Nog niet klaar Sofie

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 0 0,0%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 0 0,0%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 1 3,4%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 2 6,9%
  • 9

    Stemmen: 7 24,1%
  • 10

    Stemmen: 19 65,5%

  • Totaal stemmers
    29

Snakebite

Superlid
Hoofdstuk 23: Hartendame

Sofie rent zo snel als ze kan naar haar slaapkamer. De video van Puck heeft alle sirenes doen loeien. Ze trekt haar tas uit de kast en voelt aan het gewicht al dat haar vermoeden juist is. De handboeien die ze van Mia heeft geleend zijn dusdanig zwaar, dat Sofie het meteen merkt nu ze niet langer in haar tas zitten. De stalker heeft ze meegenomen toen die gisteren hier was.

Die handboeien zitten dus toch om de polsen van Puck. Sofie is woest, bang en verdrietig tegelijk. Het is wachten tot de paniek toeslaat, maar die tijd heeft ze niet meer. Sofie weet dat ze de klok er op gelijk kan zetten dat de stalker Puck iets aan zal doen als ze niet snel zal handelen. Ze moet weten waar Puck wordt vastgehouden en dat bovendien zo snel mogelijk.

“RENÉE!”, schreeuwt Sofie in de richting van de woonkamer, terwijl ze zichzelf om begint te kleden.

Al snel staat Renée in de deuropening.

“Wat is er?”

“Kleed je om. We gaan terug naar Maastricht. Schiet alsjeblieft op!”

“En de luier?”

“Dat doet er niet meer toe. Draag wat je wil.”

Sofie scheurt haar natte luier los en gooit hem op de grond. Een harde plof volgt. Gesterkt door haar kwaadheid vindt Sofie de moed om haar halsband los te maken. Het doet er nu inderdaad niet meer toe. Dit spel speelt zij niet meer mee.

Renée staart jaloers naar Sofie, terwijl ze aan haar eigen halsband voelt. Het heeft haar altijd al gestoord dat die van haar wel op slot moest en die van Sofie niet. Een zekere minachting wordt zichtbaar in haar blik richting Sofie.

Niet veel later zitten Sofie en Renée in de intercity richting Maastricht. Het station in Weert ligt gelukkig op loopafstand van het appartement, dus het was – met een beetje rennen – een kwestie van minuten om zo snel mogelijk in de trein te kunnen stappen. Tijd om in te pakken was er niet. Sofie heeft zelfs Tijgertje in Weert achtergelaten.

Inmiddels zitten ze ongemakkelijk tegenover elkaar te wachten tot de trein Maastricht binnen zal rijden. Sofie kan niet zeggen dat ze het Renée kwalijk neemt dat die zich niet aan de regels heeft gehouden, maar de kans is groot dat dit het zetje was dat de stalker nodig had om Puck te ontvoeren. Renée wist hoe gevaarlijk de situatie is. Sofie kan gewoon niet begrijpen dat ze dit risico heeft genomen. Dimi is het ultieme bewijs van wat er kan gebeuren..

Natuurlijk heeft Sofie Renée inmiddels bijgepraat over wat er is gebeurd met Puck. Ze heeft haar zelfs de video laten zien. De blik in Renée haar ogen was meer dan genoeg als schuldbekentenis. Renée heeft dit ook niet gewild. Op haar schouders lag ook een enorme druk. Sofie probeert nu vooral kalm te blijven. Schuld is voor later zorg.

De telefoon van Sofie piept, waardoor zowel zijzelf als Renée opschrikt.

“Het is Fleur. Ze wacht op ons bij de koffiezaak in het station. We kunnen met haar meerijden.”

“Bij de Douwe Egberts, bedoel je?”

“Nee, die is al een tijdje gesloten. Blijkbaar hebben we nu een Starbucks op het station.”

“In Maastricht?”

“Ik wist het ook niet.”

“Bijzondere timing.”

“Toeval bestaat niet.”

[Nootje van de schrijver: altijd leuk als de werkelijkheid je verhaaltje inhaalt..]

