Peetoom (TB, ML, TL, WL, NL, GL, VN, BP)

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 1 1,4%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 1 1,4%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 1 1,4%
  • 9

    Stemmen: 10 14,1%
  • 10

    Stemmen: 58 81,7%

  • Totaal stemmers
    71

Abbjornnl

Wees jezelf ongeacht wat andere ervan zeggen
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Weer een top hoofdstuk ga zo door.
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 51)

Hoofdstuk 51: Laatste Poging

Ik heb de hele nacht op Chantal zitten wachten. Eerst urenlang aan de keukentafel, voordat ik naar de woonkamer verhuisd ben. Zelfs heb ik nog even buiten op de drempel gezeten. Het was ’s avonds nog best lekker buiten, dus het zag niet heel raar uit.

Maar Chantal? Ik heb haar zelfs niet door de straat zien rijden.

De hele tijd heb ik mezelf redenen proberen aan te praten. Hoe klein ook, er moest een logische reden zijn waarom Chantal niet naar huis is gekomen. Het kón niet aan mij liggen, of aan mijn aanstaande huwelijksaanzoek. Ik wilde het niet geloven.

Inmiddels kan ik weinig anders dan dat.

Rond een uur of elf is Anne teruggekomen van scouting. Ze had me nog gebeld, om te vertellen dat ze wat later thuis zou zijn. Maar ik heb het niet eens gemerkt. Gelukkig zit ze nog steeds in de groep van Merel, waardoor ik altijd wel weet dat ze veilig thuis zal komen. Dan hoef ik me geen zorgen te maken, als ze, zoals gisteravond, met wat anderen rondom het kampvuur blijft hangen.

Ergens schaam ik me ervoor dat ik het niet eens in de gaten heb gehad. Ik hoor in eerste instantie nog steeds aan haar en Noor te denken. Niet aan mezelf. Misschien maak ik me wel zorgen om niets en is ze gewoon naar haar eigen flatje gegaan en in slaap gevallen.

Nee, daar ga ik weer. Zelfs als dat al zo zou zijn, dan had Chantal me wel iets laten weten. Daarnaast, het appartement is vrijwel leeg. Het bed staat er al een hele tijd niet meer.

De halfvolle mok met koffie die voor me op tafel staat, zal inmiddels wel koud zijn. Eenmaal terug in de keuken, spoel ik het weg en zet ik nieuwe op. Even valt mijn oog op het klokje van de magnetron. Het is al half acht geweest.

Dat betekent dat ik hier al ruim een halve dag zit te wachten. Misschien kan ik het maar beter opgeven en naar bed gaan. Als ik nu weer koffie ga drinken, dan ben ik nog wel even wakker.

Maar als ik aan de slaapkamer denk, wuif ik het idee direct weg. Alles staat daar nog. De kaarsen, de rozenblaadjes. De ring.

Ik kan beter iets productiefs gaan doen. Maar wat?

Pas als ik de verse koffie in mijn mok schenk, schiet me een goed idee te binnen. Het logboek van Marnix, dat ik gisteren gevonden heb!

Ik heb wel tegen Max en Merel gezegd dat ik het alleen bewaard heb voor Anne en Noor, maar de werkelijkheid is anders. Stiekem heb ik juist liever niet dat de meiden dit kunnen lezen. Het is voor mij.

Ondanks de afspraak die ik met Pierre heb gemaakt, wil ik precies weten wat er in dat logboek staat. Pierre hoeft van niets te weten. Hoe zou hij er ooit achterkomen dat ik het heb? Laat staan gelezen? Tsja, aan de andere kant: hij wist er eerder ook achter te komen.

Hoe dan ook; ik wil het weten.

Maar, voordat ik de kans krijg om het boek uit de bijkeuken te halen, komt Anne naar beneden om te ontbijten.

Sinds onze vorige gesprekken is ze een stuk vrijer geworden met haar luiergeheim. In principe houdt ze het wel voor zichzelf, maar ze probeert het niet meer voor mij en Chantal te verbergen. Zoals nu, bijvoorbeeld, heeft ze zich niet omgekleed voor het ontbijt.
Anne’s luier is alleen zichtbaar voor de mensen die er vanaf weten, want haar donkere pyjamabroek verhult het meeste wel. Het gekraak is natuurlijk een ander verhaal. Dat verraadt een hoop. Maar goed, het heeft ook weinig zin voor Anne om zich om te kleden. Na het ontbijt gaat ze meestal nog een uurtje huiswerk maken, voordat ze weer in bed kruipt. Ze slaapt net zo graag uit als ik, wat dat betreft.

