Peetoom (TB, ML, TL, WL, NL, GL, VN, BP)

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 1 1,4%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 1 1,4%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 1 1,4%
  • 9

    Stemmen: 10 14,1%
  • 10

    Stemmen: 58 81,7%

  • Totaal stemmers
    71

Lily

UITLEG: 'geen contact aub' betekent geen contact!
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Je verhaal is echt geweldig, ik wacht vol spanning af!
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Ah, balen! Sorry, jongens (en meiden ;) ) .. ik zie net pas dat in mijn vorige post dinsdag 03 juli had moeten staan .. :(
Ik ben vergeten de datum in te vullen. Excuus! Nog een weekje!
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 19)

Oké, vooruit dan maar .. ;)

Hoofdstuk 19: Het Huisbezoek

Voorzichtig schenk ik twee kopjes koffie in, terwijl ik uit alle macht mijn zenuwen in bedwang probeer te houden. In de woonkamer zit een vrouw, die namens de Kinderbescherming op huisbezoek komt. Een huisbezoek om te bepalen of ik een geschikte voogd ben voor mijn nichtjes, of dat de voogdij terecht komt bij de buren. Dezelfde buurman die ik zojuist een harde klap verkocht heb. Wat de vrouw van de Kinderbescherming mee heeft gekregen.

Ik draai de kan koffie dicht en zet hem terug op het aanrecht. Met mijn zakdoek werk ik het zweet van mijn voorhoofd weg. “Rustig blijven. De meiden liggen boven uit te rusten na het kamperen. Deze vrouw is de enige die de klap heeft meegekregen. Deze situatie kan nog gered worden”, fluister ik mezelf toe.

Met lood in mijn schoenen breng ik de koffie naar de vrouw toe. “Gebruikt u melk of suiker?”, vraag ik beleefd. “Noem me maar gewoon Roos, hoor. Ik houd niet zo van dat formele gedoe”, zegt ze. Een grote glimlach verschijnt op haar gezicht, waardoor ik ook wat ontspan. “Overigens, nee, ik drink mijn koffie gewoon zwart.”

Met wat meer zelfvertrouwen dan enkele minuten geleden, laat ik me in mijn stoel zakken. Roos kijkt om zich heen, waarschijnlijk om het huis zorgvuldig in zich op te nemen. Ik maak op mijn beurt van de gelegenheid gebruik om haar even op waarde te schatten.
Roos is een vrouw van een jaar of vijftig. Ze heeft erg kort, donkerblond haar en is wat gezet. Ondanks dat ze erg correct is in alles wat ze doet, komt ze erg sympathiek op me over. Haar glimlach was voldoende om me gerust te stellen.

“Ik heb er geen bezwaar tegen als je een sigaret wilt roken, hoor”, zegt ze zó plotseling, dat ik me bijna in mijn koffie verslik. “Hoe weet u dat ik rook?”, vraag ik verbaasd. “Nou, ik zie je zo verlekkerd naar die asbak kijken. Bovendien heb ik al veel over jullie gehoord”, legt Roos uit.
“Zeker van mijn boze buurman?” grap ik, terwijl ik dankbaar een sigaret aansteek. “Dat ook. Maar vooral van mijn man. Die ken je erg goed”, vervolgt Roos.
Even ben ik van mijn stuk. “Uw man?”, herhaal ik, terwijl ik uit alle macht probeer te bedenken wie dat kan zijn. Met mijn geluk is het één van de vele, vele docenten die ik in mijn leven tegen me in het harnas heb weten te jagen ..

“Ja, mijn man. Max.”

Ik moet Roos hebben aangekeken met ogen zo groot als schoteltjes. “Je kijkt erg verbaasd. Heeft hij nooit over me verteld?”, vraagt ze lachend. “Ja, dat wel. Maar we hebben het nooit echt over uw werk gehad”, herpak ik mezelf. “Maar dan bent u dus volledig op de hoogte van onze situatie?”

