meegemaakt. Maar deze vrouw? Dat is de uitzondering die de regel bevestigt.

Marloes is al wat ouder. Halverwege de vijftig, maar met een duidelijke ‘oma-vibe’. Meer dan eens heeft ze Sofie doen denken aan haar eigen grootmoeder. Waarschijnlijk heeft dat geholpen om haar vertrouwen te winnen. Toch is het vooral omdat Marloes niet zo van de regeltjes is. Ze begrijpt dat Sofie anders is dan de meeste patiënten hier en daar handelt ze ook naar.

“Ik heb post voor je”, glimlacht Marloes. “Een beetje contact met de buitenwereld zal je goed doen.”

Ze heeft een pakketje vast, maar Sofie is niet zo geïnteresseerd.

“Kun je me niet gewoon vertellen wat erin zit? Dat scheelt weer tijd”, reageert ze nonchalant.

Marloes zet het pakketje demonstratief op het bed, vlakbij Sofie. Het is ongeopend.

“Geloof me, ik heb iedereen wel duidelijk gemaakt dat we jouw post niet hoeven te controleren.”

“Waarom?”

“Je hebt me verteld wat je hebt meegemaakt. Ik denk dat een beetje privacy goed is voor je herstel. Dat heb je te lang moeten missen.”

Sofie glimlacht eindelijk terug.

“Misschien wel”, erkent ze, terwijl ze het boek op haar nachtkastje legt.

“Als er iets is, dan weet je waar ik ben”, stelt Marloes haar gerust.

Sofie knikt beleefd. Dat weet ze zeker. Marloes zit eigenlijk altijd achter de balie, waar ze stiekem nog eens een slokje jenever weg kan werken. Geen wonder dat ze de waarde van privacy begrijpt.

Zodra Marloes weg is, neemt Sofie het pakketje op schoot en bekijkt de adressering eens goed. Ze kan nergens een afzender vinden. Iets waar ze behoorlijk de kriebels van krijgt. De laatste paar pakketjes die ze op deze manier heeft gekregen waren allemaal slecht nieuws.

Met verse tegenzin opent Sofie het pakketje. Er blijken allemaal kleine pakjes in te zitten. Netjes in het cadeaupapier verpakt. Sofie snapt er niets van. Haar verjaardag staat tenslotte niet bepaald om de hoek.

Bovenop ligt een kaartje met een beterschapswens. Na even getwijfeld te hebben besluit Sofie om het te openen en de handgeschreven boodschap te lezen.

“Je bent niet alleen. …”

Een koude rilling loopt over Sofie haar rug.

“Zodra je jezelf goed genoeg voelt, wil ik graag met je in gesprek. Ik ken het hele verhaal. Je bent niet zijn enige slachtoffer. Hopelijk wil je me helpen om ervoor te zorgen dat je wel zijn laatste bent. Neem je contact op als je daar klaar voor bent? Beterschap.”

Sofie leunt achterover, tegen haar kussens. Ze snapt er niets van.

‘Zijn’ slachtoffer?

Een paar slokjes water brengen ook geen helderheid. Sofie ziet geen andere keuze. Ze zal de pakjes open moeten maken. Voorzichtig haalt ze de bovenste uit het doosje en scheurt ze het cadeaupapier open. Tot Sofie haar grote verrassing ontdekt ze een telefoon, gloednieuw, in een beschermend hoesje. De oplader zit erbij.

In een flits ziet ze die noodlottige avond weer voor zich. Hoe ze met haar oude telefoon aan haar oor de kelder instapte. Vroeg om de brandweer. Het geschreeuw om hulp op de achtergrond. Het struikelen. De telefoon die regelrecht de vlammen in stuiterde..

Nieuwsgierig opent Sofie de telefoon. Geen code, geen gezichtsherkenning. Alleen de standaardapps. En één onbekend nummer dat al in de contactenlijst staat, onder de naam Janou Trils. Het zegt Sofie helemaal niets.

Snel probeert Sofie uit of ze met deze telefoon op de wifi van het ziekenhuis kan inloggen, maar al snel merkt ze dat dit niet hoeft. Ze kan gewoon via 5G op internet. Of het een bundel of een abonnement is, weet Sofie natuurlijk niet. Maar dit opent mogelijkheden. Snel zoekt ze via Google naar de naam Janou Trils, maar dit levert geen duidelijke resultaten op.

Sofie besluit om de andere pakjes maar open te maken. Hopelijk brengen die iets meer antwoorden dan vragen..

