Verhaal Klaar Ontspoord

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 0 0,0%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 0 0,0%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 2 10,5%
  • 9

    Stemmen: 8 42,1%
  • 10

    Stemmen: 9 47,4%

  • Totaal stemmers
    19

Snakebite

Superlid
Laat me via de comments en de poll maar graag weten hoe jullie het verhaal vinden! Feedback is altijd welkom. :)
Wil je op de hoogte blijven van nieuwe hoofdstukken? Dan kun je je het beste abonneren op dit topic. Bij iedere nieuwe post krijg je dan een seintje. De meest handige manier om niets te missen. ;)

Enjoy! :peace

Naamloos.png

ONTSPOORD :

Een man die overal tegen vecht. Een jonge vrouw die niet meer kan vechten.

Wat heeft hen tot dit punt gebracht?

In tien hoofdstukken zetten ze elkaars wereld op zijn/haar/hun kop.

Trigger warning: sarcasm.

Hoofdstuk 01: "Sapjes" *klik*;
Hoofdstuk 02: "Kassière" *klik*;
Hoofdstuk 03: "Chupachoops" *klik*;
Hoofdstuk 04: "Achterstand" *klik*;
Hoofdstuk 05: "Belofte" *klik*;
Hoofdstuk 06: "Heling" *klik*;
Hoofdstuk 07: "Schoenzool" *klik*;
Hoofdstuk 08: "Afgesloten" *klik*;
Hoofdstuk 09: "Lief" *klik*;
Hoofdstuk 10: "Froukje"*klik*;
Epiloog: *klik*.
 

Snakebite

Superlid
Naamloos(1).png

Hoofdstuk 01: Sapjes

Ik sla het boek dicht en stop het terug in mijn tas. Het is tijd om te gaan. Ik neem de omgeving nog een laatste keer in me op, terwijl ik van het houten bankje opsta. Dat hadden ze trouwens niet op een beter plekje kunnen zetten. Mijn plekje. Ons plekje.

Terwijl ik op het grindpad stap, geniet ik stilletjes van de natuur waar ik mij in begeef. Het is nu nog lekker koel, maar ik weet dat er een warme septemberdag aankomt. Eigenlijk zou ik dit veel vaker moeten doen, maar ik kan me er maar moeilijk toe zetten. Het is altijd fijn als ik op ons plekje ben, tussen de bomen, struiken en bloemen. Toch is er iets dat mij ervan weerhoudt om deze bezoekjes vaker dan één keer per week te brengen.

Ik ben nooit een wandelaar geweest.

Met het krakende grind onder mijn voeten, wandel ik terug naar het punt waarop de bosachtige omgeving weer overgaat in de stedelijke jungle. Mijn gedachten verschuiven langzaam maar zeker naar het werk. Vandaag is de eerste schooldag van het nieuwe jaar. De komende periode sta ik op de maandag helaas de gehele dag ingeroosterd. Vier parallelle groepen. Allemaal dezelfde les van maar liefst twee uur.

Soms voel je jezelf als docent meer een acteur die steeds hetzelfde kunstje moet opvoeren. Ach, zolang ze maar betalen. En dat doen ze als je doceert aan het HBO. En het is natuurlijk niet alsof de maandagen anders heel prettige dagen zouden zijn. Hoe een mens daar zonder cafeïne doorheen komt, blijft mij een raadsel. Zeker met die drek die bij onze school uit het koffieapparaat komt.

Ik wandel door en kom al snel bij het treinstation. Zodra ik op het perron stap, hoor ik het welbekende gerinkel en sluiten de spoorbomen zich. Ideale timing, of op zijn minst een geperfectioneerde routine. Het is gelukkig maar een korte rit, aangezien ik vanaf het kleine station slechts naar het hoofdstation in deze gemeente hoef te reizen.

Al snel snuif ik die heerlijke putlucht van het hoofdstation weer op. Het is ongelooflijk hoe smerig mensen kunnen zijn. Ik bedank voor de koffie-to-go en chemische broodjes van de supermarkt. Aan de voorkant van het station is een rookplek aangewezen. Ik kan mijzelf niet beheersen en ik geef toe. Wie kan het prachtige uitzicht op het aanliggende busstation nou weigeren? En dat met de geur van versbereide shoarma om je heen? Genieten!

Serieus. Wie eet er nou shoarma om negen uur in de ochtend? Ik snap de wereld niet meer zo, geloof ik.

Een minuut of zeven later kan ik het idyllische plekje verlaten. Ik hoef gelukkig niet al te ver te lopen voor mijn volgende dopamine-hit, want als ik de straat schuin oversteek kom ik bij een zaakje van Douwe Egberts. Het is er verdraaid rustig deze ochtend. Er zijn geen klanten en ik zie ook niemand achter de toonbank staan.

