zhboy
Toplid
Excuses voor de titel, ik wist niks beters.
Deel 1
Met een raar soort rouwgevoel keek Tobias zijn kamer rond. Dit was het dan, 24 jaar aan herinneringen werd hier afgesloten. Hier had hij geslapen, gespeeld, gelachen en gehuild sinds zijn geboorte. Hier had hij zijn huiswerk gemaakt en had hij zich veilig gevoeld. Hier had hij voor het eerst gezoend én had luiers herontdekt. Maar aan dat alles kwam nu een eind. Was het wel een verstandig besluit van hem geweest om te besluiten om op eigen benen te gaan staan? Was hij daar klaar voor? Oké, zijn zus had dat een paar jaar eerder gedaan en dat was naar haar volle tevredenheid. Maar Tobias was zijn zus niet. Kon hij wel voor zichzelf zorgen en zou hij zijn familie niet ontzettend missen? De rust die zijn vader uitstraalde, de humor van zijn broertje en vooral de verzorging door zijn moeder, die hem beter kende dan wie ook?
‘Hé dromer, ben je er klaar voor?’ klonk het achter zijn rug. Tobias werd uit zijn gedachten gewekt. In de deuropening stond zijn moeder naar hem te kijken. ‘Moeilijk hè, afscheid nemen? Het is ook niet niks, alles achterlaten wat je kent.’ Tobias knikte. Eigenlijk wilde hij ja zeggen, maar zijn dikke keel maakte dat er geen geluid uit kwam. ‘Wees maar niet bang. We laten je kamer voorlopig zo, dus je kunt altijd een avondje terugkomen. En als het daar niet bevalt, zeg je de huur gewoon op en kom je hier weer terug.’ De woorden van zijn moeder deden Tobias goed. Nu durfde hij met een gerust hart zijn slaapkamer uit te lopen, zijn jeugd definitief afsluitend en klaar voor de toekomst.
Het duurde niet lang of de auto die hem naar zijn nieuwe woning bracht had zijn bestemming bereikt. Het was maar goed dat zijn vader reed, Tobias was er nog niet helemaal bij met zijn gedachten. In een paar stappen liepen Tobias, zijn vader, moeder en broertje en zus van de auto naar de voordeur van de woning. De jongeman vond het een vreemd idee dat de deur die hij nu opende de komende jaren zijn voordeur zou zijn en niet de deur aan de andere kant van het dorp die hij zijn hele leven voordeur had genoemd. Hij liet iedereen voorgaan de trap op naar zijn appartement en volgde toen als laatste.
Eenmaal binnen zette Leon, het broertje van Tobias, de laatste doos die ze hadden meegenomen zuchtend op de grond. Tobias bedankte hem hartelijk en gemeend. Zijn broertje had afgelopen dagen zeker 70 procent van het tilwerk op zich genomen en daar was Tobias best trots op. Alhoewel Leon een halve kop groter was dan hij, zag Tobias hem toch nog steeds als zijn kleine broertje. Tobias dacht aan al de dingen die ze samen als kind hadden beleefd en de geintjes die ze als tieners hadden uitgehaald, vooral met hun altijd geduldige ouders.
‘Zeg Tobias, in welke doos zitten de glazen?’ hoorde hij zijn moeder vragen. De twintiger wou antwoorden, maar toen besefte hij dat zijn moeder hem in de maling nam. Gisteren hadden hij en zijn moeder bijna een hele avond besteed aan het inruimen van de kasten en daarbij de glazen steeds een andere plek gegeven. Zijn moeder wist dus dondersgoed dat ze niet in een doos zaten. Hij zag dat zijn moeder inmiddels vijf glazen had gepakt en ze op het aanrecht zette. Hierop toverde zijn vader een fles champagne uit de koelkast tevoorschijn en opende die met een licht ploffend geluid. Enkele momenten later had iedereen een fris glas bubbelende wijn in zijn handen. ‘Proost op je nieuwe stulpje, broertje van me.’ nam Tobias' zus Mia het woord. ‘Ik hoop dat je er maar veel mooie jaren in door mag brengen.’ De rest van de familie knikte instemmend en na nog een keer proost te hebben geroepen, werden de glazen in vijf kelen geleegd.
Het was iets na zessen toen het zoemertje van de magnetron klonk. Enthousiast nam Tobias het dampende plastic bakje met eten uit het apparaat. Het was misschien niet echt een feestmaal om je eerste avond in je nieuwe woning mee te vieren, maar hij was absoluut te moe om ook maar een paar minuten te gaan staan koken. Nu kon hij al snel en zonder nog moeier te worden de eerste happen nemen van zijn maaltijd. Terwijl hij dat deed keek hij om zich heen. Ondanks dat alles op zijn plaats stond en hing, had hij het gevoel dat er toch nog iets ontbrak. En dat was niet pas sinds iedereen een half uurtje geleden was vertrokken, maar al duidelijk langer. Eigenlijk was het al dagen zo, en hoe meer meubels en spullen er in zijn woning kwamen, hoe sterker het gevoel werd dat hij iets miste. Maar hij kon er maar niet achter komen wat.
Die avond stapte Tobias al vroeg zijn bed in. Hij was uitgeput en hij hield er rekening mee dat hij nog moest wennen aan zijn nieuwe bed en daardoor meer tijd nodig zou hebben om in slaap te vallen. Maar niks was minder waar. Bijna direct nadat zijn hoofd zijn kussen had geraakt, sloten zijn ogen en viel Tobias in een diepe slaap.