Al snel weet Sofie héél zeker dat deze persoon perfect op de hoogte is van haar verhaal. Dat die precies weet wie ze is. Een pluche knuffel van Iejoor, die wellicht beter bij haar karakter past dan haar lieve Tijgetje. Een houten speelgoedtrein - of beter: locomotief - waarvan ze het nut niet zo snapt. En een speen. Niet felroze, zoals haar vorige, maar zachtgeel. Duidelijk voor een volwassene, met een koordje waarop een aantal schattige bijen en de tekst "BEE HAPPY" prijken.

Sofie zucht. Ze kent deze film al, hoewel alles in dit geval een stuk positiever voelt. Veiliger. Toch kan ze de vragen niet uit haar hoofd zetten. Wie is deze Janou nou precies? Wat wil die van haar?

Na een paar minuten twijfelen besluit Sofie om op te staan. Ze kijkt via het raampje in haar deur naar de gang, waar ze constateert dat de verpleging voorlopig wel iets anders te doen heeft dan haar lastig te vallen. Snel stapt ze haar badkamertje in en kijkt naar de telefoon in haar trillende handen.

"Je kunt altijd weer ophangen", stelt ze zichzelf fluisterend gerust.

Sofie klikt op het groene icoontje naast de naam van Janou en houdt de telefoon aan haar oor. Hij gaat over. Steeds weer. Het duurt een hele tijd voordat Sofie iets anders hoort. Haar oproep wordt aangenomen.

"Hallo? Sofie, ben jij het?"

Wordt vervolgd..
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Sooftober komt dichterbij.. voor de liefhebbers hierbij short 2 van de 3..

Short 2

Sofie is onderweg naar de tuin van het ziekenhuis voor een nieuwe bezoeker. Ze staat samen met Marloes in de lift en gebruikt de spiegelwand om te zien of haar haren een beetje fatsoenlijk zitten. De uitgroei wordt steeds beter zichtbaar, naarmate de tijd verstrijkt. Er is de mogelijkheid om hier naar een kapper te gaan, maar Sofie heeft de energie nog niet kunnen vinden.

“Ben je nerveus?”, glimlacht Marloes.

“Elke minuut van elke dag”, zucht Sofie.

Geen woord gelogen.

“Wil je dat ik erbij blijf? Dan regel ik wel iets.”

“Dankjewel, maar ik kan het wel.”

Sofie waardeert Marloes enorm. Er is geen vrouw die zoveel regeltjes zou buigen om haar te ondersteunen als Marloes. Maar dit is een gesprek dat ze alleen wil aangaan.

“Dat weet ik, meisje. Ik ga dan gewoon weer met de lift naar boven. Als je terug wil komen, of als er iets anders is..”

“..dan laat ik de receptie naar boven bellen”, knikt Sofie.

“Hartstikke goed!”

Zodra de lift de begane grond heeft bereikt, bedankt Sofie Marloes en vertrekt ze naar de tuin. Het is bijna twee maanden geleden dat ze hier met Puck en Spoor heeft gezeten. Er is sindsdien geen dag geweest waarop Sofie er niet aan heeft teruggedacht. Het volledige palet aan menselijke emoties is bij die mijmeringen opgeborreld.

Het gesprek met Janou zou eigenlijk eerder al zijn geweest, maar Sofie heeft het tot twee keer toe afgezegd. De herinneringen aan Puck hebben haar herstel niet bespoedigd. Alles wat er in die bungalow is gebeurd, blijft haar achtervolgen. Tot in haar dromen aan toe. Al kunnen ze beter nachtmerries worden genoemd.

Gelukkig is het buiten lekker zonnig. Sofie heeft gemerkt dat licht haar goed doet. Zonlicht, welteverstaan. Die felle lampen in het ziekenhuis hebben dat effect juist niet. Ze zoekt het meest afgelegen vrije tafeltje uit en gaat zitten. Het is nog aan de vroege kant, maar dat vindt Sofie juist prettig. Nu kan ze even wennen en een paar slokjes water drinken tot ze op haar gemak is.

Even later – en precies op tijd – verschijnt er een jonge vrouw in de tuin, die de omgeving nauwkeurig afspeurt. Sofie schat dat ze een jaar of vijfentwintig zal zijn. Om de één of andere reden is dat jonger dan ze zich vooraf had ingebeeld.

“Sofie?”, vraagt ze voorzichtig, terwijl ze dichterbij komt.

Sofie knikt.

“Ik ben Janou. Aangenaam.”