Ik kijk naar mijn horloge, maar zie dat ik nog tijd genoeg heb om hier onnodig te kunnen wachten. De maandagochtend maakt zich langzaam maar zeker meester van mijn humeur. Net als ik overweeg om dan toch maar ergens anders koffie te gaan halen, zie ik háár.

De werkkleding van Douwe Egberts staat haar totaal niet. Ik ken haar juist als iemand die veel meer kleur en stijl in haar outfits liet blijken. Maar het is haar toch echt. Ze sjouwt een grote zak koffiebonen naar de toonbank en pas als deze zijn neergeploft, merkt ze mij op.

“Meneer?!”

“Dag Froukje..”

“Wat leuk om u te zien! Hoe gaat het met u?”

“Best, hoor. Met jou?”

“Ja, aan het werk, hè? Maar verder wel goed!”

Een absolute leugen. Ongetwijfeld uit beleefdheid, maar ik zie meteen dat het niet klopt. Ik heb haar twee collegejaren als studente meegemaakt en ik ken haar blikken. Ze had altijd een lach die het hele lokaal kon verlichten. Als ik nu naar haar ogen kijk, dan zie ik daar niets meer van terug. Ze is zo veranderd in dat jaar dat ik haar niet meer heb gezien.

“Ik dacht dat je voor een master zou gaan?”

“Mhm. Die moeten ook betaald worden.”

“Dat is ook zo.”

Het is mijn zaak ook niet, besef ik.

“Laat me raden: een Latte Caramel-to-go?”

“Hoe weet je dat?”

“Meneer, iedereen die les van u heeft gehad weet dat.”

“Ah, ja, een open boek, hè?”

Toch nog één open boek in mijn lessen. Ik tel het als een overwinning.

“We hebben u toch nog proberen te overtuigen om over te stappen naar fruitsapjes?”

“Dat was inderdaad geen goede week..”

Ondanks de ongemakkelijke energie heeft Froukje mijn koffie al snel klaar. Terwijl ik afreken, kan ik het toch niet laten.

“Hé, je bent altijd welkom voor een kopje koffie op school.”

Froukje glimlacht flauwtjes.

“U moet zich geen zorgen maken om mij.”

Ik knik, maar ben niet overtuigd. Het is echter niet alsof ik haar kan dwingen om te praten. Als er dan ook nog nieuwe klanten binnenkomen, heeft het geen zin meer om te twijfelen. Ik pak mijn koffie en zwaai haar gedag.

Stevig balend stap ik naar buiten. Zo’n talentvolle jonge vrouw staat hier koffie te zetten. Het is eeuwig zonde. Onderweg naar school, vraag ik me af waar ik het nog voor doe. Studenten zoals zij zijn altijd mijn motivatie geweest. De ruwe diamantjes zoeken en polijsten. Met haar capaciteiten is het een farce dat ze haar geld moet verdienen met koffiebonen, hoe heilig het zwarte goud ook voor me is.

Het is tekenend voor mijn mentale staat van zijn deze laatste maanden, dat zoiets simpels als koffie een existentiële crisis kan oproepen. Ik vraag me al een tijdje af of dit werk het nog voor me is.

Gelukkig is de wandeling van een kwartier genoeg om mijn humeur enigszins te verbeteren. Hoe dichter ik bij het schoolgebouw kom, hoe beter je die typische energie van een eerste schooldag kunt voelen. Samen met de laatste schooldag is dat toch wel het fijnste moment van het jaar. Het onbeschreven blad.

Ik vind de weg naar mijn lokaal en ben onprettig verrast om te zien dat alle studenten er al zijn.

“Serieus? De les begint pas over tien minuten?”

“Op de gang is er geen airco, meneer”, lacht één van de heren mij toe.

“Je bent toch geen sneeuwvlokje?”

Het gegrinnik van de rest van de klas deed mij niet vermoeden dat ‘sneeuwvlokje’ tegenwoordig een andere betekenis heeft, die je later op de dag een gesprek met Human Resources zou kunnen opleveren. Het was het waard; hij was tenslotte op zijn plek gezet.

Ik zet mijn tas en koffie op het bureau en besluit het begin van de les dan maar te improviseren.

“Goed, dan kunnen we ook meteen beginnen. Welkom bij het vak Familierecht. Mijn naam is men..”

“Meneer, we doen Bedrijfskunde. Waarom moeten we dan Familierecht leren?!”