Roos knikt. “Ik vertelde Max dat ik dit dossier toegewezen had gekregen. Het verhaal over de verongelukte ouders deed bij hem een belletje rinkelen. We hebben het dossier toen samen bekeken en hij heeft wat zaken toegelicht. Vervolgens heeft hij me een preek van een half uur gegeven over wat voor een goede vent je wel niet bent”, vertelt Roos lachend.
“Eigenlijk hadden we dat misschien niet zo intensief mogen bespreken. Max was er echter zeker van dat je er geen bezwaar tegen zou hebben. In alle eerlijkheid: ik denk dat het alleen maar een voordeel voor je is”, vervolgt ze. “Met Max aan mijn kant voel ik me inderdaad erg gesterkt”, geef ik toe. “Maar ik denk dat ik zojuist mijn eigen glazen heb ingegooid.”

Roos neemt een slok van haar koffie voordat ze me vraagt waarom ik dat denk. “Nou, ik heb meneer Vranken geslagen. Gebruik van geweld zal niet in mijn voordeel werken”, leg ik uit. Roos lacht hardop. “Nee, goedkeuren kan ik het niet. Maar ik heb ook gehoord hoe hij je maar bleef uitlokken. Ik zou me er niet teveel zorgen om maken. Je wilt niet weten hoeveel moeite het kost om kinderen weg te krijgen bij écht gewelddadige ouders. Dit is het enige negatieve dat ik aan jou zaak kan ontdekken, Rick. Geen strafblad, zelfs geen bekeuringen.”

Ik wil de grap maken dat mijn broer (de politieagent) mijn bekeuringen altijd liet verdwijnen, maar beslis dat ik deze maar beter achterwege kan laten.

“Je situatie is verre van ideaal. Maar daar heb jij ook niet om gevraagd. Iedereen met wie ik gesproken heb is erg positief over de manier waarop jij er voor je nichtjes bent. Uitgezonderd de buren, maar dat zul je wel begrijpen.”
Ik knik instemmend. “Het is fijn om te horen dat u zo positief over me bent. Toch kan ik me niet voorstellen dat dit bezoek alleen voor de gezelligheid is”, merk ik vervolgens op.

“Dat is ook zo. Mijn taak voor vandaag is om een kijkje te nemen in jullie huis. Om te zien of de kamers van Noor en Anne in orde zijn. Eigenlijk is het een laatste controle om te bepalen of de dames goed verzorgd worden. Niet dat ik daar specifiek aan twijfel; het is een verplichting”, licht Roos de situatie toe.
“Dat kan ik goed begrijpen. Het is alleen maar mooi dat jullie er zo zorgvuldig mee omgaan. En als u geen bezwaren aantreft? Wat is dan de gang van zaken?”, vraag ik.

“Dan gaan de zaken snel vooruit. Hoewel ik niet gecharmeerd ben van je buren, kan ik niet concluderen dat ze ongeschikte voogden zijn. Ik zal dus terugkoppelen dat er geen bezwaren tegen jullie beiden zijn. De rechter zal jullie vervolgens oproepen voor een verhoor, om ook zelf te kijken of hij jullie geschikte ouders vindt. Als dat zo is, komt de keuze bij de meiden zelf te liggen”, vertelt Roos.
“Dus dan mogen ze zelf kiezen waar ze willen wonen?”, vraag ik ter controle. “Precies, omdat ze dan beiden twaalf jaar of ouder zijn”, antwoordt Roos.
Langzaam maar zeker krijg ik mijn zelfvertrouwen weer terug. Roos ziet het aan me. “Zoals ik al zei, ik zou me niet zo’n zorgen maken”, zegt ze met een knipoog.

De rest van het bezoek is erg vlot verlopen. Ik heb Roos een rondleiding door het huis gegeven. Afgezien van de enorme stapel was, heeft ze nergens iets over gezegd. Toen ik haar vertelde dat we net terug zijn van een weekend kamperen knikte ze alsof ze de situatie kende.
Gelukkig hebben Anne en Noor overal doorheen geslapen. Ik heb ze nog steeds niet verteld dat de rechtzaak eraan zit te komen. Dat is voor later zorg. Zeker nu ik mijn band met Anne eindelijk weer een beetje hersteld heb.
Rond een uurtje of zes ben ik naar de frituur gelopen om wat avondeten te halen. Ontzettend slaperig hebben we met zijn drieën voor de televisie gegeten. Anne viel al snel weer in slaap op de bank, maar Noor werd langzaam wakkerder.