Een beleefde glimlach is alles dat Sofie op dit moment kan opbrengen. Als Janou gaat zitten, neemt Sofie nog een flinke slok water.

“Dankjewel dat ik op bezoek mag komen.”

Janou ziet er enigszins nerveus uit. Iets aan haar verschijning vertelt Sofie dat er meer aan de hand is dan er in eerste instantie zou lijken. Ze besluit om goed op haar hoede te blijven.

“Wat kan ik voor je doen?”

“Dat hangt er een beetje vanaf.. van hoe goed je jezelf nu voelt”, begint Janou voorzichtig.

“Ik ben niet zo goed met mysterieuze zaken. Daar heb ik er zelf al te veel van meegemaakt. Dus ik zou het heel fijn vinden als je me gewoon het hele verhaal vertelt. Als ik iets niet aankan, dan zeg ik het wel.”

Janou knikt begripvol.

“Oké..”, zucht ze.

Sofie lijkt zowaar enige emotie in de blik van Janou te bespeuren. Alsof ze moeite heeft met wat ze nu zelf gaat vertellen.

“Ik doe al enige tijd onderzoek naar iemand.. die een talent lijkt te hebben voor het laten verdwijnen van andere mensen. Op dit moment kan ik twee vermissingen aan die persoon linken en eerlijk gezegd dacht ik dat jij de derde was.”

“Dat is niet zo, zoals je kunt zien.”

“Gelukkig niet”, beaamt Janou. “Echter zou je wel heel goed in het plaatje hebben gepast.”

“Waarom doe je dit onderzoek?”, vraagt Sofie, scherp op enige non-verbale hints.

Janou haalt twee grote mappen uit haar tas. Het zijn behoorlijk gevulde dossiers. Sofie kan al snel zien dat ze vol zitten met papieren, krantenknipsels en foto’s. Al snel liggen er twee foto’s voor Sofie op tafel, waarbij ze zelf maar concludeert dat het om de vermiste mensen moet gaan.

“Dit..”, vervolgt Janou, “..is mijn zusje Anouk. Althans, vijf jaar geleden. Ze was achttien toen ze verdween, drie straten van jouw studentenhuis.”

“Luister, als dit over Puck gaat.. ik wil er niets mee te maken hebben, oké?”, moppert Sofie.

De foto’s raken haar.

“Wie is Puck?”, vraagt Janou.

Sofie merkt al snel dat ze oprecht is in haar vraag, maar besluit toch om niet te antwoorden.

“Hoe dan ook..”, vervolgt Janou. “Dit is Bindi. Zij verdween drie maanden geleden. Toen was jij al hier.”

Met moeite kan Sofie zich concentreren op de foto van het meisje dat blijkbaar Bindi heet. Ze zal van dezelfde leeftijd als Sofie zijn. Lang, licht krullend haar. Goudblond. Vrolijke glimlach, maar een zekere.. droevigheid in haar ogen..

“Vreselijk allemaal, maar wat wil je nu eigenlijk van mij?”

“Informatie..”, verzucht Janou.

“Denk je dat ik hier iets mee te maken heb?!”

“Nee.. het is.. nou, lees dit anders..”

Janou haalt een document uit de map van Bindi en schuift het naar Sofie. Het lijkt een cijferlijst te zijn van een hogeschool. Enkele gegevens zijn overdadig gemarkeerd met een roze stift.

“Snap je nu waarom ik je hulp nodig heb?”

Sofie staat naar het papier.. één van de zaken die gemarkeerd is, is de naam van een docent.

“Ben Spoor..”, fluistert Sofie geschrokken.

Meteen schuift Sofie haar stoel naar achter en met een ruk staat ze op. Janou volgt haar voorbeeld en probeert haar te kalmeren.

“Ik zei toch dat ik hier niks mee te maken wil hebben?”

“Alsjeblieft, Sofie.. je bent mijn enige hoop. Ik moet ze vinden! Er is niemand anders die zo dicht bij hem staat en.. bereid is naar me te luisteren..”

Sofie zucht geërgerd.

“Ga gewoon naar de politie!”

“Is het jouw ervaring dat die problemen daadwerkelijk kunnen oplossen?”

Sofie haalt haar schouders op. Daar heeft Janou helaas een punt.

“Luister, Spoor is raar.. maar hij is geen slecht mens. Het zal allemaal gewoon toeval zijn.”

“Ik geloof niet in toeval”, reageert Janou resoluut. “En bovendien..”

Sofie besluit om toch weer te gaan zitten, terwijl ze op het einde van die zin wacht.