“..eerSERIEUS? Je kon niet wachten tot ik in elk geval twéé zinnen had uitgesproken?”

Die YouTube-generatie van tegenwoordig denkt echt dat ze alles kunnen afzetten dat na vijf seconden niet interessant genoeg is.

“Sorry, ik..”

“Houd die gedachte even vast”, onderbreek ik terug, terwijl ik overweeg hoe ik deze studente duidelijk ga maken hoe het hier werkt. Een belerende vinger steekt in haar richting.

“Wie hier speelt er graag een spelletje? Vingers! Juist, vrijwel iedereen. Maar ik heb het nu niet over die computerspelletjes waarbij je virtueel de held uit kunt hangen om te vergeten dat je in het echt eigenlijk een watje bent. Wie van jullie is oud genoeg om zich nog te herinneren wat een bordspelletje is? Vingers!”

Een hoop vragende ogen kijken me aan. Slechts enkele studenten durven hun hand nog op te steken.

“Duidelijk. En hoe vaak komt het niet voor dat je tijdens zo’n bordspelletje de regels erbij moet pakken om te zien wat er wel en niet mag? Zelfs als je voor de vierhonderdtwintigste keer Monopoly aan het spelen bent?”

Opnieuw wat gegniffel. Het bevestigt mijn punt.

“Bij Monopoly heb je tenminste nog een handleiding van een paar pagina’s. In het echte leven werkt het niet zo. Als er dan iemand is die je probeert te naaien, dan heb je geen tijd om op je gemak de spelregels te lezen en foei te zeggen. Dan moet je kunnen handelen. Je moet WETEN hoe wat je opties zijn. En geloof me: als student is naaien misschien nog je favoriete werkwoord, maar er komt een moment dat je beseft dat je met het voltooid deelwoord zit en dan denk je nog wel eens terug aan deze lessen.”

Ogen vol verbazing. Zo heb ik het graag.

“Je weet tenslotte nooit wat het leven voor je in petto heeft, jongedame. Geloof me, ik kan het weten. Morgen zijn je ouders er misschien ineens niet meer. Of wordt je bankrekening leeggetrokken door je vriendje zodat hij zijn cryptocursus kan betalen om jullie vooral rijker in ervaring te maken. Of wordt je aangereden op weg naar geitenyoga, door – ongetwijfeld – een gefrustreerde docent.”

Ze slaat haar armen over elkaar en kijkt me boos aan. Punt gemaakt. Opgelucht laat ik me op mijn stoel zakken. Zo, dat was nodig.

“Dus, MEVROUW, dàt is waarom je m..”

“Sorry, maar ik identificeer mij als non-binair en mijn voornaamwoorden zijn..”

Dus dit is hoe het voelt om drie beroertes tegelijk te krijgen..

Ik neem een slok van mijn koffie en wacht tot het gebrabbel voorbij is.

“Joh. En ik.. identificeer mij als non-docent-die-het-accepteert-om-onderbroken-te-worden-met-irrelevante-zaken.”

“Shots fired”, hoor ik nog net iemand fluisteren.

“Of, nee..”, zucht ik. “Ik denk dat ik mij nu identificeer als non-docent-die-jou-gaat-laten-slagen-voor-dit-vak.”

Doodse stilte.

“Je kunt bij deze non-blijven. Tot volgend jaar en de non-groeten.”

De student verlaat stomverbaasd het lokaal.

“Nog iemand?”, vraag ik retorisch, terwijl ik mijn laptop op tafel zet. “Als ik praat, zijn jullie stil. Regel één. Speel het spel niet als je de regels niet kent.”

Ik win altijd. Althans, afgezien van dat gesprek met die mevrouw van Human Resources. Dat had ik niet ingecalculeerd. Gelukkig is zij doorgaans banger voor me dan mijn studenten, dus heel spannend was dat ook niet.

Snel zet ik de studenten aan een eerste opdracht. In de doodse stilte denk ik met weemoed terug aan de jaargang van Froukje. Nu zit ik opgescheept met die stelletje. Over het voltooid deelwoord gesproken. Nee, deze maandag is duidelijk niet ideaal voor mijn bloeddruk. De koffie is inmiddels ook alweer op.

Misschien toch die fruitsapjes eens overwegen..
 

Snakebite

Superlid
Naamloos(2).png

Hoofdstuk 02: Kassière

Als het gesprek bij Human Resources eindelijk met een sisser is afgelopen, begeef ik mij zo snel mogelijk naar buiten.

“De wereld verandert, dus is het nodig dat wij mee veranderen.”