“Hoe vond je het nou? Voor de eerste keer kamperen met scouting?” vraag ik haar. Een grote glimlach verschijnt op haar gezicht. “Echt supertof. Vooral dat jij ook mee was. Iedereen vond je echt leuk!”, vertelt ze enthousiast.
Ik moet lachen. “Nou, je leiding heeft me gezegd dat ze jou ook echt een heel leuke meid vinden. Ze hopen echt dat je meegaat op zomerkamp”, vertel ik haar.
Ineens slaat haar vrolijke stemming een beetje om. “Dat weet ik nog niet”, geeft ze toe. “Hoezo weet je dat nog niet?”, vraag ik bezorgd.
“Nou, of ik wel durf. Met alleen Tamara in een tent slapen is niet erg, omdat ze ook wel eens een nat bed heeft. Maar een zomerkamp is lang. Wat nou als ze achter mijn luiers komen?”, vertelt ze zachtjes.
“Lieverd, dat komen ze toch niet? Niemand heeft er dit weekend wat van gemerkt. Dan zal dat op het kamp net zo goed niet gebeuren. En dan kun je toch ook alleen met Tamara slapen?”, probeer ik haar gerust te stellen.
“Maar het is zo eng om met mijn luier om naar de wc te lopen”, geeft Noor toe. “Elke keer ben ik bang dat ik iemand tegenkom en dat die de luier hoort kraken.”
Op dat moment onderbreekt Anne ons gesprek. Ik had niet eens in de gaten dat ze wakker is.

“Maak je niet zo druk, Noor. Je hebt de avond voor het kamperen bij mij in bed geslapen, toch?”, vraagt Anne. Noor knikt. “Nou, ik heb alleen maar héél zachtjes iets gehoord. Maar weet je waarom dat was? Omdat je niets over je luier aanhad. Als je je pyjamabroek aanhebt, merkt niemand dat. Als je luier echt zo’n kabaal maakte, zouden Rick en ik hier nooit in slaap komen”, grapt ze.

Langzaam verschijnt de glimlach terug op Noor’s gezicht. “Bovendien”, zegt Anne met een grijns. “Bovendien zal ik iedereen die stom tegen je doet met z’n gezicht in de modder duwen. Afgesproken?”
Noor knikt en Anne geeft ons allebei een knuffel voor ze terug naar bed gaat. Trots kijk ik haar na. Ze begint meer en meer op haar ouders te lijken.

De volgende dag is het tijd voor een feestje – Noor wordt vandaag twaalf jaar!
We zitten gezellig met zijn allen buiten in de tuin. Chantal en Pierre zijn op bezoek, en ook Ellen is even langsgekomen. Ondanks de duidelijke spanning tussen Chantal en Ellen is het allemaal best gezellig. Noor vindt het allemaal prachtig, maar Anne is erg stil. Ze houdt nu eenmaal niet zo van drukte – en zeker als het allemaal om iemand anders draait.
We hebben de barbecue een tijdje geleden aangezet en Pierre heeft zich als chefkok opgeworpen. De uitslover. Ach, hoezeer ik ook een hekel aan hem heb, hij maakt goede burgers.

Ineens is er wat commotie. Anne heeft in de keuken een grote kom met sla gemaakt en wil via de deur van de bijkeuken naar de tuin lopen. Pierre, die naast de deuropening aan de barbecue staat te werken, heeft dat niet in de gaten. Per ongeluk stoot hij met een elleboog tegen de kom sla, waardoor de inhoud vervolgens over Anne’s shirt wordt geworpen.
“Kun je niet uitkijken, man?!”, schreeuwt ze, voordat ze met tranen in haar ogen naar binnen rent. Pierre blijft stomverbaasd achter. “Het .. was per ongeluk”, stamelt hij in onze richting. “Ik ga wel even mijn excuses maken.”