“Was het nog gezellig gisteravond?”, vraag ik met oprechte belangstelling.

Anne kijkt slaperig op van haar boterham met pindakaas.

“Ja, het was wel gezellig. Maar ik had het niet zo laat moeten maken. Ik ben doodmoe en moet nog de hele dag aan een project werken”, bromt ze hardop.

“Ben maar blij dat je geen avondje bent gaan stappen”, grap ik. “Dan ben je er ’s morgens nog wel eens erger aan toe.”

“Daar mag ik nog ruim drie jaar op wachten”, reageert Anne droog. “En het is niet alsof ik daar nou echt naar uitkijk. Dronken worden is stom.”

“Gelijk heb je”, zeg ik onschuldig. Stiekem denk ik op dat moment terug aan de laatste keer dat ik zelf goed dronken ben geweest. Het was de avond voor de dood van Marnix en Lisa, toen ik een wild feestje met drie meiden had.

“Begin er inderdaad maar nooit aan”, zucht ik, terwijl ik wat slaap uit mijn ogen wrijf.

“Ja, je zult wel moe zijn. Je hebt niet geslapen, toch?”, vraagt Anne nieuwsgierig.

“Is het zo duidelijk?”, vraag ik quasi-sarcastisch.

“Tsja, de deur van je slaapkamer staat open. Ik kon net duidelijk zien dat de rozenblaadjes niet beslapen zijn. Was het de grote avond, gister?”

Ik geef aan Anne toe dat ik van plan was om Chantal gisteravond ten huwelijk te vragen, maar dat het er niet van gekomen is. Natuurlijk vraagt ze zich af waar Chantal op dit moment is. Ik geef eerlijk toe dat ik dat ook niet weet.

“Misschien is ze in haar flatje in slaap gevallen”, probeer ik het onderwerp kleiner te maken dan het is.

“Daar staat toch geen bed meer?”, schiet Anne vol in de roos. “Ben toch eens niet zo slim”, denk ik stilletjes, voordat ik dat beaam.

“Maar er staat wel nog een bank. Chantal is hoogzwanger, dus ze heeft veel rust nodig. Bovendien, jij en ik kunnen toch ook overal slapen?”

Anne knikt.

“Maar toch”, zegt ze op een wijze toon. “Ik snap niet dat je hier nog zit.”

“Hoe bedoel je?”, vraag ik verbaasd. “Het bezoekuur bij Noor is pas vanaf elf.”

“Sukkel”, zucht Anne, voordat ze me de bekende blik toeschiet. “Waarom zit jij hier een beetje droevige koffie te drinken, terwijl je niet weet waar Chantal is?”

“Deze koffie is vers, niet droevig. En ik wil haar liever niet onder druk zetten. Als ze even tijd nodig heeft, dan moet ik haar die toch geven?”, zeg ik, aarzelend.

“Dat is juist het domste dat je kunt doen. Als Chantal twijfelt of jij echt met haar wil trouwen, dan moet je haar dat laten zien. Niet in spanning thuis blijven zitten”, zegt Anne. Ze klinkt een beetje geïrriteerd. Alsof het allemaal zo logisch is, dat ik het al lang had moeten weten.

“Wat zeg je altijd tegen ons?”, vervolgt ze. “Als je iets wilt: ga ervoor!”

Anne heeft gewoon gelijk. Alweer.

Snel sta ik op en zet mijn mok op het aanrecht. “Af en toe is het net alsof ik hier het kind ben”, grap ik, terwijl ik Anne een zoen op haar voorhoofd geef.

“Schiet nou maar gewoon op, anders zijn we wéér een jaar verder. Dat ‘zullen ze/zullen ze niet’ van jullie moet maar eens afgelopen zijn”, zegt ze met een knipoog.