Ze had geen ongelijk, maar niets gaat boven Regel één. Ik ben niet van plan om mij tijdens de lessen van het juiste spoor te laten halen met irrelevante opmerkingen. Daar kom ik niet voor. Na zo’n lange dag heb ik ook de energie niet meer voor zo’n discussie. Gelukkig waren de andere drie klassen een stuk beter te managen. Wellicht had het verhaal van de eerste groep al de ronde gedaan.

Vermoeid begin ik aan mijn wandeling naar het station. De lucht is inmiddels aardig betrokken. Op mijn telefoon zie ik inderdaad dat er stevig onweer op komst is. Ideaal. Een beetje verkoeling is welkom. Ik ben niet gemaakt voor deze hitte.

Precies op het moment dat ik thuis de voordeur openmaak, vallen de eerste regendruppels. Wederom een perfecte timing. Mijn maag rommelt en ik besluit om het koken maar zo snel mogelijk gehad te hebben. Zuchtend maak ik een ronde langs de keukenkastjes en diepvries. De opbrengst valt enorm tegen. Ik had verwacht nog wel iets in huis te hebben, maar van deze restjes valt niets fatsoenlijks te maken.

Brommend kom ik tot de conclusie dat mijn dag er nog niet opzit.

Niet veel later parkeer ik mijn auto bij de supermarkt. Ik loop zo snel als ik kan naar binnen, maar zelfs op dat korte stukje raak ik doorweekt. De regen is alleen maar toegenomen en in de verte zijn de eerste donderslagen al te horen. Heerlijk.

Het is ontzettend rustig in de supermarkt, dus ik besluit om dan ook maar mijn tijd te nemen. Als de kans klein is dat je vervelende wezens – “andere mensen” noemen ze die, volgens mij – tegenkomt, kun je ook op je gemak boodschappen doen. Met een beetje geluk vind ik alles dat ik nodig ga hebben om hier een maand lang niet terug te hoeven komen.

Ik besluit om er goed op te letten dat ik alle ingrediënten meeneem voor een goede preilasagne. Na zo’n dag als deze heb ik wel een stevige hap verdiend. Bovendien is het recept dat ik gebruik altijd perfect voor twee dagen. Dat scheelt morgen ook weer tijd.

“Vuilniszakken”, brom ik, terwijl ik de rol in het winkelwagentje laat vallen. Misschien is morgen toch een goed moment om eindelijk eens op te ruimen in huis. Het staat nog vol met oude spullen die me regelmatig afleiden.

Relikwieën uit een periode die alweer veel te lang voorbij is. Maar ik ben niet zo goed in het loslaten van oude, geliefde dingen als de wereld lijkt te zijn.

Vorige week heb ik nog een oprechte poging gedaan om te beginnen met de kledingkast in de slaapkamer, maar dat was geen succes. Kleding is zo’n typisch onderwerp waar ik erg weinig verstand van heb en bij elk kledingstuk heb ik staan twijfelen. Eindresultaat? Alles is zo gebleven als het al was.

Ik ben niet in alles even efficiënt, zo blijkt.

Terwijl ik door de supermarkt sjok, denk ik terug aan het gesprek bij HR. “De wereld verandert.” Wellicht moeten ze dat ook even doorgeven aan meneer Heijn.

“Dameshygiène.”
Oei, dus niet voor non-binaire mensen met een baarmoeder?

“Italiaanse worst.”
Culturele appropriatie, want: geproduceerd in Zierikzee.

“Blanke vla.”
Ik zeg het niet eens.

Allemaal geen probleem, maar bij het woord ‘sneeuwvlokje’ doen ze het allemaal in hun broek? Geen wonder dat je tegenwoordig blijkbaar luiers kunt kopen voor tieners. Als de kinderen maar weten hoe ze nutteloze discussies moeten voeren is het goed; zindelijk maken komt nog wel een keer.

“De wereld verandert niet. De mensen veranderen. Collectieve regressie.”, mopper ik.

De enige vooruitgang is de zelfscankassa. Dat scheelt weer een hersendodend praatje met een kassière die niet eens in staat is om het woord kassière te spellen. Met enige handigheid scan ik alle boodschappen in de volle kar en ruim ik ze meteen in een paar tassen in. Enigszins tevreden reken ik af en loop ik naar de laatste horde.

De sigarettenbalie.

Een jongedame kijkt me enthousiast en verwachtingsvol aan. Ik vraag om een slof van mijn favoriete merk, leg vervolgens uit wat een slof is en wacht tot ze klaar is met zoeken.

“Mag ik uw ID even zien?”

Verbaasd wrijf ik even over mijn baard. 25 is tenslotte zo lang geleden, dat ik het al niet meer kan zien in de binnenspiegel.