Pierre is nog geen tien seconden binnen of er klinkt opnieuw gedonder. “Ga weg, man!”, schreeuwt Anne. Ik loop snel naar binnen om de situatie te bezweren. Anne staat in de bijkeuken met haar shirt in haar handen. Ze heeft alleen haar beha nog aan. “Kom je me soms begluren, viezerik? Ga weg!”, klinkt het opnieuw.
Ik loop naar Anne toe en pak haar bij een bovenarm. Snel trek ik haar mee de gang op. “Luister, ik mag die gozer ook niet, maar dat wil niet zeggen dat je zo tegen hem moet schreeuwen”, sis ik. “Maar, hij .. hij heeft ..”, stamelt Anne, terwijl de tranen over haar gezicht lopen. “Dat was per ongeluk. Iedereen kon dat zien. Kom, ga een schoon shirt aantrekken. Er is niets aan de hand, oké?”
Snel veeg ik de tranen uit haar ogen en geef ik Anne een kus op haar voorhoofd. Sip loopt ze de trap op naar boven.

Op dat moment klinkt de deurbel. Vreemd, want volgens mij is alle visite er al. Als ik de deur openmaak, slaat me de schrik om het hart.

“Goedemiddag, politie.”
 

LBV

Toplid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Ziet er weer goed uit! Wat een cliffhanger :p
Top! !1
 

?????

Beginneling
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Eindelijk weer een nieuw deel dance
ik ben echt benieuwd naar het vervolg!
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 20)

Hoofdstuk 20: Bloed

Het is twee uur later als de twee agenten ons huis verlaten. Noor is buiten met de gasten nog steeds haar verjaardag aan het vieren. Volgens mij is Anne na het gedoe met Pierre niet meer naar beneden gekomen, maar waarschijnlijk is dat maar goed ook. Als een puber in een lastige bui is, kun je er meestal toch niet veel meer mee aanvangen. Dat weet ik nog wel van mijn eigen puberteit.
Voor ik ook terug naar de gasten ga, neem ik een momentje voor mezelf. Dat heb ik hard nodig, want het gesprek met de politie was niet gezellig. Met mijn vertrouwde kop koffie en sigaret ga ik even op bed liggen in de slaapkamer van Marnix en Lisa.

Eén van de agenten die bij ons is geweest ken ik nog. Kim is namelijk lang de partner van Marnix bij de politie geweest. Ze is talloze keren bij hem op bezoek geweest en na het ongeluk van hem en Lisa was het diezelfde Kim die mij kwam vertellen dat ze waren overleden.
Waarschijnlijk is dat ook de mazzel die ik heb gehad. Dat Kim mij daardoor ook kent en weet hoe ik (en de huidige situatie) in elkaar zit. Gisteren, net voor het huisbezoek, had ik namelijk een confrontatie met de buurman. Deze meneer Franssen is voor de dood van Marnix en Lisa blijkbaar goed genoeg bevriend met ze geweest om de voogdij over Noor en Anne te durven aanvechten. De stress die dat al een hele tijd met zich meebrengt kwam gister tot uiting in een scheldpartij. Uiteindelijk dacht ik dat hij mij een klap wilde verkopen, waardoor ik hem een duw gaf. Hij struikelde en viel met zijn hoofd op de oprit, wat weer zorgde voor een bloedende wond op zijn kale hoofd.

Door deze ellende was ik er van overtuigd dat de politie voor de deur stond om me in de boeien te slaan, of iets van deze strekking. Volgens Kim klopt het dat de buurman aangifte wegens mishandeling tegen me gedaan heeft. Echter heb ik eindelijk een keer alle geluk van de wereld aan mijn kant staan.

Het is namelijk niet alleen zo dat Kim de meiden (en daardoor ook mij) bij iedere kans die ze heeft wilt ontzien van problemen. Een aangifte werk je echter niet zomaar weg. Kim is blijkbaar naar de commissaris van het bureau gegaan met dit voorval. Het blijkt dat ook hij een hoge pet van Marnix op heeft gehad, want hij gaf haar opdracht om te doen wat nodig is om deze aangifte zo snel mogelijk ongegrond te kunnen verklaren.
Zodra ze zijn zegen had, is Kim bij mij langsgekomen om mijn verklaring op te nemen. Omdat ik de bui eigenlijk al voelde hangen, heb ik niets anders dan de waarheid verteld. Over hoe de buurman me al tijden aan het provoceren is, maar dat dit gisteren een keer uit de hand gelopen is. Kim merkte zelf al op dat het erg toevallig is, dat dit precies gebeurde op het moment dat de Kinderbescherming bij ons langs zou komen.