Wat moet je anders zeggen in een situatie als deze? Alle alarmen gloeien vuurrood, maar Sofie kan niets doen. In elk geval niet tot ze in Maastricht is. De kans is levensgroot dat de stalker iemand is die ze kent en Sofie is van plan om iedereen uit te horen tot ze zeker weet om wie het gaat. Ze moet en zal Puck vinden voor het te laat is.

Drie kwartier nadat de intercity in Weert is vertrokken rijdt deze het station van Maastricht binnen. Al snel hebben Sofie en Renée Fleur gevonden, die iedereen naar het studentenhuis brengt in de auto die ze van haar ouders heeft geleend. Het duurt dan ook niet lang voordat ze met z’n drieën aan de keukentafel van het studentenhuis zitten.

Sofie heeft geen andere keuze meer. Ze vertelt voor het eerst in een lange tijd de waarheid over de stalker en – belangrijker nog – het HELE verhaal. Renée protesteert nog even, maar laat het uiteindelijk gebeuren dat Sofie ook vertelt over zij heeft doorstaan. Het is tenslotte geen moment voor schaamte of halve waarheden meer. Fleur luistert geschokt naar het relaas.

“Dus ik moet echt precies weten wat Puck gisteren heeft gedaan”, besluit Sofie.

“Snap ik”, reageert Fleur. “Maar ik vrees dat ik je niet veel ga kunnen helpen.”

“Hoezo niet?”

“Puck had een feestje van de studentenvereniging. Daar is ze om acht uur al voor vertrokken, zodat ze kon helpen. Ook al heb ik het haar afgeraden. Een keer of tien.”

“Had ze nog veel last van de hersenschudding?”

“Niet echt. De pijnstillers hielpen goed, maar ik vond toch dat ze deze week rust moest houden. Daar was ze het niet mee eens. Ze vond dat ze het verdiend had om zelf even los te kunnen gaan, na alles dat er gebeurd is. En dat kan ik me ook wel weer voorstellen. Voor mij is dat nog te vroeg, maar Puck is altijd van de feestjes geweest.”

Sofie knikt en denkt diep na.

“Weet je waar dat feestje was?”

“Gewoon in de Kabouter. Hetzelfde café als altijd.”

“Ken je iemand anders die bij haar vereniging zit?”

“Niet echt. Jij wel dan?”

Sofie schudt haar hoofd. Ze heeft geen flauw idee. Het is niet iets waar ze ooit naar gevraagd heeft, omdat ze vond dat het een stukje van Puck haar leven is en zich daar niet in wilde mengen. Bovendien is Sofie zelf niet zo van het studentenleven. Dat leek altijd de beste oplossing, maar het niet-vragen is nu reden voor Sofie om zich af te vragen of ze eigenlijk wel zo’n goed vriendinnetje is geweest..

Fleur legt een troostende hand op die van Sofie.

“Het komt wel goed. Je kent Puck toch? Die redt zich wel. Wij moeten nu gewoon de politie bellen en ze alles vertellen dat we weten. Maar dan ook echt alles, oké? Waarschijnlijk hebben die de stalker héél snel te pakken en dan hebben we Puck ook zo weer terug.”

Sofie knikt stilletjes en Renée zucht diep. Dit is wel het laatste waar ze behoefte aan heeft.

“Ben je niet boos?”, vraagt Sofie dan.

“Boos? Waarom zou ik boos zijn?”, vraagt Fleur.

“Omdat dit bewijst dat Dimi al die tijd onschuldig is geweest en.. en..”, stamelt Sofie.

“Dimi heeft je dan misschien wel niet gestalkt, maar hij was verre van onschuldig.”

“Wat lul jij nou?!”, reageert Renée boos.

“Je weet dondersgoed wat ik bedoel”, reageert Fleur kortaf.

Sofie kan het gesprek niet helemaal meer volgen, maar dat is ook niet iets waar ze persé behoefte aan heeft. Als ze nu ruzie onder elkaar gaan maken, kunnen ze Puck al helemaal niet helpen. Maar aan het uitspreken van die woorden komt Sofie niet toe. Op dat moment vliegt de deur van de woonkamer open en stuift Mia naar binnen. Zo rap als ze kan, rent ze naar de keuken om daar vervolgens de brandblusser weg te grissen.