Tobias en de volwassen luiers
Deel 1
Met een raar soort rouwgevoel keek Tobias zijn kamer rond. Dit was het dan, 24 jaar aan herinneringen werd hier afgesloten. Hier had hij geslapen, gespeeld, gelachen en gehuild sinds zijn geboorte. Hier had hij zijn huiswerk gemaakt en had hij zich veilig gevoeld. Hier had hij voor het eerst gezoend én had luiers herontdekt. Maar aan dat alles kwam nu een eind. Was het wel een verstandig besluit van hem geweest om te besluiten om op eigen benen te gaan staan? Was hij daar klaar voor? Oké, zijn zus had dat een paar jaar eerder gedaan en dat was naar haar volle tevredenheid. Maar Tobias was zijn zus niet. Kon hij wel voor zichzelf zorgen en zou hij zijn familie niet ontzettend missen? De rust die zijn vader uitstraalde, de humor van zijn broertje en vooral de verzorging door zijn moeder, die hem beter kende dan wie ook?
‘Hé dromer, ben je er klaar voor?’ klonk het achter zijn rug. Tobias werd uit zijn gedachten gewekt. In de deuropening stond zijn moeder naar hem te kijken. ‘Moeilijk hè, afscheid nemen? Het is ook niet niks, alles achterlaten wat je kent.’ Tobias knikte. Eigenlijk wilde hij ja zeggen, maar zijn dikke keel maakte dat er geen geluid uit kwam. ‘Wees maar niet bang. We laten je kamer voorlopig zo, dus je kunt altijd een avondje terugkomen. En als het daar niet bevalt, zeg je de huur gewoon op en kom je hier weer terug.’ De woorden van zijn moeder deden Tobias goed. Nu durfde hij met een gerust hart zijn slaapkamer uit te lopen, zijn jeugd definitief afsluitend en klaar voor de toekomst.
Het duurde niet lang of de auto die hem naar zijn nieuwe woning bracht had zijn bestemming bereikt. Het was maar goed dat zijn vader reed, Tobias was er nog niet helemaal bij met zijn gedachten. In een paar stappen liepen Tobias, zijn vader, moeder en broertje en zus van de auto naar de voordeur van de woning. De jongeman vond het een vreemd idee dat de deur die hij nu opende de komende jaren zijn voordeur zou zijn en niet de deur aan de andere kant van het dorp die hij zijn hele leven voordeur had genoemd. Hij liet iedereen voorgaan de trap op naar zijn appartement en volgde toen als laatste.
Eenmaal binnen zette Leon, het broertje van Tobias, de laatste doos die ze hadden meegenomen zuchtend op de grond. Tobias bedankte hem hartelijk en gemeend. Zijn broertje had afgelopen dagen zeker 70 procent van het tilwerk op zich genomen en daar was Tobias best trots op. Alhoewel Leon een halve kop groter was dan hij, zag Tobias hem toch nog steeds als zijn kleine broertje. Tobias dacht aan al de dingen die ze samen als kind hadden beleefd en de geintjes die ze als tieners hadden uitgehaald, vooral met hun altijd geduldige ouders.
‘Zeg Tobias, in welke doos zitten de glazen?’ hoorde hij zijn moeder vragen. De twintiger wou antwoorden, maar toen besefte hij dat zijn moeder hem in de maling nam. Gisteren hadden hij en zijn moeder bijna een hele avond besteed aan het inruimen van de kasten en daarbij de glazen steeds een andere plek gegeven. Zijn moeder wist dus dondersgoed dat ze niet in een doos zaten. Hij zag dat zijn moeder inmiddels vijf glazen had gepakt en ze op het aanrecht zette. Hierop toverde zijn vader een fles champagne uit de koelkast tevoorschijn en opende die met een licht ploffend geluid. Enkele momenten later had iedereen een fris glas bubbelende wijn in zijn handen. ‘Proost op je nieuwe stulpje, broertje van me.’ nam Tobias' zus Mia het woord. ‘Ik hoop dat je er maar veel mooie jaren in door mag brengen.’ De rest van de familie knikte instemmend en na nog een keer proost te hebben geroepen, werden de glazen in vijf kelen geleegd.
Het was iets na zessen toen het zoemertje van de magnetron klonk. Enthousiast nam Tobias het dampende plastic bakje met eten uit het apparaat. Het was misschien niet echt een feestmaal om je eerste avond in je nieuwe woning mee te vieren, maar hij was absoluut te moe om ook maar een paar minuten te gaan staan koken. Nu kon hij al snel en zonder nog moeier te worden de eerste happen nemen van zijn maaltijd. Terwijl hij dat deed keek hij om zich heen. Ondanks dat alles op zijn plaats stond en hing, had hij het gevoel dat er toch nog iets ontbrak. En dat was niet pas sinds iedereen een half uurtje geleden was vertrokken, maar al duidelijk langer. Eigenlijk was het al dagen zo, en hoe meer meubels en spullen er in zijn woning kwamen, hoe sterker het gevoel werd dat hij iets miste. Maar hij kon er maar niet achter komen wat.
Die avond stapte Tobias al vroeg zijn bed in. Hij was uitgeput en hij hield er rekening mee dat hij nog moest wennen aan zijn nieuwe bed en daardoor meer tijd nodig zou hebben om in slaap te vallen. Maar niks was minder waar. Bijna direct nadat zijn hoofd zijn kussen had geraakt, sloten zijn ogen en viel Tobias in een diepe slaap.