Peetoom (Hoofdstuk 23)
Hoofdstuk 23: Gebroken
Tijd is een apart fenomeen. Als er geen grote dingen op het programma staan, is een week voorbij voordat je er erg in hebt. De maanden kunnen dan zelfs voorbij vliegen. Maar als je slechts zeven dagen hoeft af te tellen, is het ongelofelijk hoe langzaam deze dan voorbij kruipen.
De rechter heeft Anne en Noor een week de tijd gegeven om te bepalen waar ze willen gaan wonen, omdat zowel de familie Franssen als ikzelf in staat zijn gebleken ze een degelijk thuis te kunnen geven.
Omdat ik niets wil forceren heb ik besloten om Anne en Noor niet te vragen naar hun beslissing. In het ergste geval raak ik weer in een ruzie met Anne verwikkeld en met haar temperament weet niemand wat er dan kan gebeuren.
Hierdoor kan ik niets anders doen dan wachten en aftellen. Zeven dagen lang.
Na dagenlang op eieren te hebben gelopen, is het bijna voorbij. Gelukkig. Morgen komt Roos bij ons op bezoek en dan kunnen Anne en Noor hun beslissing officieel maken. Hopelijk kunnen we dan eindelijk dat gezin vormen, dat ik al zo lang met mijn nichtjes wil zijn.
Het enige dat ik nog moet doen is ervoor zorgen dat vandaag net zo’n rustige dag zal zijn als de rest. Geen geruzie, geen ellende. Het klinkt zo simpel, maar van binnen voelt het bijna als een onmogelijke opgave.
Vooral omdat ik vanmorgen allereerst bezoek krijg van Pierre. Niet omdat ik daar nu zo’n behoefte aan heb, maar omdat ik eindelijk iets aan de jongen ontdekt heb dat mij van pas kan komen.
In onze keuken lekt de waterleiding onder het aanrecht. Dat deed het eigenlijk al toen Marnix en Lisa nog leefden. Voor Marnix en mijzelf is dat een onmogelijke klus, met twee linkerhanden. Lisa had er nog enige handigheid in, maar dat strekte niet verder dan een opvangbak onder het lek en een plastic zak om de leiding.
Bij de barbecue voor de verjaardag van Noor kwam ik erachter dat de vader van Pierre een loodgieterbedrijf heeft, en dat Pierre daar veel geleerd heeft. Als ik toch met de gast opgescheept zit, kan het mij net zo goed iets opleveren. Vandaar dat ik hem gevraagd heb of hij naar de leiding wil komen kijken. In ruil voor een kratje bier dan wel, want ik verzuip nog liever in mijn afwaswater dan dat ik hem ook maar een cent betaal.
Als de bel gaat, zit ik net rustig met Anne en Noor aan de ontbijttafel. Wonderbaarlijk genoeg gaat alles erg goed. Het is gezellig en de meiden eten goed. Wanneer de meiden met iets zitten, uit zich dat meestal in hun eetgedrag. Te veel of te weinig. Maar dat is nu blijkbaar niet het geval. Het stelt me enigszins gerust.
“Krijgen we bezoek?”, vraagt Noor, terwijl ik van tafel opsta om Pierre binnen te laten. “Die vrouw komt morgen toch pas?”, reageert Anne. Ze doelt natuurlijk op Roos.
“Dat klopt. Maar Pierre komt even langs om die kapotte leiding te bekijken. Hopelijk repareert hij hem ook nog”, leg ik uit. Het gezicht van Anne betrekt meteen. Als iemand denkt dat ik Pierre totaal niet mag, dan heeft die persoon Anne nog niet ontmoet.
Even later ligt Pierre onder het aanrecht. Terwijl hij daar zo aan het werk is, valt het me op dat er veel plaats is. Even onthouden, want misschien kan ik er ooit het lijk nog kwijt.
“Rick?”, vraagt Noor, die me uit mijn moordlustige dagdroom helpt. “Kun je me boven even helpen met mijn gitaar? Hij moet gespannen worden.” Precies het excuus waar ik op heb zitten hopen om niet de hele tijd bij Pierre te hoeven zijn. Het stemmen van een gitaar kost normaal niet meer dan een kwartiertje, maar als het moet kan ik dat rekken tot een klein uur. Ideaal, dus.