“Bovendien wat?”

“Mijn zusje.. Anouk.. had ook incontinentieproblemen. Van Bindi weet ik het allemaal niet zeker, maar een studiegenoot zei dat er een gerucht ging dat iemand Bindi luiers had zien kopen. En dan heb ik het niet over een een kleine maat, als je snapt wat ik bedoel..”, fluistert Janou.

Sofie kijkt beschaamd weg en trekt instinctief haar vestje extra ver over de rand van haar broek.

“Oké, maar wat wil je dan van mij? In het ene geval is de vermissing al van jaren voordat ik naar Maastricht kwam.. en in het andere geval was ik al hier.. Ik weet er niets van..”

“Nog niet..”, verbetert Janou.

“Wacht.. je bedoelt dat..”

Sofie slikt.

“Spoor vertrouwt je. Hij zal toenadering van jouw kant niet weigeren. Jij bent de enige die informatie uit hem zal kunnen krijgen zonder wantrouwen te wekken. Juist omdat hij niet zal verwachten dat jij hier iets van weet. Hij zal het nooit aan zien komen.”

Een koude rilling glijdt over de rug van Sofie.

“Ik wil die mensen niet meer terug in mijn leven..”, begint Sofie.

“Het is maar tijdelijk”, reageert Janou. “Alsjeblieft, Sofie.. noem maar een prijs..”

Allerlei vragen razen tegelijkertijd door Sofie haar gedachten. Uiteindelijk kiest ze de meest prangende.

“Wie ben jij echt..?”

ncQaVdlcE9j0Hbji.png
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Een laatste voorproefje..? :)

Short 3

“Je bent hier natuurlijk vrijwillig, maar dat wil niet zeggen dat ik je niet tegen kan houden als ik denk dat het echt noodzakelijk is. Kun je me uitleggen waarom je wilt vertrekken?”

Sofie wrijft nerveus over haar bovenbenen. In al die maanden dat ze nu op deze afdeling verblijft, heeft ze nooit kunnen wennen aan het kantoor van dokter Depeky. Al helemaal niet aan de man zelf, die in alles het tegenovergestelde is van Marloes. Ergens is het geen goed teken dat de verpleging Sofie meer geholpen heeft dan de psychiater die aan haar is toegewezen.

“Ik voel me inmiddels stukken beter en dat is ook al een tijdje stabiel. Bovendien begint het nieuwe studiejaar al snel en ik moet nog een hoop regelen.”

Depeky trekt bedenkelijk een wenkbrauw op en Sofie beseft nog maar eens hoeveel enger hij daardoor wordt. Ze heeft zich nooit echt op haar gemak gevoeld bij hem. Zelfs de leren stoelen in zijn kantoor lijken extra plakkerig te zijn, zodat je nog minder kans hebt om snel uit zijn buurt te zijn.

“Het is natuurlijk goed dat jij jezelf beter voelt. Dat is tenslotte het doel van je verblijf hier. Ik weet alleen niet of je er ook weer klaar voor bent om al die prikkels op je af te zien komen in een omgeving die minder veilig is dan deze. Bovendien.. ik kan me niet voorstellen dat je weer teruggaat naar Maastricht of Eindhoven? Na alles?”

Sofie schudt haar hoofd.

“Nee, daar ga ik zeker niet meer heen. Ik besef heel goed dat er teveel nare herinneringen zijn en dat zal mijn studie ook niet ten goede komen. Er is een hogeschool in Rotterdam waar ik toegelaten ben.”

“Nu nog? Moet je dat niet al in mei hebben geregeld?”, vraagt Depeky verbaasd.

“Eigenlijk wel, maar een docent heeft het voor me kunnen regelen. Dezelfde die me heeft geholpen om hier mijn tweede jaar alsnog af te sluiten.”

“Spoor, bedoel je?”

Sofie knikt. Het is wellicht iets te enthousiast, maar ze is dan ook nooit een goede actrice geweest. Sinds haar gesprek met Janou is Sofie niet meer zo ontspannen bij de naam van Spoor. Hoewel ze nog altijd haar twijfels heeft over alles dat ze heeft gehoord, weet Sofie maar al te goed dat ze Spoor niet door en door kent. Bij die man kan alles..

“Ik weet niet of dat nou wel zo verstandig is. Je ex-vriendin woont toch bij hem?”

“Dat klopt”, bevestigt Sofie. “Ik ben er niet bang voor om haar toevallig eens tegen te komen. Soms moet je ook dingen durven loslaten om aan iets nieuws te kunnen beginnen.”