“Wat is er met jou aan de hand?”, vraagt Fleur verbijsterd.

“Brand bij Spoor!”, puft Mia.

Fleur, Sofie en Renée kijken elkaar geschrokken aan en staan daarna snel op om Mia naar buiten te volgen. Mia rent naar de voordeur van Spoor en drukt op de deurbel alsof haar leven ervan afhangt.

“Hij is niet thuis, Mia!”, roept Fleur.

“Oh.”

Mia zet een stap achteruit en trapt vervolgens zo hard als ze kan met haar schoen tegen de deur, op de hoogte van het slot. Een harde knal volgt, precies op het moment dat het brandalarm begint te piepen.

Sofie kijkt omhoog. Ze ziet dat bij één van de slaapkamers inderdaad vuur achter het raam danst. Het gordijn staat in brand en wellicht nog veel meer.

Een tweede schop van Mia.

“We hebben een reservesleutel!”, roept Fleur.

“Oh.”

Mia zet opnieuw aan en de derde trap is voldoende om de deur van het slot te doen breken. Zonder een moment te twijfelen verschaft ze zich toegang tot de woning van Spoor en sleept ze de brandblusser de trap op. De andere meiden volgen bedachtzaam.

“Hoe lang is Spoor al weg?”

“Ik heb hem vanmorgen zien vertrekken naar station Noord”, vertelt Fleur.

“Waarom is zijn auto er dan niet?”

“Geen idee..”, haalt Fleur haar schouders op.

Sofie vertrouwt het voor geen meter meer. Spoor is altijd goed voor haar geweest, maar hij is ook altijd op de één of andere manier in de buurt als er iets fout gaat. Nooit duidelijk aanwezig, maar op de één of andere manier ook nooit out of the picture.

De meiden horen Mia vloeken als een matroos op verlof en dat de brandblusser zijn werk doet. Naar boven durven ze niet tot ze weten dat de brand geblust is.

“Oh, nee, niemand hoeft te helpen, hoor”, bromt Mia even later, als ze onderweg naar beneden is.

“Is het vuur uit?”, vraagt Fleur.

“Er stond een prullenbak in brand. Volgens mij had die ouwe paffer er een asbak in geleegd, ofzo. Het gordijn heeft vlamgevat en dat was precies wat ik zag.”

“Dat is dan wel echt dikke pech”, reageert Renée.

“Ja, of iemand heeft het aangestoken”, zegt Mia droogjes, terwijl ze langs de andere meiden weer naar buiten loopt.

Sofie, Fleur en Renée kijken elkaar opnieuw betekenisvol aan. Brandstichting zou perfect op het lijstje van de stalker passen..

“Je denkt toch niet dat..”, begint Fleur.

Haar zin verandert al snel in een akelige gil. Sofie draait zich om, zodat ze ziet waar Fleur naar kijkt en schrikt zichzelf ook driekeer het laplazarus.

Een gemaskerd persoon komt uit de woonkamer de gang in gerend. Instinctief trekt Sofie Renée uit het pad van de onbekende en achter haarzelf. Als een moederwolf die haar pups probeert te beschermen.

De onbekende heeft het op een lopen gezet en negeert de meiden volledig. Lange, donkerblonde haren waaien onder de zwarte bivakmuts vandaan en Sofie ziet meteen dat deze persoon verder ook volledig in het zwart is gekleed.

“Mia!”, roept Fleur nog, om haar te waarschuwen.

Mia is halverwege tussen het huis van Spoor en het studentenhuis. Zodra ze Fleur hoort roepen, draait ze zich met een ruk om. Ze ziet de gemaskerde persoon naar buiten rennen en bedenkt zich geen moment.

“HÉ!”, roept ze.

Om welke reden dan ook blijft de onbekende stokstijf stilstaan. Mia maakt van deze gelegenheid gebruik om de brandblusser op te tillen en er keihard mee uit te halen. Een doffe klap later vindt de gemaskerde persoon zich kreunend terug op de harde oprit.

“Niet bewegen.. tenzij je er nog één wilt!”, schreeuwt Mia.