Na een half uurtje ben ik er echter al mee klaar. Het liefst was ik nog een tijdje bij Noor blijven zitten, maar als ze op haar gitaar aan het ‘spelen’ is, doet ze dat het liefst alleen. Heel af en toe mag ik haar een beetje helpen, maar over het algemeen is ze nog te onzeker.
Ik twijfel even of ik me niet nog een paar minuten met een sigaretje zal verstoppen op een andere slaapkamer, maar besluit toch maar terug naar beneden te gaan. Het is bijna onmogelijk om Pierre constant te ontwijken. Bovendien kan ik het niet maken om hem de hele tijd alleen met Anne te laten, tegenover beiden niet.
Als ik de keukendeur openmaak, zie ik iets dat ik nooit had verwacht. Anne, die Pierre een knuffel geeft. Ik moet het moment even goed in me opnemen. Anne geeft Pierre een knuffel. Wat krijgen we nou? Even kijk ik door het raam naar buiten of er toevallig varkens rondvliegen, maar ik blijk niet te dromen.
“Zo, is het hier een beetje gezellig?”, vraag ik. Pierre en Anne verbreken hun omhelzing, en als Anne zich naar me omdraait zie ik dat ze tranen in haar ogen heeft staan.
“Alles in orde?”, vraag ik opnieuw. Anne knikt, terwijl ze een traan van haar gezicht veegt. Snel loopt ze de woonkamer in en gaat op de bank liggen. Ik richt me tot Pierre en vraag voor een derde keer of alles goed is.
“Ja, hoor”, antwoordt Pierre. “Ik probeerde een gesprekje met haar aan te knopen toen jullie naar boven zijn gegaan. Eerst was ze erg kortaf en toen ik vroeg of ze mij soms een eikel vond, begon ze te huilen. We hebben gepraat en begrijpen elkaar nu beter. Ze heeft gewoon nog heel veel verdriet om alles”, vertelt hij.
Vertel mij wat, kapitein Obvious.
“Luister, ik waardeer dat je je best doet, maar als het op Anne en Noor aankomt, kom je naar mij. IK ben degene die ze opvoedt, dus als er gepraat of getroost moet worden, doe ik dat zelf. Oké?”, reageer ik, enigszins geïrriteerd. Het laatste wat ik wil is dat hij zich nu ook nog met de meiden gaat bemoeien.
“Ik begrijp wat je bedoelt, sorry. Maar ik had er zelf ook behoefte aan om met iemand te praten. Het gaat niet zo goed tussen Chantal en mij”, legt Pierre uit. Als ik hem vraag wat hij daarmee bedoelt, vertelt hij verder.
“Het is gewoon niet meer hetzelfde. Toen we net samen waren, was alles nieuw en spannend. Maar nu is het net alsof we alles al weten. Bijna saai.”
Als ik Pierre’s verhaal een beetje vertaal, betekent het niet meer dan dat Chantal een keer boos op hem is geworden en dat de lol er wel een beetje af is. Krijg ik toch nog gelijk. Ik heb van het begin af aan al verwacht dat hij haar zou dumpen bij de eerste kans die hij zou krijgen.
“Pierre, ik heb twee vragen voor je. Ga je het uitmaken met Chantal?” Even blijft het stil, maar aan zijn ogen kan ik zien dat hij dat inderdaad van plan is. Even later knikt hij. Ik zucht.
“Wat is je tweede vraag?”, reageert hij meteen.
“Is de leiding gemaakt? Want dan kun je wat mij betreft meteen vertrekken.”
Pierre maakt zich inderdaad uit de voeten en ik ga in de woonkamer zitten. Op de bank, naast Anne. Ze heeft voor het eerst in lange tijd haar duim weer in haar mond. Als ik vraag of alles goed is, krijg ik geen antwoord. Wel komt ze dicht tegen me aan zitten en laat ze me een arm om haar heen slaan. Zo kijken we samen een tijdje naar de tv.