“Gelijk heb je, Lieverd. Maar, één ding”, roep ik vanuit de gang, terwijl ik mijn jas aantrek. “Als je mijn koffie ooit nog eens zielig noemt, dan heb je drie weken huisarrest!”

Niet veel later parkeer ik de auto bij het flatgebouw waar Chantal gewoond heeft. Het staat niet zo ver van Pierre’s oude flat, en ik moet even terugdenken aan wat er vorig jaar allemaal is gebeurd. Ik houd sindsdien niet meer zo van flats.

Gelukkig heb ik mijn sleutelbos bij me, en hoef ik beneden niet aan te bellen. Lang leve de reservesleutel.

Ik hoef maar twee trappen op, om op de eerste verdieping te komen. Dat is maar goed ook, denk ik bij mezelf. Als ik nu al moeite heb met ademhalen, wordt het echt tijd om weer te gaan sporten.

Ik stop bij Chantal’s appartement. Vanaf de overloop kijk ik door het keukenraam naar binnen. Alles ziet er leeg uit, zo zonder meubels. Maar de bank staat er nog, net in de hoek van het stuk dat ik van buitenaf kan zien.

Dan zie ik Chantal’s voeten op de bank liggen. “Mooi”, fluister ik. “De kortste zoektocht ooit.”

Stilletjes ga ik naar binnen, en sluit ik de voordeur. Voorzichtig wandel ik de woonkamer binnen.

Ineens aarzel ik.

Chantal. Ze ligt zo stil.

Dan zie ik het pas; haar voeten zijn met touw aan elkaar gebonden.

Terwijl ik probeer te bedenken hoe dat kan, voel ik ineens een enorme klap op mijn hoofd. De pijn is overweldigend, en alles wordt zwart.
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 52)

Hoofdstuk 52: Vendetta

Als ik langzaam weer bij bewustzijn kom, doet mijn hoofd nog steeds pijn. Ik heb geen flauw idee wat er gebeurd is, of hoe lang ik bewusteloos ben geweest.

Ik voel opnieuw een pijnlijke steek in mijn hoofd, en instinctief wil ik er mijn hand op leggen. Maar dat gaat niet. Ik kan mijn handen niet bewegen. Verbaasd voel ik wat mij tegenhoudt. Het zijn handboeien.

Langzaam maar zeker krijg ik mijn zicht terug. Het licht doet nog pijn aan mijn ogen, maar ik ben blij dat ik kan zien waar ik ben. Ik zit rechtop tegen een pilaar in de woonkamer van Chantal. Mijn handen zijn aan de achterkant vastgeboeid.

Waarom die pilaar ooit in de woonkamer is neergezet, snap ik nog steeds niet. De woonkamer is groot, maar het ziet gewoon niet uit. Ik heb er altijd al een hekel aan gehad. Tot vandaag heeft die pilaar nooit een doel gediend, en met hoe hij nu gebruikt wordt ben ik ook al niet zo blij.

Voorzichtig kijk ik om me heen. Chantal ligt nog steeds vastgebonden op de bank. Ze is gekneveld, maar ik kan zien dat ze normaal ademt. Waarschijnlijk slaapt ze overal voorlopig doorheen. Misschien is dat maar goed ook.

Verder kan ik niemand zien. Ik vraag me nog steeds af wat er precies gebeurd is. Maar al snel geef ik dat op. Wie ons ook heeft vastgebonden, zal op een bepaald moment terugkomen, en dan kom ik het snel genoeg te weten. Ik moet me nu focussen op hoe ik hier zo snel mogelijk wegkom.

Mijn telefoon!

Sinds jaar en dag heb ik mijn mobiele telefoon in de binnenzak van mijn jas zitten. Mijn belager heeft misschien niet eens gemerkt dat ik hem bij me heb. Met mijn bovenarm sla ik zachtjes tegen mijn borst om te voelen of de telefoon er nog tussen zit. Gelukkig, hij is nog op zijn plek.

Ik probeer om recht te gaan staan, maar dat gaat geboeid niet zo gemakkelijk. Bovendien krijg ik een nieuwe pijnscheut in mijn hoofd, zodra ik overeind sta.

Mijn pijnlijke kreet moet goed te horen zijn geweest, want vrijwel direct loopt onze belager de woonkamer in.