De andere meiden kijken geschrokken toe naar hoe Mia de situatie onder controle weet te krijgen op een manier die tegelijkertijd heroïsch en hilarisch is. Sofie staart naar de gemaskerde persoon en zucht diep. Dit is het moment, niet?

Zelfverzekerd loopt ze op de persoon af, die – dankzij de klap van Mia – nog steeds bezig is om uit te vogelen hoe het cijfer paars smaakt.

“Waar is Puck?”, vraagt Sofie.

Een paar kreunende en rochelende geluiden zijn het enige antwoord dat Sofie kan verwachten. Steeds bozer knielt ze naast de persoon neer.

“Waar is ze?!”

Dan trekt ze de bivakmuts van het hoofd af. Een paar druppels bloed blijven aan haar vingers plakken, terwijl verrassing en schok zich van haar meester maken.

Ze kent deze jongen.. waar heeft ze hem nu eerder gezien?

Dan valt het kwartje. In Eindhoven – de dag waarop ze van de stalker in de kantine in haar broek moest plassen – heeft ze Spoor ruzie met deze jongen zien maken. Maar toen kwam hij haar ook al bekend voor. Waarvan nou toch?

Mia zet een stap dichterbij.

“Timo?!”, reageert ze geschrokken.













Thunder, feel the thunder
Lightning, then the thunder
Thunder, feel the thunder
Lightning, then the thunder, thunder


Een krakende deur wordt geopend, waarna de donkere ruimte zich vult met daglicht. Een jong meisje stapt naar binnen, terwijl ze de hand van iemand anders vasthoudt. Een hand die gekleed is in een zwarte, leren handschoen.

“Wanneer komt Sofie?”, vraagt ze onzeker.

Joy, dat heb ik je toch al verteld? Vanavond pas.

“Wat gaan wij hier dan doen?”

Verstoppertje.

Na een paar passen houdt ze haar pas in. Nerveus kijkt ze naar de persoon die haar hand vasthoudt.

“Ik vind het hier eng..”

Dat is nergens voor nodig. Ik ben toch bij je?

“Ja, oké..”

Ga je maar snel verstoppen. Dan kom ik je zo zoeken.

Het meisje knikt en laat de hand los. Nieuwsgierig, maar voorzichtig, haast ze zich door de wijnkelder om een plekje te vinden waar ze zich kan verstoppen.

Vier.. Drie..

Onder de tafel met de laptop? Nee, dan wordt ze meteen gevonden..

Twee..

Achter de matras bij die tralies? Daar is ruimte! Joy haast zich in die richting.

Eén.. Nul.. IK KOM ERAAN!

Puck draait zich om, grijnst en start het spel.

Thunder, feel the thunder
Lightning, then the thunder, thunder
 

Pjotr007

DL geen AB (ieder z'n ding:)
Volgens mij heeft mijn spoorwe...euh ik bedoel speurwerk zijn vruchten afgeworpen! Zowel Timo als Puck had ik in het vizier :dans
 

Snakebite

Superlid
Het verhaal zal zichzelf ontrafelen in de laatste drie hoofdstukken. De grootste onthulling is gedaan, maar er zijn natuurlijk nog wat vragen die beantwoord moeten worden. Hoe? Waarom? Sinds wanneer? Met wie?

#25 is een hoofdstuk waarin we de zaken zien vanuit het standpunt van Puck. Dat zal de meeste vragen ophelderen, voordat serie 2 eindigt met #26. :)

Ik zou nu natuurlijk mijn lijstje met hints, puzzelstukjes, etc. kunnen neerzetten. Maar die bewaar ik voor na #26. :lipzzz

This message will self-destruct in 3.. 2.. 1..
 