De rest van de dag verloopt gelukkig wel rustig. Samen met Anne heb ik nog wat tv gekeken en later op de dag heeft Noor toch een liedje op de gitaar voor me gespeeld. Ze gaat echt met grote stappen vooruit. Mooi om te zien, én te horen.
Na het avondeten begint mijn mobiel opeens te rinkelen. Stiekem hoop ik dat het Chantal is, die me wil vertellen dat het eindelijk voorbij is met Pierre, maar het blijkt iemand anders. Ellen.
“Heb je zin om wat af te spreken? Vanavond misschien?”, vraagt ze meteen. Ik denk direct terug aan de laatste keer dat we samen zijn geweest. Aan hoe ze me vertelde dat ze een goede baan in Nijmegen op wil geven als ik iets met haar wil beginnen.
“Sorry, maar dat gaat voorlopig niet lukken”, reageer ik koeltjes. Ze vraagt of het komt vanwege de rechtzaak en of alles goed is met de meiden. Ik bevestig dat. “Maar het lijkt me gewoon niet slim om iets af te spreken als ik nog over zaken moet nadenken”, vervolg ik.
“Dus je denkt er wel over na om iets met me te beginnen?”, vraagt Ellen scherp. Ik betrap me op dat moment pas erop dat ik dat ook daadwerkelijk doe. “Misschien”, ontwijk ik voorzichtig. “Maar ik moet nu echt ophangen. Ik laat je iets weten, oké?”
Ellen kan ik er nu even niet bijhebben. Roos is en blijft haar moeder en, tot het moment dat alle zaken met de Kinderbescherming en de voogdij geregeld zijn, moet ik die dus te vriend houden. Een beetje flikflooien met haar dochter is dan niet het slimste dat ik kan doen.
Daarna gaat alles heel snel. Anne gaat vroeg naar bed. Nadat ik met Noor nog naar GTST heb gekeken, besluiten we allebei hetzelfde te doen.
Een goede nachtrust later, is het moment waarop Roos voor de deur staat erg dichtbij. Vlak nadat ik mijn ontbijt opheb, gaat de deurbel alweer. Misschien moet ik eens stoppen met het plannen van afspraken zo vroeg op de dag.
“Hallo Roos, kom binnen! Noor en ik zitten net te ontbijten. Anne ligt wel nog te slapen. Volgens mij is ze wat ziekjes aan het worden”, probeer ik zo vrolijk mogelijk over te komen.
“Dat maakt niet uit”, antwoordt Roos. “Dan drinken we nog even een kop koffie. Ik heb alle papieren toch al in orde; het is een kwestie van enkele dingetjes invullen”, zegt ze met een knipoog.
Terwijl we wat koffie drinken, komt er een aap uit de mouw. “Mijn dochter vertelt me dat jullie elkaar ook goed kennen”, zegt Roos abrupt. Ik bevestig dit, maar let erop dat ik niet teveel zeg. “Ik denk dat jullie een leuk stel zouden zijn. Mijn zege heb je, hoor”, vervolgt ze. Ik bedank haar, maar laat maar niet doorschemeren dat een groot deel van me er niet in gelooft dat het ooit met Ellen zal gaan werken.
Omdat Anne wel erg lang in bed blijft liggen, besluit Roos om de papieren van Noor maar alvast in orde te brengen. Ze vraagt Noor waar ze wil wonen en of ze dit zeker weet. Noor twijfelt geen seconde en zegt dat ze bij mij wil blijven. De eerste opluchting maakt zich al van me meester. Binnen een paar minuten zijn de papieren afgehandeld en mogen we alle drie ondertekenen.
Net als ik op wil staan om Anne wakker te maken, gaat de keukendeur open. Anne staat, volledig aangekleed, in de deuropening. “Goedemorgen!”, roep ik vrolijk, voordat ik zie wat ze in haar handen heeft.
“Anne? Wat ga je met die tassen doen?”
Weer rolt er een traan over haar wang.
“Het spijt me. Ik kan hier niet blijven.”