“Goeiemorgen, Doornroosje”, zegt Pierre sarcastich, terwijl hij vlak voor me komt staan. “Ik heb koffie voor je gezet, maar het is een beetje zinloos om je die te geven, terwijl je er zo bijzit, niet?”

“Smeerlap”, kreun ik. Eerlijk gezegd weet ik niet wat meer pijn doet; mijn hoofd of de realisatie dat Pierre alweer degene is die me te grazen heeft genomen.

“Rustig aan, vriend”, zegt Pierre, overdreven vrolijk. “Jij bent degene die onze deal verbroken heeft, niet ik. Het is nu vrij spel voor iedereen.”

“Wat klets je nou, man? Ik heb helemaal niets gedaan”, reageer ik verbaasd. “De deal was dat ik niet achter jou aan zou komen en dat jij Anne met rust zou laten.”

“De deal was dat jij ermee zou stoppen om je neus in mijn zaken te steken. En Marnix zijn logboeken zijn dat ook. AL zijn logboeken. Voel je al waar ik heen wil?”, verklaart Pierre, enigszins triomfantelijk.

“Je had dat nieuwe logboek braaf moeten weggooien, Rick. Dat je dat risico hebt genomen, met Chantal in deze … staat.”

“Ik heb dat boek niet eens gelezen, man. Is dat nou echt waar je dit allemaal om doet? Wat ben jij een held, zeg”, breng ik vermoeid uit. Vrijwel direct erna zak ik weer op de grond. De pijn is teveel.

“Ja, ik heb je goed te pakken gehad. Maar het is dan ook je eigen schuld. Nu raak je alles kwijt. Chantal, Anne, Noor, MIJN dochter”, ratelt Pierre verder. “En het mooiste van allemaal? Jij gaat er zelf als laatste aan. Ik zou je nooit het plezier afnemen van het zien sterven van de mensen die je liefhebt.”

“En dat allemaal vanwege een stom dagboek? Waarom vertel je me niet gewoon waar het echt om draait”, redeneer ik.

Wat Pierre niet in de gaten heeft gehad, is dat ik vlak voor ik in elkaar zakte, mijn jas over mijn schouders heb kunnen werken. De mazzel is dat de pilaar waaraan ik geboeid ben redelijk dun is. Hierdoor kan ik met mijn handen bij mijn jas komen, zonder dat Pierre het ziet.

Voorzichtig beweeg ik mijn vingers naar mijn mobiele telefoon. Met een paar snelle bewegingen weet ik Merel te bellen. Ik wist dat het zich ooit zou uitbetalen om de sneltoetsen in te stellen.

Heel zacht kan ik horen hoe Merel de oproep aanneemt, en ik hoop maar dat het zacht genoeg is om Pierre niet te bereiken.

“KOM PIERRE”, zeg ik zo hard als ik kan, zonder dat het Pierre als vreemd overkomt. Menig persoon zou behoorlijk kwaad worden in deze situatie.

“Dus jij zou, voor een LOGBOEK, inbreken in CHANTAL’s FLAT, haar ONTVOEREN, en daarna iedereen OMBRENGEN? Dat geloof je toch zelf niet. Anders heb je echt HULP nodig, man”, probeer ik de boodschap over te brengen.

Ik hoor dat Merel de verbinding heeft verbroken. Even vloek ik van binnen. Zou ze het hebben meegekregen? Ik krijg geen nieuwe kans, want Pierre pakt een stoel en komt recht voor me zitten.

“Nee, Rick, ik heb geen HULP nodig”, imiteert hij me sarcastisch. “Om te beginnen, er zijn hier maar buren aan één kant. Maar, daar zul je geen last meer van hebben.”

Een rilling loopt over mijn rug. De buren zijn een oud, vriendelijk echtpaar, met veel kleinkinderen. Hij zou ze toch niet echt vermoord hebben?
Wat klets ik, Pierre is tot alles in staat. Dat bewijst hij nu wel weer.

“Ten tweede is dit niets anders dan wat jullie verdiend hebben. Jij en die hele klotefamilie van je!”

“Wat bedoel je nou, man?” Ik snap er echt niets meer van.