“Mooi gezegd. Ik geloof er alleen niets van”, grinnikt Depeky.

“Dat is aan u”, reageert Sofie nonchalant.

“Rotterdam..”, herhaalt Depeky overdreven langzaam. “Dat is wel een heel eind uit de buurt. Waar ga je dan wonen?”

Sofie vindt het vreselijk als mensen tegen haar praten alsof ze een klein kind is. Depeky weet dat en toch doet hij het. Het zal opzettelijk zijn. Een test. Nog een reden waarom ze de man niet mag. Hij weet al veel te veel van haar en kan precies op de gevoelige knoppen drukken. De laatste persoon die dat bij Sofie heeft gedaan bewijst wel dat zulke personen nooit de beste bedoelingen met je hebben.

“Spoor heeft me een appartement aangeboden. Het ligt dicht bij Rotterdam Centraal, dus ik heb dan snelle toegang tot het openbaar vervoer. Er liggen genoeg winkels dichtbij. Het Erasmus is praktisch om de hoek. Een lange hoek, maar toch.. als er iets is, dan kan ik makkelijk hulp vinden.”

“Heeft die man overal appartementen? Als ik zo rijk zou zijn, dan zou ik niet meer voor de klas staan.”

Sofie haalt haar schouders op.

“Hij heeft wel eens iets gedeeld over een schadevergoeding en een erfenis. Dat heeft hij belegd in vastgoed en.. iets met diversificatie van zijn portfolio.. ik weet niet meer precies hoe hij het heeft uitgelegd”, vertelt Sofie.

Het is niet eens gelogen. Eén van de keren dat Spoor haar en Renée een lift naar Weert heeft gegeven, heeft hij dat hele verhaal eens afgerateld. Sofie zat op de achterbank en is op een zeker moment gestopt met luisteren. Het leek onbelangrijk, al zou ze na het gesprek met Janou willen dat ze zich meer details kon herinneren.

“Al blijft het een enigma..”, zucht ze.

“Het klinkt vooral als een rare man”, werpt Depeky haar tegen.

Sofie merkt dat ze de neiging heeft om Spoor te verdedigen. Toch besluit ze om dat niet te doen. Haar twijfels over zijn persoon zijn daar niet eens de reden van. Depeky is haar aan het testen en Sofie is niet van plan om emotioneel te worden. Dat zou hem alleen maar een excuus geven om haar niet te laten gaan. Iets dat ze hoe dan ook wel van plan is.

“Normaal bestaat niet. Dat heb ik hier wel geleerd.”

“Touché.”

Even is het stil. Depeky bladert door Sofie haar dossier, dat opengeklapt op zijn schoot ligt. Het lijkt wel of hij dit gesprek probeert te rekken. Of hij zo lang mogelijk van de macht die hij nu heeft wil genieten.

“En je incontinentie?”

Depeky flapt het eruit alsof het niets is, zelfs zonder op te kijken. Een laatste valkuil. Gelukkig heeft Sofie zich goed voorbereid op dit gesprek en ook deze vraag had ze al zien aankomen.

“Zo zou ik het niet willen noemen, maar goed. Wat is daarmee?”, reageert ze kalm.

Depeky kijkt dan toch op. Hij kiest zijn moment bewust.

“Hoe zou je het dan wel willen noemen?”

“Gewoon. Bedplassen. Het gebeurt alleen als ik slaap, dus het is niet alsof ik niet zindelijk ben.”

“Dat zeg ik ook niet, sorry..”

“Ik kan daar ’s nachts gewoon een luier dragen, zoals ik hier ook doe. Het zal vanzelf een keer ophouden en tot die tijd kan het me eerlijk gezegd niet schelen of iemand het weet of niet. Dat geldt ook voor Spoor.”

“Duidelijk.”

Sofie heeft nooit geweten dat ze zo goed kan bluffen. Natuurlijk is Spoor inmiddels wel op de hoogte van allerlei persoonlijke details, inclusief het bedplassen. Natuurlijk maakt het Sofie ergens nog wel uit of iemand weet dat ze ’s nachts luiers nodig heeft. Maar vooral.. Depeky heeft er geen flauw idee van dat ze er nu ook een draagt. Sterker nog: ze is niet eens droog. Een bewuste keuze. Maar Depeky merkt niets. Alleen Marloes – die haar de extra broekjes stiekem toespeelt – weet ervan.

Ze heeft zo veel voor deze man kunnen verbergen..