“Ja, sorry, ik moet altijd ID vragen.”

“Snap ik. We willen natuurlijk niet dat jongeren sigaretten in handen krijgen, zodat ze kunnen stoppen met blowen. Hoe oud ben je zelf eigenlijk?”

“Vijftien..”

“Maar als jij sigaretten in handen hebt, is het geen probleem?”

“Nou, u bent erg gezellig.”

Ik zucht.

“Luister. Daarbuiten gaat het tekeer als in de zesde ring van de hel. Ik wil graag snel naar huis en heb geen tijd voor onzin. Ik ben 35 en zie eruit als 45. Je kunt mij deze gewoon verkopen. Als dat een probleem voor je is, dan staan.. daar.. de luiers in jouw maat.”

“Nouja, zeg..”

“Met de Kleine Zeemeermin? Of Iron Man, dat mag ook. Ik oordeel niet hardop.”

Met een boze blik scant ze alle pakjes, die ze vervolgens demonstratief hard op de toonbank kwakt. Ik pin en leg ze zo snel mogelijk in mijn tas.

“Fijne dag nog!”, groet ik overdreven gezellig.

Ze negeert me nu volkomen. Het is maar goed dat ik toch geen zegeltjes spaar.

Vervolgens trotseer ik het weer, dat inmiddels wel een storm genoemd mag worden. Snel zet ik de boodschappentassen op de achterbank en stap ik zelf achter het stuur. Het plan is duidelijk: zo snel mogelijk naar huis drijven, die lasagne in elkaar draaien en een interessante film zoeken. Geen gedoe meer vandaag. Rust.

Voorzichtig rijd ik naar huis. Normaal gesproken zou ik het ding nog graag op zijn staart trappen, maar de meeste straten zijn veranderd in kleine rivieren. Het kost nogal wat energie om mijzelf te blijven concentreren en ik ben dan ook danig opgelucht als ik mijn eigen straat weer binnenrijd. Bijna thuis..

Langzaam draai ik de oprit op. Mijn oog valt op iets vreemds bij mijn voordeur. Instinctief trap ik op de rem. Dat is geen iets; dat is een iemand. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat diegene zich niet kan identificeren als een iets, maar dat terzijde.

Snel parkeer ik de auto en stap ik uit.

“Froukje?”

Ze zit tegen de muur bij de voordeur. Haar hoofd leunt achterover. De capuchon van haar hoodie is doorweekt. Ik kniel bij haar neer en zie dat ze er niet goed aan toe is.

“Froukje? Zeg eens iets?”

Ze reageert niet. Voorzichtig schud ik aan haar schouders. Ze kreunt zachtjes. Met beleid geef ik een tik op haar wang vol uitgelopen make-up.

“Men.. meneer?”, zucht ze flauwtjes, zonder haar ogen te openen.

Dat is dan duidelijk. De geur van alcohol komt me al tegemoet, zodra ze haar mond opendoet. Ik kijk in haar tas en zie inderdaad een halflege fles wodka.

“Froukje, wat is er gebeurd? Hé, praat tegen me..”

Maar tot praten is ze niet meer in staat. Ze voelt ijskoud aan. Ik heb geen idee hoe lang ze hier al zit, maar als ze nog niet onderkoeld is.. dan is ze goed op weg. Maar ik ruik nog iets anders. Snel draai ik Froukje een stukje opzij. De achterkant van haar broek zou droog moeten zijn, maar dat is niet overal zo. Zelfs in deze stortregen is het duidelijk dat ze in haar broek heeft geplast.

Ik zucht. Deze dag houdt maar niet op.

Snel maak ik de voordeur open, waarna ik Froukje voorzichtig optil. Ik draag haar naar de badkamer en zet haar in de kuip. Ik draai de kraan open en laat het bad langzaam vullen in de hoop dat de warmte haar een beetje bijbrengt.

Vervolgens prop ik wat handdoeken achter haar rug, zodat ze rechtop blijft zitten. Verdrinken had ze tenslotte ook buiten al kunnen doen. Ik ren weer naar beneden, haal de tassen uit de auto en werk die snel naar binnen. Ook de tas van Froukje gooi ik de gang in. Aangezien die niet dicht bleek te zijn, vallen er allerlei spullen uit.

Ik vloek binnensmonds en duik nog een laatste keer terug de auto in voor mijn telefoon en autosleutels. Snel sluit ik hem af en loop ik weer naar binnen. Ondanks dat ik zo snel mogelijk terug naar de badkamer wil, valt me iets anders op zodra ik de voordeur dichtsla.