Avery Fox

Flexible fox
Ik heb een gevoel van ik wist het maar eigenlijk weet ik nou niet precies wat ik weet


Fantastische ontknoping kijk er erg naar uit

Xoxo Avery
 

Snakebite

Superlid
Weeral schitterend vervolg :tmb :tmb :tmb :tmb :tmb
Weeral dank!! :D

En weer een prima vervolg van dit verhaal
Dankjewel! :D

Ik heb een gevoel van ik wist het maar eigenlijk weet ik nou niet precies wat ik weet


Fantastische ontknoping kijk er erg naar uit

Xoxo Avery
Dat is precies het gevoel waar ik op hoopte. :p (Sorry..)
Thanks! Meer is onderweg! :)

Wat een vervolg
Ik kijk uit naar de ontknoping
Dankjewel! Hopelijk bevalt die net zo goed! :)

Ja genoeg vragen nog! Wat heerlijk dat je het zo spannend maakt. Dikke complimenten en fijn hoor hoe je de spanning juist vasthoudt/het verhaal langzaam ontrafeld wordt!
Thanks! Het is natuurlijk een afloop die meer dan een jaar in the making was. Het meest precies uitgeplande verhaal dat ik ooit in elkaar heb gedraaid.. irritante is.. deze serie eindigt met een cliffhanger.. en ik weet nu (minder dan een week vooraf) nog steeds niet of ik voor een derde serie ga, of dat ik de cliffhanger afhandel in een epiloog. Keuzes, keuzes.. :eek:
 

Snakebite

Superlid
Hoofdstuk 24: Schaduwen

Fleur legt een arm om Sofie, die nerveus op de bank zit. Het is verder doodstil in het studentenhuis, waar geen stofje zich lijkt te durven roeren. Sofie snikt zachtjes, terwijl ze haar telefoon in haar hand geklemd houdt. Ze wacht op nieuws over Puck.

Timo heeft geen woord gezegd. Niet tegen haar en ook niet tegen de politie. De agenten zijn nog een paar uur gebleven om de verklaringen op te nemen, maar nu de schemering valt is de drukte voorbij. Het was voor Sofie een hele stap om tegen de politie te liegen. Ze wist dat ze haar telefoon zou moeten inleveren, tenzij ze zou verklaren dat ze die heeft weggegooid in de trein naar Maastricht.

In het beste geval koopt de leugen haar genoeg tijd om iets te vinden waardoor ze Puck kan vinden. Er is nog altijd niets van haar vernomen en Sofie maakt zich steeds meer zorgen. Ze kan wel aannemen dat Timo de stalker is, maar tot ze precies weet waarom hij deed wat hij deed is dat niet genoeg. Pas als Puck veilig thuis is, kan dit voorbij zijn.

Van Spoor is ook nog steeds niets vernomen. Nog iets dat Sofie zorgen baart. De stalker heeft zoveel mensen in haar omgeving te grazen genomen, dat ze niet kan uitsluiten dat Spoor ook ten prooi is gevallen aan diens grillen.

Als Sofie haar telefoon begint te trillen, is duidelijk te lezen dat haar moeder haar probeert te bellen. Als Sofie nu ergens geen zin in heeft, is het wel een gesprek met haar moeder. Altijd dat overbezorgde geklets..

“Zou je niet opnemen?”, vraagt Fleur bezorgd.

“Nee, ik wil Puck niet missen als ze belt”, reageert Sofie vastbesloten.

Ze veegt de oproep weg.

“Misschien is het goed om even afgeleid te zijn? Bel anders met mijn telefoon terug. Dan is jouw lijn vrij en mis je niets?”

“Lief van je, maar ik kan mijn moeder er echt even niet bij hebben nu.”

Sofie haar moeder is tenslotte altijd al tegen haar relatie met Puck geweest. Die ouderwetse opvatting dat een relatie tussen twee vrouwen tegen het woord van God is, hoeft Sofie nu niet te horen. En delen wat er in Maastricht gebeurt is ook geen optie. Haar moeder zou nog beginnen te hopen op een slechte afloop. Daar komt niets goeds van.

Elke keer als Sofie en Puck op bezoek zijn geweest in het oude dorp van Sofie in Drenthe, was haar moeder kil en ijzig. Alsof Puck niets goed kon doen. Sofie heeft voor Puck nooit een relatie gehad en – hoewel ze altijd open is geweest over haar geaardheid – kwam het voor haar moeder in eerste instantie toch als een schok. Dat heeft ze nooit losgelaten.