Vrij snel in het gesprek ontdekte Kim al een raar punt in de verklaring van de buurman. Bij het doen van de aangifte heeft hij namelijk onomwonden verklaard dat ik hem geslagen heb. Echter is het geval dat het niets meer dan een duw is geweest. Kim, toch al op zoek naar een manier om dit te laten verdwijnen, beet zich hier meteen in vast.
Binnen enkele minuten was de hele zaak opgelost. Ik kon mij namelijk herinneren dat Roos (de vrouw van de Kinderbescherming) gezien moet hebben hoe onze confrontatie is geëindigd. Daarmee dus ook dat ik geduwd en niet geslagen heb. Kim heeft Roos direct opgebeld, die mijn verklaring in zijn geheel bevestigde.
Natuurlijk heeft de buurvrouw daarop de verklaring van de buurman nog eens bevestigd. Hierdoor ontstond een ‘hij zei – hij zei’-situatie, waarbij de politie de verklaring van Roos een hogere prioriteit gaf. De nieuwe partner van Kim had bovendien andere dubieuze aangiftes van de buurman weten te vinden. Mensen aanklagen wegens geluidsoverlast van een drumstel, en dat soort onzinnige zaken.

Al met al was dit genoeg voor Kim om de aangifte van de buurman in zijn geheel ongegrond te verklaren. Waarna ze me natuurlijk wel streng toegesproken heeft over de hele situatie. Dat ik me niet gek moet laten maken door die mensen. Dat ik het goede moet doen. Voor de meiden zorgen, zo goed als ik kan. Daarmee Marnix en Lisa trots maken.
Hoewel ik die gedachtegang zelf ook al een aantal keer had gemaakt, was het best confronterend om deze van iemand anders te horen.

Marnix trots maken .. ik wil niets liever.

Ik ben namelijk altijd al trots op hem geweest. Ook al weet ik dat hij het lang niet altijd eens is geweest met mijn leefstijl, toch hield hij van me. Daar heb ik nooit aan getwijfeld. Maar trots? Dat weet ik zo net nog niet.
Familie is altijd het belangrijkste voor hem geweest. Dat was bij ons als kinderen al zo. Niet onze vader, maar hij is degene geweest die mij heeft leren zwemmen. Of leren fietsen. Meestal ging daar precies hetzelfde praatje aan vooraf.

“Probeer het nou gewoon een keer, Rick. Je kunt het best!”
- “Maar ik durf niet. Wat nou als ik val?””
“Je valt niet, beloofd.”
- “Dat zeg je alleen maar zodat ik het probeer.”
“Joh, vertrouw je me, of niet? We zijn broers, dat is bloed. Bloed laat bloed niet vallen.”
- “Oké, vooruit dan maar.”

Uiteraard had hij elke keer gelijk, ook al ben ik regelmatig gevallen. Maar dankzij hem probeerde ik het wel. Hij gaf me elke keer het vertrouwen dat het goed zou komen en dat ik alles aankon. Zelfs nu hij dood is, merk ik dat nog. Het kan toch geen toeval zijn dat er zoveel geluk inééns op mijn pad komt?
In ieder geval is er één ding dat altijd is blijven hangen. “Bloed laat bloed niet vallen.” Ik heb mijn nichtjes niet laten vallen, en dat zal ook niet gebeuren. Hopelijk is dat genoeg om hem echt trots te maken.

Inmiddels zijn mijn koffie en sigaret al een tijdje op. Ik besluit om mijn gezicht beneden maar weer eens te laten zien. Er zullen tenslotte wel vragen zijn naar aanleiding van het politiebezoek.
Zodra ik de slaapkamerdeur achter me sluit, hoor ik echter een raar geluid vanaf de kamer van Noor. Normaal laat ik me niet verleiden, maar voor de zekerheid neem ik er toch even een kijkje.