Op de vloer ligt een klein, doorzichtig zakje. Vol met rode pilletjes. Ik raap het op en besef wat ik in mijn handen heb. Boos loop ik richting de badkamer.
 

Snakebite

Superlid
Naamloos(3).png

Hoofdstuk 03: Chupachoops

“Froukje? Zeg eens iets?”

Ze ligt nog steeds in het warme bad. Zachtjes voel ik aan haar voorhoofd en wangen. Gelukkig begint ze al iets warmer te worden. Haar ademhaling is rustig en constant. Als ik haar pols pak, kan ik een duidelijke polsslag voelen.

Ik trap mijn natte schoenen uit en op doorweekte sokken loop ik naar de slaapkamer. In de kast moeten die apparaatjes nog ergens liggen. Al snel kan ik zo goed en kwaad als het gaat de bloeddruk van Froukje meten. Laag, maar niet zorgelijk laag. De saturatiemeter aan haar vinger geeft ook aan dat alles in orde lijkt. Nooit gedacht dat die apparaten nog eens van pas zouden komen, maar zo zie je. Wie wat bewaart, die heeft wat.

Gerustgesteld ga ik op de rand van het bad zitten. Ze is gewoon straalbezopen.

“Meneer..?”

Voorzichtig mompelt ze. Ze houdt haar ogen gesloten en beweegt nauwelijks.

“Rustig maar, Froukje. Blijf even liggen tot je het weer warm hebt.”

Langzaam opent ze één oog. Nu is duidelijk te zien hoe zeer ze van de wereld is. Waarschijnlijk ziet ze mij nu achtdubbel.

“Oké, meneer..”

Ze sluit haar oog weer. Buiten gaat de storm nog steeds flink tekeer, maar daar lijkt ze niets van mee te krijgen.

Ik verzeker mijzelf ervan dat Froukje stevig tegen de badrand ligt en loop even naar beneden om één en ander op te ruimen. Het is vooral een moment dat ik dringend nodig heb om een strategie te bepalen.

Verdorie, wat is er toch met haar gebeurd? Froukje was misschien wel de meest getalenteerde studente die ik in mijn lessen heb gehad. Ze had zonder enige problemen een betaalde stageplek kunnen vinden bij de vele advocatenkantoren in de stad. En nu staat ze in een koffiezaakje? Nu ligt ze hier bezopen?

Om nog maar te zwijgen van die Chupachoops in haar tas. Ik weet dat studenten tegenwoordig veel makkelijker experimenteren met drugs dan ik vroeger. Maar van Froukje had ik echt niet gedacht dat ze ooit aan de pillen zou gaan. Of wat voor rotzooi dan ook.

Froukje leek mij veel te sterk voor verslavingen, herinner ik me terwijl ik een sigaret aansteek.

De boodschappen verdwijnen snel in de kastjes, terwijl ik als Ma Flodder rokend door de keuken beweeg. Stevig balend leg ik ook de prei weg. Op die lasagne hoef ik vanavond niet meer te rekenen. Serieus, hoe belachelijk slecht kan een maandag zijn?

Op dat moment realiseer ik me dat dit niet een probleem is dat snel op te lossen is. Froukje is zo dronken dat ik niet verwacht dat ze vanavond nog ergens anders heen zal kunnen.

Ik heb ook geen idee wie ik moet bellen. Als er al iemand is om te bellen. Ik kan me nog herinneren dat ze geen goede band met haar ouders had. Het ziet er ook niet naar uit dat er een vriendje is om te bellen. Of een vriendinnetje. Of een.. dingesje? Weet ik het..

Als ik door haar tas rommel, vind ik vanalles maar niets met een adres of telefoonnummer. Het is me inmiddels wel duidelijk dat Froukje voorlopig inderdaad nergens naartoe gaat. Prima, dan slaap ik wel op de bank. Kan er ook nog wel bij. Het is niet alsof ze in de badkuip kan slapen.

Dan slaak ik een zucht die zo diep is dat er meer rook vrijkomt dan bij een gemiddelde brand.

Haar kleren zijn zeiknat! Niet bepaald hoe ik haar in bed zou willen rollen. Gefrustreerd druk ik mijn sigaret uit en loop ik terug naar boven. Ik kijk even snel op de badkamer om te controleren of alles nog goed gaat. Gerustgesteld loop ik terug naar de kast.

Misschien is het toch maar goed dat ik nog niet opgeruimd heb.

Al ben ik duidelijk niet besluitvaardiger geworden. Het duurt minstens een kwartier voordat ik kleding heb gevonden waar ze zich straks in kan wurmen. Een hemdje, oude joggingbroek en slaapshirt zullen wel voldoende zijn.