Sofie weet dat haar moeder het geprobeerd heeft, maar het zit blijkbaar gewoon niet in haar genen om zonder oordeel te blijven. De opmerking dat Sofie eerst maar eens zindelijk moest worden voordat ze zou denken aan een vaste relatie, is ze nooit vergeten. Het kwam maar net niet tot een breuk, dankzij Puck. Die heeft haar altijd kalm weten te krijgen. Puck heeft zo’n beetje haar hele leven op pauze gezet om voor Sofie te kunnen zorgen toen die het zwaar had.

De gedachte om zonder Puck verder te moeten, is er één die Sofie nu niet onder ogen kan komen. Ze moet en zal Puck vinden. Wat het ook zal kosten.

“Ergens had ik het kunnen weten”, zucht Fleur ineens.

“Wat bedoel je?”

“Van Timo.. Hij loopt al jaren achter Puck aan. Ze heeft hem ooit eens duidelijk gemaakt dat hij geen kans had, maar blijkbaar heeft hij dat nooit kunnen accepteren.”

Sofie schudt haar hoofd. Hier heeft ze niets aan..

“Daarom moest hij jou waarschijnlijk hebben. Pure jaloezie.”

“En Renée dan?”

“Ja, oké.. ik heb mijn theorie nog niet helemaal rond. Maar er gebeurt nogal veel met allerlei verschillende mensen. Het is lastig overzicht houden, weet je?”

“Vertel mij wat”, bromt Sofie.

Toch weet ze van binnen zeker dat er iets niet klopt aan deze situatie. De politie heeft Timo en het zou een kwestie van tijd moeten zijn voordat ze Puck vinden en haar veilig terugbrengen. Sofie zou alleen maar opgelucht moeten zijn. Dit is het punt waarop het allemaal goed zou moeten komen. Maar toch voelt het nog lang niet voorbij.

“Ik denk dat ik nog maar even ga kijken of Spoor al thuis is”, zegt Fleur.

“Ik ga met je mee.”

“Blijf nou even rustig zitten, Soof..”

“Nee, ik moet iets doen. Wie weet valt me iets op.”

Fleur haalt haar schouders op. Dan moet ze het ook maar zelf weten. Al snel staan ze samen op de gedeelde oprit, omgeven door de schemering.

“Het gaat onweren”, concludeert Fleur, terwijl ze de wolken observeert.

Sofie zegt niets en staart naar het huis van Spoor.

“Ik denk niet dat hij al terug is. Dan zouden we wel iets kunnen zien door die kapotte voordeur. Ik wist wel dat Mia sterk is, maar het is toch knap hoe ze dat ding heeft toegetakeld.”

“Je zei dat Dimi verre van onschuldig was. Wat bedoelde je daar precies mee? Heeft dat met die wijnkelder te maken?”

“Wijnkelder?”

“Die jij en Puck gevonden hebben? Met al zijn spullen. Zou er een kans zijn dat Renée daar ook terecht is gekomen? Zij moet ook een sleutel van het vakantiehuisje hebben, toch?”

“Serieus? Ga je nu de verdenkingen op Renée schuiven?”

“Puck is weg! Het maakt me niet meer uit wie het is, ik wil haar gewoon terug!”

Fleur wrijft zachtjes over de rug van Sofie, in de hoop haar weer kalm te krijgen.

“Heb je niet gezien hoe Renée naar lucht hapte, toen ze die halsband losknipten? Wat er allemaal van haar af is gevallen? Ze ligt nu uitgeput in bed met een luier om, Sofie. Niet omdat ze dat wil, maar omdat ze zich zo schuldig voelt dat ze zelfs dat wil doen om Puck terug te krijgen. Het gaat geen verschil maken, maar toch doet ze het! Je gelooft toch niet echt dat Renée hier iets mee te maken heeft?”

“Ik weet het niet meer, oké?”

Sofie laat zich in de armen van Fleur zakken en geeft haar tranen de vrije loop.

“Ik snap het, Soof. Echt, ik snap het. Maar je moet niet zo denken. Dimi was een klootzak omdat hij de hele tijd vreemdging. Hij had zoveel foto’s van andere meiden op zijn telefoon.. ook van Puck en van jou. Zelfs van Mia! Dat is waar we ruzie over hadden toen.. toen hij viel..”

“Sorry”, snikt Sofie tegen Fleur haar schouder.