Als ik de slaapkamer van Noor oploop, zie ik direct wat er aan de hand is. Anne ligt in Noor’s bed en de geluiden die ik hoorde, waren haar snikken. Ik sluit de deur achter me en ga naast haar op het bed zitten. Voorzichtig leg ik mijn hand op haar schouder en vraag wat er aan de hand is.
“Ik weet het niet”, snikt ze zachtjes. “Ik voel me zo stom. Er is niets aan de hand en toch voel ik me boos en verdrietig. Ik snap mezelf gewoon niet.” Ik pak een zakdoek uit het nachtkastje van Noor, zodat Anne haar tranen kan drogen.

“Joh, maak je niet zo druk. We hebben allemaal van die dagen. Zolang je maar snapt dat het niet netjes was om Pierre een eikel te noemen. Ook al is hij dat natuurlijk wel.” Meteen zie ik een lach op Anne’s gezicht. “Een heel grote”, zegt ze, voordat ze haar neus snuit.
“Blijf maar rustig in bed liggen. Ik zal het Pierre wel uitleggen, oké?”, probeer ik het een beetje te sussen. “Waarom ben je trouwens niet in je eigen bed gaan liggen?”

Anne zucht. “Ik durf het eigenlijk niet te zeggen”, bekent ze. “Meid, je weet toch dat je je voor mij niet hoeft te schamen? Nergens voor.” Opnieuw leg ik mijn hand op haar schouder, uit vertrouwen.

Anne knikt bevestigend. “Dat weet ik. Maar het is meer iets dat ik met Chantal zou bespreken. Een vrouwendingetje”, legt ze uit. “Weet je het zeker?”, vraag ik ter controle. Anne knikt opnieuw. “Oké, dan stuur ik haar zo meteen wel even naar je toe. Val trouwens niet in slaap, want we gaan straks met zijn drieën nog even weg. Ik heb nog een verrassing voor jou en Noor, oké?”

Even later zit ik weer beneden in de tuin. Chantal is naar Anne toegegaan om te kijken wat er met haar aan de hand is. Noortje zit in de woonkamer en is verdiept in een nieuw boek. Iets over een onmogelijke vampierenliefde. Niet mijn ding.
Hierdoor zit ik dus samen met Pierre naast de barbecue, die inmiddels uitstaat. Ik drink nog wat koffie, Pierre een biertje. Er hangt een duidelijke spanning, maar ik kan me er niet echt druk over maken. Zolang hij me het bloed niet onder de nagels vandaan haalt, is het best.

“Rick, het spijt me echt over wat er net met Anne is gebeurd”, zegt hij opeens. “Ik snap niet goed waarom ze zo boos werd. Het ging echt per ongeluk.” Ik moet lachen om wat hij zegt. “Joh, maak je maar niet druk. Ik snap de helft van de tijd niet waarom Anne boos wordt. Ik denk dat het bij de leeftijd hoort. Het is al goed”, stel ik hem gerust.
“Gelukkig”, antwoordt Pierre, voordat Chantal weer naar beneden komt. “Ik ga even van je toilet gebruik maken”, zegt hij. “Vergeet de bril niet omhoog te zetten; het is hier vrouwvriendelijk!”, bijt ik hem nog na.

“Is alles goed met Anne? Ik maak me zorgen”, vraag ik Chantal. “Nergens voor nodig”, zegt ze. “Ze vraagt alleen of ze wat onderleggers van Noor mag gebruiken voor onder haar beddengoed. Er zat vanmorgen bloed op het onderlaken, omdat ze was doorgelekt. Het wisselt bij haar nu heel hevig, omdat het de eerste keren zijn. Ze voelt zich er erg onzeker over en daarom is ze ook bij Noor op bed gaan liggen”, legt Chantal de situatie uit.
Ik knik, half begrijpend. “Maar ik heb geen beddengoed bij de was gezien?” Chantal legt uit dat Anne die vanmorgen vroeg zelf stiekem gewassen heeft. “Oh, dus ze weet toch hoe het apparaat werkt. Dat is goed om te weten”, grap ik. “Wees nou maar een beetje lief voor d’r”, wijst Chantal me terecht. “Natuurlijk. Als zij liever met zo’n onderlegger slaapt, dan hoeft ze die maar te pakken. Nu Noor die dikkere luiers gebruikt, heeft ze de onderleggers toch niet nodig”, leg ik uit.