Mode is dus niet mijn ding. Maar zo ver waren we al..

Mijn ogen vallen op de pakken luiers die onder in de kast staan. Tja, als er iets is dat ik de afgelopen tijd zeker al had kunnen opruimen.. Blijkbaar kan ik gewoon niets meer weggooien tegenwoordig. Mijn gedachten gaan even terug naar de overdreven opmerkingen tegen de kassière in de supermarkt en ik grinnik. Vijftien is duidelijk geen overdreven maat.

Froukje is volgens mij 21 en die heeft zichzelf zo bezopen dat ze haar broek nog niet meer droog kon houden. Laat staan voor welke leeftijd deze luiers bedoeld waren.

Ik glimlach weemoedig, terwijl ik een luier uit het geopende pak haal en op de rand van het bed ga zitten. Als ze het vannacht maar droog weet te houden, want dit bed is me lief. Ik mik de luier terug de kast in en besluit weer naar de badkamer te gaan.

“Froukje?”, zeg ik zachtjes. “Kom, meisje, het is tijd om op te staan en iets droogs aan te trekken.”

Het stapeltje kleren ligt op de wasmand.

“Het ga..at niet zo g..oed”, brabbelt ze.

“Dat kun je wel stellen”, zucht ik. “Maar het wordt er niet beter op als je hier blijft liggen. Kom, probeer eens op te staan. Ik help je.”

Met de grootst mogelijke moeite krijg ik Froukje overeind getild, maar ze is doodop. Haar benen hebben niet genoeg kracht om haar overeind te helpen. Ik weet haar op te vangen en voorzichtig op de douchestoel te zetten.

“Kom, meisje, je moet uit die natte kleren. Anders word je nog ziek.”

Langzaam opent ze haar ogen. Spleetjes. Ze zoekt me.

“Kunt u.. kunt u helpen..?”

Ik vloek van binnen. Als ik iets niet nodig had, dan was het deze ongemakkelijkheid wel. Ja, joh, ik kleed je wel even om. Hartstikke normaal.

Ik zucht.

“Lukt het echt niet zelf?”

Ze schudt haar hoofd en sluit haar ogen.

Het lijkt een eeuwigheid te duren voordat al haar natte kleren uit zijn, ze is afgedroogd en de warme kleren aanheeft, die ik bij elkaar heb gezocht. Froukje had nu niet bepaald de energie of kracht om tegen te werken, maar van mééwerken was ook weinig sprake. Nul controle over haar ledematen. Het was een worsteling.

Terwijl Froukje weer op de douchestoel zit en zich overeind houdt tegen de muur, werp ik haar kleding snel in de wasmachine.

“Meneer..”, zucht ze, bijna onhoorbaar.

“Wat is er?”

“WC..”

Gloeiende…

Snel help ik haar overeind. Ik hoor haar maag opstoten, terwijl ik Froukje richting de wc help. Wonder boven wonder zijn we net op tijd. Ze zit nog net voor de wc, als het spugen begint. Dat had ik niet willen opruimen.

Geduldig wacht ik naast haar tot het voorbij is en houd ik haar halflange, donkerblonde haren veilig opzij.

“Sorry..”, zucht ze.

“Waarvoor?”

Dan zie ik pas dat de vloer nat is. Net als de joggingbroek die ze amper vijf minuten aan heeft gehad. Het overgeven heeft blijkbaar meer controleverlies met zich meegebracht.

Een paar minuten later help ik Froukje in bed. Ik hoef niet uit te leggen dat ik die luier alsnog uit de kast heb gevist, samen met een nieuwe pyjamabroek. Ze protesteerde niet eens. Er zit geen kracht meer in het meisje.

“Probeer maar goed te slapen, oké?”, fluister ik, terwijl ik haar toedek en strategisch een emmer binnen handbereik neerzet.

“Nee, meneer..”

“Je mag morgen boos op me worden, maar die luier gaat nu echt niet af.”

“Nee.. ik ben bang..”

Vergeet de lasagne. Het is een wonder als ik vandaag nog íéts ga kunnen eten.

“Het is al goed. Ik blijf bij je.”

Ik ga naast het bed zitten en leun tegen de muur. Als ik geruststellend over Froukje haar arm wil wrijven, pakt ze mijn hand vast. Daarna blijft het stil.

Ik had iets te drinken mee moeten nemen.

Uiteindelijk schrik ik de volgende ochtend pas weer wakker. Alles doet pijn, want ik ben blijkbaar rechtop in slaap gevallen. Het duurt even voordat ik besef wat er ook alweer allemaal gebeurd is.