“Het is jouw schuld niet. Ook niet wat er nu allemaal gebeurt. Dat is het nooit geweest. Iemand heeft beslissingen genomen waar wij nu mee moeten leven. Maar dat betekent niet dat we opgeven, oké?”

“Wat nou als ze Spoor ook hebben?”

Sofie gaat weer recht staan en wrijft met een mouw haar tranen weg.

“Als je wil, dan kunnen we binnen gaan kijken? Ik denk dat hij gewoon later thuis is van de hogeschool, maar misschien stelt het je gerust om dat spookhuis te zien?”

“Misschien wel.”

Sofie veegt een nieuwe oproep van haar moeder weg en volgt Fleur daarna het huis van Spoor in.

De schemering geeft het huis een nog enger gevoel dan Sofie er voor vandaag al bij had. Ze is hier nooit eerder binnen geweest. Hoe Spoor precies leeft, is altijd een mysterie voor haar geweest. Dat ze een doodnormale woonkamer tegenkomt, is eigenlijk een verrassing.

In de keuken wijst Fleur Sofie op de koelkast, waar voornamelijk lasagne in te vinden is.

“Geen wonder dat hij aan het bijkomen is. Al die koolhydraten..”

Sofie kan er niet om lachen. Normaal zijn grapjes over Spoor altijd een schot in de roos, maar haar brein is alleen maar gefocust op elke mogelijke hint. Het is al bijna zo ver dat Sofie hoopt dat Spoor er iets mee te maken heeft, zodat ze tenminste een kans maakt om Puck op deze manier terug te vinden. Hoe schuldig ze zich daar ook over voelt..

Spoor heeft tenslotte niets anders gedaan dan haar vooruit proberen te helpen. Hij zag haar talent en heeft alles in het werk gesteld om dat te voeden. De kansen die ze dankzij hem heeft gehad zijn talrijk. De gulheid die hij heeft laten zien, zouden hem automatisch moeten diskwalificeren als verdachte. Maar wellicht is dat juist het hele motief om zo gul te zijn.

Sofie walgt van haar gedachtepatroon, maar ze kan niet anders.

Als Fleur en Sofie eenmaal boven zijn, besluiten ze om te splitsen. Fleur gaat naar de slaapkamer waar Mia vanmiddag het brandje heeft geblust, terwijl Sofie naar de grote slaapkamer gaat. Na een kort rondje langs de kasten, komt ze tot de conclusie dat er niets is dat haar gaat helpen. Althans, niet in dit huis. Gefrustreerd laat ze zich op het bed zakken en knipt ze een nachtlampje aan.

Haar ogen gaan langs de foto’s aan de muur. Dus dat is hoe de vrouw van Spoor eruit heeft gezien voor ze stierf.. de echo van hun kindje..

“Ik ben echt een vreselijk mens..”

Dan trilt haar telefoon opnieuw met een oproep van haar moeder. Gefrustreerd neemt Sofie dan toch maar op.

“Ja, Mam, sorry, maar ik heb geen tij..”

“Nee, Joy is niet bij mij? Hoezo?”

Dan valt het kwartje. Fleur stapt de slaapkamer binnen en ziet hoe Sofie wit weg begint te trekken.

“Alles oké?”

“Mijn zusje wordt vermist..”

“Dat meen je niet..”

“Iemand heeft haar vanmiddag van school opgehaald, maar ze weten niet wie. Ze dachten dat ik het was.”

“Oh my God, dit houdt niet op..”, zucht Fleur. “Luister, de politie heeft Timo. Ze gaan alles natrekken dat ze maar aan hem kunnen vinden. Elke plek waar hij is geweest, elk telefoontje dat hij heeft gepleegd. Ze gaan Joy vinden. Net als Puck. Wij moeten gewoon blijven geloven, Soof.”

Maar Sofie krijgt het niet mee. Er is haar iets opgevallen.

Zonder verklaring staat ze op en loopt ze naar de muur met foto’s. Daar grist ze één specifiek lijstje weg.

Fleur komt naast Sofie staan en kijkt verbaasd naar de foto.

“Huh..? Wat moet Spoor hiermee?”

“Ken jij deze foto?”

“Jij niet dan?”