Hoofdstuk 23: Gebroken
Tijd is een apart fenomeen. Als er geen grote dingen op het programma staan, is een week voorbij voordat je er erg in hebt. De maanden kunnen dan zelfs voorbij vliegen. Maar als je slechts zeven dagen hoeft af te tellen, is het ongelofelijk hoe langzaam deze dan voorbij kruipen.
De rechter heeft Anne en Noor een week de tijd gegeven om te bepalen waar ze willen gaan wonen, omdat zowel de familie Franssen als ikzelf in staat zijn gebleken ze een degelijk thuis te kunnen geven.
Omdat ik niets wil forceren heb ik besloten om Anne en Noor niet te vragen naar hun beslissing. In het ergste geval raak ik weer in een ruzie met Anne verwikkeld en met haar temperament weet niemand wat er dan kan gebeuren.
Hierdoor kan ik niets anders doen dan wachten en aftellen. Zeven dagen lang.
Na dagenlang op eieren te hebben gelopen, is het bijna voorbij. Gelukkig. Morgen komt Roos bij ons op bezoek en dan kunnen Anne en Noor hun beslissing officieel maken. Hopelijk kunnen we dan eindelijk dat gezin vormen, dat ik al zo lang met mijn nichtjes wil zijn.
Het enige dat ik nog moet doen is ervoor zorgen dat vandaag net zo’n rustige dag zal zijn als de rest. Geen geruzie, geen ellende. Het klinkt zo simpel, maar van binnen voelt het bijna als een onmogelijke opgave.
Vooral omdat ik vanmorgen allereerst bezoek krijg van Pierre. Niet omdat ik daar nu zo’n behoefte aan heb, maar omdat ik eindelijk iets aan de jongen ontdekt heb dat mij van pas kan komen.
In onze keuken lekt de waterleiding onder het aanrecht. Dat deed het eigenlijk al toen Marnix en Lisa nog leefden. Voor Marnix en mijzelf is dat een onmogelijke klus, met twee linkerhanden. Lisa had er nog enige handigheid in, maar dat strekte niet verder dan een opvangbak onder het lek en een plastic zak om de leiding.
Bij de barbecue voor de verjaardag van Noor kwam ik erachter dat de vader van Pierre een loodgieterbedrijf heeft, en dat Pierre daar veel geleerd heeft. Als ik toch met de gast opgescheept zit, kan het mij net zo goed iets opleveren. Vandaar dat ik hem gevraagd heb of hij naar de leiding wil komen kijken. In ruil voor een kratje bier dan wel, want ik verzuip nog liever in mijn afwaswater dan dat ik hem ook maar een cent betaal.
Als de bel gaat, zit ik net rustig met Anne en Noor aan de ontbijttafel. Wonderbaarlijk genoeg gaat alles erg goed. Het is gezellig en de meiden eten goed. Wanneer de meiden met iets zitten, uit zich dat meestal in hun eetgedrag. Te veel of te weinig. Maar dat is nu blijkbaar niet het geval. Het stelt me enigszins gerust.
“Krijgen we bezoek?”, vraagt Noor, terwijl ik van tafel opsta om Pierre binnen te laten. “Die vrouw komt morgen toch pas?”, reageert Anne. Ze doelt natuurlijk op Roos.
“Dat klopt. Maar Pierre komt even langs om die kapotte leiding te bekijken. Hopelijk repareert hij hem ook nog”, leg ik uit. Het gezicht van Anne betrekt meteen. Als iemand denkt dat ik Pierre totaal niet mag, dan heeft die persoon Anne nog niet ontmoet.
Even later ligt Pierre onder het aanrecht. Terwijl hij daar zo aan het werk is, valt het me op dat er veel plaats is. Even onthouden, want misschien kan ik er ooit het lijk nog kwijt.
“Rick?”, vraagt Noor, die me uit mijn moordlustige dagdroom helpt. “Kun je me boven even helpen met mijn gitaar? Hij moet gespannen worden.” Precies het excuus waar ik op heb zitten hopen om niet de hele tijd bij Pierre te hoeven zijn. Het stemmen van een gitaar kost normaal niet meer dan een kwartiertje, maar als het moet kan ik dat rekken tot een klein uur. Ideaal, dus.