Even later is Pierre terug en keren hij en Chantal huiswaarts. Meteen geef ik Noor en Anne de opdracht om zich klaar te maken naar buiten te gaan. Het is tijd voor de verrassing.
“Rick, zit de kraag van mijn jas goed?”, vraagt Noor, worstelend met haar nieuwe zomerjas. Snel help ik haar, maar als ze zich weer met haar gezicht naar mij toe draait, schrik ik even. “Meid, heb je je gestoten? Je neus is aan het bloeden.” Noor schudt met haar hoofd, voordat ik haar achterover op een stoel laat gaan zitten.
Ik loop door naar Anne. “Meid, kun jij even een zakdoek voor Noor pakken? Ze heeft een bloedneus. En als je toch op haar kamer bent, pak je gelijk even wat onderleggers voor jezelf. Dan merkt Noor het niet”, zeg ik haar voorzichtig.

Enkele minuten later is Noor weer opgelapt en stappen we in de auto. Ik rijd naar de buurvrouw van Max, waar we onze puppy kunnen ophalen. Noor en Anne zijn, zoals gehoopt, dolblij met de nieuwe aanwinst.
We staan echter niet zo snel weer buiten als ik had gehoopt. De vrouw vertelt namelijk over de laatste pup die ze nog heeft, Lucky. Ze is als laatste geboren, en was erg klein. Daarom wilde niemand haar kopen. Vier paar puppyogen kijken me aan. (Noor, Anne, de vrouw en de pup zelf) Na enig aandringen blijk ik erg gevoelig voor het argument dat we de zusjes ‘toch niet uit elkaar mogen halen’. Als Anne dat zegt, doet ze me aan Marnix denken. ‘Bloed laat bloed niet vallen.’

“Vooruit dan maar”, geef ik toe. “Maar als we Lucky ook meenemen, dan noemen we de eerste puppy wel Strike!”
 

luierfan_boy

Zeg niet wat je weet, maar weet wat je zegt.
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Mooi vervolg weer, ook de afsluiting met die puppy's!
 

Daltons

Toplid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

hahaha lucky strike geniaal, goed verzonnen.(rook zelf trouwens niet)
Ga zo door is 1 van de beste verhalen op het forum.

die-hard
 

luierfan_boy

Zeg niet wat je weet, maar weet wat je zegt.
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Snakebite zei:
luierfan_boy zei:
Mooi vervolg weer, ook de afsluiting met die puppy's!
Thanks! Nog maar een paar hoofdstukken te gaan. :)
Nu je weer reageert: hoe zit het precies met Celblok D? Was je van plan het hierna af te maken? In dat geval zal ik die mededeling wel over het hoofd hebben gezien.. :p
 

?????

Beginneling
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Leuk, alweer zo snel een deel !1

toch nog een kleine biologische opmerking:
Bij een bloedneus moet je just voorover gaan zitten, niet achterover omdat het bloed dan in je keel loopt.
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Bedankt voor alle fijne reacties! Op het laatste hoofdstuk na (twijfel nog over een tweede serie) is alles nu klaar. De hoofdstukken zullen dus in rap tempo gepost worden. :)

????? zei:
Leuk, alweer zo snel een deel !1

toch nog een kleine biologische opmerking:
Bij een bloedneus moet je just voorover gaan zitten, niet achterover omdat het bloed dan ik je keel loopt.
Dat kan, het enige dat ik geleerd heb bij mijn EHBO-cursus was hetgeen ik geschreven heb. Maar dat was alweer in de periode 2004-2006. Ik vermoed dat jij dus beter op de hoogte bent van de huidige aanpak. :p
 
Bovenaan