“Dit, beste Rick, is het moment waar ik, en MIJN familie, al jarenlang op wachten”, verklaart Pierre. “Het einde van de vendetta. Maar daar weet jij natuurlijk niets vanaf. Dat is ook de enige reden dat jij de laatste van je familie bent, die nog leeft. Voor zolang dat duurt.”

“Ik snap niet waar je het over hebt. Bovendien vergeet je een paar mensen.” Ik probeer hem zover te krijgen dat hij eindelijk alles uitlegt. En ik krijg mijn zin.

Pierre begint te vertellen. En als hij klaar is, wou ik dat ik het nooit te weten was gekomen.

Pierre heet niet echt Pierre. Zijn werkelijke naam is Piëtro, maar deze heeft hij veranderd in Pierre toen hij in Nederland kwam wonen. Zijn familie heeft altijd in Italië gewoond. Op het moment dat hij me dat vertelde, begon er al het één en ander te dagen.

Mijn vader, Ed, die, net als Marnix, altijd bij de politie heeft gewerkt, heeft een tijdlang in Italië gewoond. Ik weet dat het iets met een onderzoek te maken had, maar ik was toen nog veel te jong om precies te weten hoe alles in elkaar zat.

Pierre legt me nu uit dat het onderzoek draaide om zijn familie. Pierre’s vader was het hoofd van een grote crimi-familie. Mijn vader’s onderzoek had als doel om Pierre’s vader, Luca, voorgoed achter de tralies te krijgen.
Luca, die voelde hoe de strop zich om zijn nek begon te sluiten, besloot te vluchten. Hij liet zijn vrouw en zoon, Pierre dus, achter. De vrouw van Luca werd aangehouden en door mijn vader als getuige gehoord. Hier ontstond een band, die uiteindelijk tot een affaire heeft geleid.

En tot mijn halfbroer, Tom.

Het onderzoek bleek uiteindelijk succesvol, en Luca verdween achter de tralies. Toen mijn vader duidelijk maakte dat hij terug naar Nederland zou gaan, was het hart van de vrouw gebroken. Vol schaamte gaf ze mijn vader Tom mee. Blijkbaar heeft ze niet veel later zelfmoord gepleegd. De kleine Pierre is toen alleen achtergebleven. Als enige erfenis van zijn vader had hij de criminelen die ooit lid waren van Luca’s bende. Geen wonder dat hij is zo is geworden.

Mijn vader heeft, eenmaal in Nederland, Tom achtergelaten bij een weeshuis. Blijkbaar wilde hij ook de schaamte niet over zich afroepen.

“Zie je het nu, Rick?”, vraagt Pierre rethorisch. “Dit is een confrontatie die al jaren in de maak is. Tientallen jaren!”
“Bull”, reageer ik. Mijn hoofd draait. Zowel van de onthullingen, als de pijn. “Wat kan ik doen aan het gedrag van mijn vader? Of Marnix? Tom? ANNE?”

“Bloed laat bloed niet vallen, toch?”, citeert Pierre de lijfspreuk van Marnix. “In Italië doen we de dingen nu eenmaal anders, Rick. Daar hebben we nog de trots om problemen helemaal op te lossen. Het heeft misschien even geduurd, maar nu is het einde nabij.”

“Hoe bedoel je?”, vraag ik, dit keer wel serieus bang voor wat Pierre in petto heeft.
“Je moeder en vader? Afgehandeld. Marnix en zijn vrouw? Afgehandeld. Tom? Daar is ook al lang mee afgerekend”, somt Pierre op. “Dat laat jou en je kinderen over”, concludeert Pierre. “En HAAR natuurlijk!” Hij wijst naar Chantal, die nog steeds buiten westen op de bank ligt.

Dan haalt Pierre een pistool uit zijn riem.
“Doe normaal, man!”, schreeuw ik. “Ze draagt je kind! Dat is JOUW bloed!”

“Dat kind zal nooit van mij zijn. Dat kind is niets dan schaamte”, zucht Pierre, geïrriteerd. “Jouw familie is dit alles ooit begonnen met een kind. Nu zal het daarmee eindigen.”

Pierre richt zijn pistool op Chantal.

Ik schreeuw dat hij het niet moet doen.

Ik smeek, ik bedel, ik probeer alles.