Na een half uurtje ben ik er echter al mee klaar. Het liefst was ik nog een tijdje bij Noor blijven zitten, maar als ze op haar gitaar aan het ‘spelen’ is, doet ze dat het liefst alleen. Heel af en toe mag ik haar een beetje helpen, maar over het algemeen is ze nog te onzeker.
Ik twijfel even of ik me niet nog een paar minuten met een sigaretje zal verstoppen op een andere slaapkamer, maar besluit toch maar terug naar beneden te gaan. Het is bijna onmogelijk om Pierre constant te ontwijken. Bovendien kan ik het niet maken om hem de hele tijd alleen met Anne te laten, tegenover beiden niet.
Als ik de keukendeur openmaak, zie ik iets dat ik nooit had verwacht. Anne, die Pierre een knuffel geeft. Ik moet het moment even goed in me opnemen. Anne geeft Pierre een knuffel. Wat krijgen we nou? Even kijk ik door het raam naar buiten of er toevallig varkens rondvliegen, maar ik blijk niet te dromen.
“Zo, is het hier een beetje gezellig?”, vraag ik. Pierre en Anne verbreken hun omhelzing, en als Anne zich naar me omdraait zie ik dat ze tranen in haar ogen heeft staan.
“Alles in orde?”, vraag ik opnieuw. Anne knikt, terwijl ze een traan van haar gezicht veegt. Snel loopt ze de woonkamer in en gaat op de bank liggen. Ik richt me tot Pierre en vraag voor een derde keer of alles goed is.
“Ja, hoor”, antwoordt Pierre. “Ik probeerde een gesprekje met haar aan te knopen toen jullie naar boven zijn gegaan. Eerst was ze erg kortaf en toen ik vroeg of ze mij soms een eikel vond, begon ze te huilen. We hebben gepraat en begrijpen elkaar nu beter. Ze heeft gewoon nog heel veel verdriet om alles”, vertelt hij.
Vertel mij wat, kapitein Obvious.
“Luister, ik waardeer dat je je best doet, maar als het op Anne en Noor aankomt, kom je naar mij. IK ben degene die ze opvoedt, dus als er gepraat of getroost moet worden, doe ik dat zelf. Oké?”, reageer ik, enigszins geïrriteerd. Het laatste wat ik wil is dat hij zich nu ook nog met de meiden gaat bemoeien.
“Ik begrijp wat je bedoelt, sorry. Maar ik had er zelf ook behoefte aan om met iemand te praten. Het gaat niet zo goed tussen Chantal en mij”, legt Pierre uit. Als ik hem vraag wat hij daarmee bedoelt, vertelt hij verder.
“Het is gewoon niet meer hetzelfde. Toen we net samen waren, was alles nieuw en spannend. Maar nu is het net alsof we alles al weten. Bijna saai.”
Als ik Pierre’s verhaal een beetje vertaal, betekent het niet meer dan dat Chantal een keer boos op hem is geworden en dat de lol er wel een beetje af is. Krijg ik toch nog gelijk. Ik heb van het begin af aan al verwacht dat hij haar zou dumpen bij de eerste kans die hij zou krijgen.
“Pierre, ik heb twee vragen voor je. Ga je het uitmaken met Chantal?” Even blijft het stil, maar aan zijn ogen kan ik zien dat hij dat inderdaad van plan is. Even later knikt hij. Ik zucht.
“Wat is je tweede vraag?”, reageert hij meteen.
“Is de leiding gemaakt? Want dan kun je wat mij betreft meteen vertrekken.”
Pierre maakt zich inderdaad uit de voeten en ik ga in de woonkamer zitten. Op de bank, naast Anne. Ze heeft voor het eerst in lange tijd haar duim weer in haar mond. Als ik vraag of alles goed is, krijg ik geen antwoord. Wel komt ze dicht tegen me aan zitten en laat ze me een arm om haar heen slaan. Zo kijken we samen een tijdje naar de tv.