Sofie staat naar de foto. Het is een kopie van degene die ze in Weert heeft gevonden in de muurkast, toen ze op zoek was naar de blik en veger. De oude foto met een vrouw die sprekend op Sofie lijkt..

“Ik heb deze wel eerder gezien, maar ik weet niet wie dit is”, legt Sofie uit.

Fleur slikt.

“Dit is de moeder van Puck..”

De wereld van Sofie begint te draaien. Werkelijk alle logica zakt langzaam weg.

“Hoe kennen die elkaar dan?”

“Niet.. de moeder van Puck is al jaren geleden overleden. Puck heeft mij deze foto ook vorig jaar pas laten zien.”

Sofie zet een stap opzij. Ze voelt zich duizelig worden en grijpt de rand van het bed vast.

“Ik heb haar in het begin nog gezegd dat het een beetje creepy is dat je zo op haar moeder lijkt, maar, ja, jullie zijn nou eenmaal zo leuk samen..”

Dan vallen de puzzelstukjes op hun plaats. Sofie haar maag draait zich om en ze zakt op haar knieën. Ze kan nog net een prullenbakje naar zich toe trekken, voordat ze moet spugen. Het is alsof het laatste restje levensvreugde haar verlaat.

“Hé, wat gebeurt er nou? Gaat het?”

“Nee..”, stamelt Sofie. “Het is Puck..”

“Het komt wel goed, Soof. Geen paniek nu. Volhouden!”

“Nee! Puck is de stalker!”

Fleur kijkt Sofie niet-begrijpend aan. Hoe kan ze zoiets nu denken over haar eigen vriendin?

Maar Sofie weet het zeker. Ze veegt opnieuw haar mond af aan haar trui en staat dan op. Met trillende benen stapt ze vervolgens de gang op en voorzichtig de trap weer af. Fleur volgt haar, zonder de situatie te begrijpen.

Sofie heeft al die tijd gelijk gehad. De flessen met de prikgaatjes. Het slaapmiddel. Ze heeft zich gewoon om laten praten! De puzzelstukjes waren er zo overduidelijk.. maar hoe los je de puzzel op als je de doos met het voorbeeld niet hebt?

De wereld duizelt als Sofie via de drempel de oprit afstapt. Ze mist bijna de twee felle koplampen die op haar af komen gereden. De bestuurder van de auto ziet haar gelukkig wel op tijd en trapt de rem keihard in. Fleur trekt Sofie een stukje aan de kant, waarna de bestuurder uitstapt.

Het is Spoor.

Weliswaar in een andere auto dan hij normaal gesproken rijdt, maar het is hem! Sofie haalt diep adem en kanaliseert dan al haar emoties tot actie. Ze stapt vastbesloten op Spoor af.

“Waar is Puck?”

“Je moet nu met me mee, Sofie..”, reageert Spoor.

Zijn stem heeft een dringende toon. Hij lijkt oprecht bezorgd.

“Ik ga nergens met u naartoe tot ik weet waar Puck is!”

“Ik weet waar ze is..”, geeft Spoor toe.

“Maar haar naam is niet Puck. Ze heet Froukje.”
 

Abbjornnl

Wees jezelf ongeacht wat andere ervan zeggen
Im het vorige hoofdstuk vond ik het er eigenlijk nog te dik bovenop liggen dat het puck was maar het bracht wel wat twijfels over haar betrokkenheid.
Nu vallen er wat meer stukjes op hun plaats maar de waarom vraag nog niet
 

Avery Fox

Flexible fox
Ik heb het 3x moeten lezen en zo draait en zakt alles in elkaar

Ik onthoud mij verder van comentaar totdat de lijntjes allemaal aan elkaar zitten

Want waarom lijken de moeder van puck die niet puck is op en soof zo op elkaar dat er een link is zal wel duidelijk zijn


Xoxo avery
 

Luier 86

Superlid
Weer goed opgezet snakebite, en klinkt logisch nu het op tafel ligt, maar met de gesloten hand van de schrijver, viel het mij niet op.
 
Laatst bewerkt:
Thread starter Similar threads Forum Replies Date
dirkje87 Escorte Sofie Gent Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 36
Similar threads

Bovenaan