Maar toch klonk er een schot.
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 53)

Hoofdstuk 53: De Ontsnapping

Vanaf het moment dat Pierre zijn pistool op Chantal richtte en ik alles probeerde om hem tegen te houden, liep alles erg snel op.

Het schot kwam niet vanuit Pierre’s pistool.

Blijkbaar heeft mijn poging om Merel te bellen toch gewerkt, want zij is degene die op dat moment in de hal staat. Hoe ze aan een pistool is gekomen, weet ik ook niet, maar ze heeft het goed gebruikt.

Vanuit de hal richt ze het op Pierre, en haalt de trekker over. Een enorme knal klinkt door het flatje. Omdat vrijwel alles leeg is, galmt het bovendien hard na. Het lawaai verergert de pijn in mijn hoofd, en ik krimp even in elkaar.

Maar Merel’s schot heeft zijn doel gemist. Ik weet niet of Pierre op het allerlaatste moment iets in de gaten heeft gehad, maar hij draaide zich in Merel’s richting. De kogel boort zich in zijn rechterschouder.

De enige mazzel die daarmee gepaard gaat, is dat hij het pistool met die hand vasthad. Terwijl Pierre met zijn andere arm naar de gewonde schouder grijpt, valt zijn pistool op de vloer.

Geschrokken kijkt Pierre naar Merel. Zijn blik is heel apart. Misschien realiseert hij zich, dat ondanks alles, het spel nu echt uit is.

Merel, die totaal niet overdonderd lijkt door de hele situatie, loopt vastberaden naar Pierre toe en verkoopt hem een stevige rechtse hoek. Pierre is echt totaal verrast door het feit dat Merel binnen is weten te komen.

De klap wordt Pierre even teveel, en hij zakt op zijn knieën.

Merel is altijd al een stoere vrouw geweest, maar ik had nooit kunnen dromen dat ze zelfs in deze situatie zo kalm en sterk zou blijven. Zelfs ik kon wel janken op sommige momenten.

“Stom kreng”, scheldt Pierre, terwijl hij zijn bloedende schouder vasthoudt.

“Het is voorbij, Pierre. Accepteer het!”, schreeuwt ze koeltjes.

Merel komt naast me staan, en ziet dat ik aan de pilaar ben vastgeboeid.

“Waar is de sleutel?”, vraagt ze Pierre streng.

“Zoek het uit, gestoord wijf”, reageert Pierre. Hem kennende had hij die kogel liever tussen zijn ogen gehad, dan dat hij ons nu zou helpen.

Ineens worden we afgeleid door zacht gemompel. Het komt van de bank af.

Chantal is wakker!

“Help haar. Snel, maak haar los”, zeg ik tegen Merel, die daar meteen gehoor aan geeft.
Snel maakt ze Chantal’s handen en voeten los. Chantal trekt zelf meteen de tape van haar mond.

“Wat gebeurt er? Hoe kom ik hier?!”, vraagt ze, doodsbang.

“Ach, de Schone Slaapster is ook wakker”, reageert Pierre sarcastisch. “Ik had je toch iets meer slaaptabletten moeten geven.”

Chantal kijkt verschrikt naar Pierre. Het is duidelijk dat ze hem nog niet gezien had. Blijkbaar heeft Pierre haar al van bij ons thuis meegenomen.

Terwijl Merel Chantal overeind helpt, en ik probeer te begrijpen hoe Pierre dit allemaal precies voor elkaar heeft gekregen, ziet Pierre zijn kans schoon.

Snel duikt hij over de vloer naar het pistool dat hij eerder heeft laten vallen.

Ik bedenk me geen moment, en als een soort reflex laat ik me helemaal achterover zakken. Op deze manier kan ik mijn benen hoger bewegen.

Begeleid met een pijnlijke schreeuw geef ik Pierre een schop tegen zijn gewonde schouder. Hij ziet het niet aankomen en schrikt van de pijn.

Merel, gealarmeerd door mijn schreeuw, ziet dan wat er gebeurd en stapt koeltjes op ons af. Mijn schop heeft Pierre vertraagd, maar hij probeert nog altijd zijn pistool te pakken.
Heel kalm gaat Merel er tussenin staan en richt haar eigen pistool op Pierre’s hoofd.