“Oké, Sofie, als je echt wilt gaan.. dan teken ik de papieren. Op twee voorwaarden.”

Het zou ook eens niet, denkt Sofie stilletjes. Er is altijd iets.

“Allereerst teken ik ze per overmorgen. Het is vrijdag, dus de komende twee dagen zul je weinig moeten en kunnen doen. Ik wil graag dat je die twee dagen hebt, zodat je jezelf nog kunt bedenken. Anders sta je dadelijk nog op straat.”

Sofie wil benoemen dat Spoor de huur van haar kamer in Maastricht gewoon heeft doorbetaald, maar dat lijkt een slecht idee. Ze knikt stilletjes.

“Daarnaast wil ik vaste contactmomenten met je. Rotterdam is ver weg, dus dan worden het digitale sessies. Een half uurtje per week in het begin. Als ik er gerust in ben dat alles echt goed gaat, dan kunnen we de frequentie afbouwen.”

“Ik heb niet echt behoefte aan een digitale reclasseringsambtenaar..”, geeft Sofie eerlijk toe.

“Zo moet je het niet zien, Sofie. Het is een vangnet. Je zet een grote stap – en dat is goed – maar je zult zelf ook begrijpen dat het zomaar zou kunnen dat deze TE groot is. Zoals ik zeg, we kunnen het afbouwen. Op zijn tijd. Of als je daar een andere therapeut hebt gevonden. Tot die tijd zijn dit mijn twee voorwaarden. Het is aan jou.”

“Prima”, zucht Sofie. “Bedankt, dokter Depeky.”

Snel staat ze op en schudt zijn hand. De buit is binnen; de rest doet er niet toe.

“Zeg maar Eric.”

Sofie knikt en glimlacht beleefd, terwijl ze de koude rillingen negeert.

Als Sofie even later terug op haar kamer is, haalt ze meteen de telefoon van Janou onder haar matras vandaan. Nog zoiets waar Depeky niets van weet, maar waar Marloes een perfecte bondgenoot in is geweest. Niet dat het nog veel zal uitmaken nu het ontslag van Sofie geregeld is.

Sofie stapt naar de badkamer en start een oproep. De eerste helft van haar plan is inmiddels geslaagd, maar nu komt het deel waar ze het meest tegen opziet.

“Spoor..”, klinkt het nonchalant en geïrriteerd tegelijkertijd aan de andere kant van de lijn.

Precies zoals Sofie gewend is.

“Met Sofie”, reageert ze zachtjes.

“Sofie? Ik had niet gedacht dat ik nog iets van je zou horen na het gesprek..”, reageert Spoor verbaasd.

“Ik heb er nog eens goed over nagedacht en ik wil toch graag naar Rotterdam.”

“Rotterdam? Oh..”

“Ja, ik wil geen misbruik maken van wat er allemaal gebeurd is, maar ik zou het fijn vinden als u me toch zou willen helpen met de overstap.”

“Natuurlijk. Het komt alleen wat onverwacht..”, reageert Spoor.

“Voor mij eigenlijk ook. Daarom ben ik blij dat u dat appartement beschikbaar heeft, want ik ga op zo’n korte termijn zeker geen kamer meer kunnen vinden.”

“Ja, daarover..”, begint Spoor.

Sofie voelt de narigheid meteen aankomen. Wat Spoor nu ook gaat zeggen, het is niet iets waar Sofie blij mee gaat zijn.
“.. ik heb zo lang niets meer van je gehoord dat ik er op een zeker moment van ben uitgegaan dat dit telefoontje ook niet meer zou komen. Ik heb dus wat andere plannen gemaakt..”

Sofie rolt met haar ogen, maar weet beleefd te blijven. Eyes on the prize..

“En wat zijn die plannen dan?”

“Ik woon voorlopig zelf in het appartement, omdat ik mijn colleges voornamelijk in Rotterdam heb laten inroosteren. Er is een slaapkamer vrij, als je daarmee kunt leven. Of, ja, met mij dan.”

Sofie denkt even na. Wat dichter op het vuurtje van Spoor zitten zou niet persé kwaad kunnen.. maar toch.. het verhaal lijkt incompleet..

“Er is iets dat u me niet vertelt..”

“Ja..”, geeft Spoor toe.

Het blijft even stil.

“Puck woont hier ook..”

ncQaVdlcE9j0Hbji.png
 
Thread starter Similar threads Forum Replies Date
dirkje87 Escorte Sofie Gent Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 36
Similar threads

Bovenaan