Mijn gewrichten protesteren als ik op probeer te staan. Het lukt allemaal nog maar net. Snel kijk ik of ik Froukje niet per ongeluk wakker heb gemaakt, maar pas dan valt me op dat het bed leeg is.

Ik vind haar uiteindelijk in de achtertuin. Ze zit met opgetrokken knieën op een van de tuinstoelen. Ze staart naar de opkomende zon, terwijl ze rookt. Eentje van mij. Geeft niet; ik heb net een nieuwe slof gekocht. Met veel moeite, maar toch.

Het slaapshirt hangt over de rugleuning van de stoel. Het hemdje is blijkbaar warm genoeg. Ze heeft de luier nog altijd om; één van de redenen waarom ik niet echt uitkijk naar het komende gesprek.

“Heb je het niet koud?”

Ik ga in de stoel naast haar zitten en zie dat ze gehuild heeft.

“Nee, het is wel lekker zo.”

De ongemakkelijke stilte biedt mij de kans om dan ook maar een sigaret aan te steken. Ik leun achterover en kijk naar Froukje. De blauwe plekken en littekens op haar rug en armen zijn zo weer duidelijk zichtbaar.

“Sorry. Voor alles.”

“Je hoeft geen sorry te zeggen. Maar ga je me nu wel eerlijk vertellen wat er allemaal aan de hand is?”
 

Lina

Toplid
Wow...
Het eerste hoofdstuk moest ik ff inkomen. Maar het einde van hoofdstuk 3 zag ik niet helemaal aankomen. Ben heeeel benieuwd naar de rest.
 

Snakebite

Superlid
Wow...
Het eerste hoofdstuk moest ik ff inkomen. Maar het einde van hoofdstuk 3 zag ik niet helemaal aankomen. Ben heeeel benieuwd naar de rest.
Goed om te horen dat iemand dit al niet zag aankomen. Dan zullen de echte twists goed zijn. :)

ALS die er al zijn, natuurlijk. :eek:
 

goudvis

visje.. vissie..
Wow.. t klinkt een beetje soort gelijk als een verhaal dat ik ooit eens (ik denk wel een jaar of 10 terug) heb opgeklad..

Ga zo door!! Ben benieuwd hoe het verder gaat
 

luierdromer

Niet geschoten is altijd mis.
Mooi, maar heftig verhaal, nu al.
Erg benieuwd waar dit heen gaat, maar vooral naar het hoe, en waarom.
Wat Froukje betreft., direct volgen, maar aangezet.

:tmb:tmb:tmb
 

Snakebite

Superlid
Dit smaakt naar meer!!!:peace
Thanks! Goed om te horen! :)

Wow.. t klinkt een beetje soort gelijk als een verhaal dat ik ooit eens (ik denk wel een jaar of 10 terug) heb opgeklad..

Ga zo door!! Ben benieuwd hoe het verder gaat
Ik heb geen idee welke het is, maar dan nog kan ik je garanderen dat deze héél anders zal aflopen. ;) Al zal ik vast iets aan inspiratie hebben opgepikt van alles wat ik heb gelezen nu ik met de Verhalencheck bezig ben. De pareltjes zijn zeldzaam, maar werken toch altijd onbewust een stukje door. :)

Mooi, maar heftig verhaal, nu al.
Erg benieuwd waar dit heen gaat, maar vooral naar het hoe, en waarom.
Wat Froukje betreft., direct volgen, maar aangezet.

:tmb:tmb:tmb
Dankjewel! :) Volgen is altijd een goed idee! :D

Verhaal is al mooi opgang en veelbelovend. Mooi geschreven ook, professioneel wil ik bijna zeggen. Leest fijn weg :)
Thanks! :) Hopelijk kan ik de veelbelovendheid ook waarmaken. :)

Interessant en veelbelovend verhaal tot nu toe, ik ben benieuwd hoe dit verdergaat!
Dankjewel! Een goed teken dat je nog benieuwd bent. Dan zijn de hints goed genoeg verborgen. :p

Goed bezig, Snakebite ik zit er weer lekker in
Thanks! Dat is fijn om te horen! :D

Het verhaal kwam ook in mijn ogen een beetje moeizaam op gang, maar nu ben ik wel geïnteresseerd in hoe dit verder gaat.
Daar was ik zelf ook al een beetje bang voor; vandaar dat ik meteen t/m hoofdstuk 3 heb gepost. Ik had het vermoeden dat die drie samen het juiste punt zijn om te starten en lezers te interesseren. Altijd moeilijk om je personages levendig te maken en het verhaal op te zetten in één hoofdstuk. Gelukkig heeft dit gewerkt! :D
 
Bovenaan