De rest van de dag verloopt gelukkig wel rustig. Samen met Anne heb ik nog wat tv gekeken en later op de dag heeft Noor toch een liedje op de gitaar voor me gespeeld. Ze gaat echt met grote stappen vooruit. Mooi om te zien, én te horen.
Na het avondeten begint mijn mobiel opeens te rinkelen. Stiekem hoop ik dat het Chantal is, die me wil vertellen dat het eindelijk voorbij is met Pierre, maar het blijkt iemand anders. Ellen.
“Heb je zin om wat af te spreken? Vanavond misschien?”, vraagt ze meteen. Ik denk direct terug aan de laatste keer dat we samen zijn geweest. Aan hoe ze me vertelde dat ze een goede baan in Nijmegen op wil geven als ik iets met haar wil beginnen.
“Sorry, maar dat gaat voorlopig niet lukken”, reageer ik koeltjes. Ze vraagt of het komt vanwege de rechtzaak en of alles goed is met de meiden. Ik bevestig dat. “Maar het lijkt me gewoon niet slim om iets af te spreken als ik nog over zaken moet nadenken”, vervolg ik.
“Dus je denkt er wel over na om iets met me te beginnen?”, vraagt Ellen scherp. Ik betrap me op dat moment pas erop dat ik dat ook daadwerkelijk doe. “Misschien”, ontwijk ik voorzichtig. “Maar ik moet nu echt ophangen. Ik laat je iets weten, oké?”
Ellen kan ik er nu even niet bijhebben. Roos is en blijft haar moeder en, tot het moment dat alle zaken met de Kinderbescherming en de voogdij geregeld zijn, moet ik die dus te vriend houden. Een beetje flikflooien met haar dochter is dan niet het slimste dat ik kan doen.
Daarna gaat alles heel snel. Anne gaat vroeg naar bed. Nadat ik met Noor nog naar GTST heb gekeken, besluiten we allebei hetzelfde te doen.
Een goede nachtrust later, is het moment waarop Roos voor de deur staat erg dichtbij. Vlak nadat ik mijn ontbijt opheb, gaat de deurbel alweer. Misschien moet ik eens stoppen met het plannen van afspraken zo vroeg op de dag.
“Hallo Roos, kom binnen! Noor en ik zitten net te ontbijten. Anne ligt wel nog te slapen. Volgens mij is ze wat ziekjes aan het worden”, probeer ik zo vrolijk mogelijk over te komen.
“Dat maakt niet uit”, antwoordt Roos. “Dan drinken we nog even een kop koffie. Ik heb alle papieren toch al in orde; het is een kwestie van enkele dingetjes invullen”, zegt ze met een knipoog.
Terwijl we wat koffie drinken, komt er een aap uit de mouw. “Mijn dochter vertelt me dat jullie elkaar ook goed kennen”, zegt Roos abrupt. Ik bevestig dit, maar let erop dat ik niet teveel zeg. “Ik denk dat jullie een leuk stel zouden zijn. Mijn zege heb je, hoor”, vervolgt ze. Ik bedank haar, maar laat maar niet doorschemeren dat een groot deel van me er niet in gelooft dat het ooit met Ellen zal gaan werken.
Omdat Anne wel erg lang in bed blijft liggen, besluit Roos om de papieren van Noor maar alvast in orde te brengen. Ze vraagt Noor waar ze wil wonen en of ze dit zeker weet. Noor twijfelt geen seconde en zegt dat ze bij mij wil blijven. De eerste opluchting maakt zich al van me meester. Binnen een paar minuten zijn de papieren afgehandeld en mogen we alle drie ondertekenen.
Net als ik op wil staan om Anne wakker te maken, gaat de keukendeur open. Anne staat, volledig aangekleed, in de deuropening. “Goedemorgen!”, roep ik vrolijk, voordat ik zie wat ze in haar handen heeft.
“Anne? Wat ga je met die tassen doen?”
Weer rolt er een traan over haar wang.
“Het spijt me. Ik kan hier niet blijven.”