“Niet doen, Merel!”, roep ik, tot mijn eigen verbazing. “Ik gun hem het leven ook niet, maar liever zie ik hem de rest van zijn jaren boeten voor wat hij heeft gedaan.”

Hierdoor twijfelt Merel een seconde. Maar net als het lijkt dat ze heeft besloten om mij te negeren, doet Pierre een laatste poging. Hij springt omhoog, met zijn hoofd gericht op Merel’s buik. Blijkbaar heeft hij nog genoeg kracht, want Merel wordt hard tegen de muur geduwd.

Pierre maakt gebruik van zijn momentum en grijpt zijn pistool van de vloer. Terwijl hij zijn weg naar de voordeur baant, schiet hij tweemaal blind in het rond. Ik hoor Chantal gillen, terwijl een kogel zich door het raam boort.

“Verdomme”, gromt Merel, terwijl ze opstaat en Pierre achterna rent.

Ik zie hoe Chantal naar haar buik grijpt. “Gaat het?”, vraag ik bezorgd. “Nee”, schudt ze. “Het gaat helemaal niet goed.”

Ik zie hoe de tranen langzaam over haar wangen rollen, en ik wil niets liever dan haar troosten. Maar ik zit nog steeds aan die verdomde pilaar vast. Het eerste dat ik doe als dit voorbij is, is dat rotding afbreken.

“Houd vol, Lieverd”, probeer ik Chantal te kalmeren. “Het is bijna voorbij, oké?”

Op dat moment komt Merel de flat weer binnengelopen. Haar voorhoofd is bezweet. Ze vertelt dat ze naar beneden is gerend, maar Pierre niet meer heeft kunnen vinden. Er liep een spoor van kleine druppels bloed naar de parkeerplaats, maar daar was hij ook al niet meer.

“Volgens mij hebben we wel mazzel”, zegt Merel terwijl ze naar me toe loopt. “Er lag een sleuteltje op de keukentafel, naast zijn mobiele telefoon.”
We hebben inderdaad mazzel, aangezien het sleuteltje van mijn handboeien blijkt te zijn. Snel ben ik los, en vlieg ik naar Chantal. Ik sla mijn armen om haar heen, en knuffel haar zo stevig als ik kan.

“Ik laat je nooit meer gaan, oké? Nooit meer!”, beloof ik haar plechtig.

“Rick?”, vraagt Chantal, ineens heel zachtjes. “Wat is er, Lieverd?”, vraag ik, alsof er een zinnig antwoord te geven valt. Maar al heel snel heb ik in de gaten wat Chantal bedoelt.

“Mijn vliezen zijn gebroken”, snikt Chantal. “Rick, ik ben bang. Het voelt niet goed.”

In eerste instantie ben ik perplex. Het is net alsof ik heb gezegd, dat ik niet zou weten wat deze situatie nog spannender kan maken, en nu mijn antwoord krijg. Wet van Murphy. Alles dat mis kan gaan, zal ook mis gaan. Story of my life.

“Oké, Chantal”, zeg ik kalm. “We moeten nu rustig blijven. Merel heeft de politie gebeld en ook om een ambulance gevraagd. Zodra die hier is, kan er niets fout gaan, oké? Dan zijn we allemaal in goede handen.”
Chantal knikt. Ze weet dat ik gelijk heb, maar de stress van deze hele situatie begint zijn tol te eisen op haar gemoedstoestand. Het is ook een vreselijke manier om een bevalling in te gaan.

“Rustig blijven ademen; dat is de truc. Gewoon kalm blijven en met me trouwen, oké?”, flap ik dan ineens eruit.
“Wat? Dit is hoe je me kalm probeert te houden? Door me NU ten huwelijk te vragen?”, moppert Chantal. Haar angst zet zich ineens om in onredelijke boosheid. Duidelijk dat de bevalling echt begonnen is.

“Oké, oké. Sorry! Ik kon me even niet beheersen. Let maar niet op mij. We moeten nu kalm blijven voor onze kleine jongen”, probeer ik haar weer te kalmeren.

Het is maar goed dat op dat moment de hulpdiensten aankomen. Als ik mezelf nog één keer versproken had, zou Chantal waarschijnlijk mijn nek hebben gebroken.

“U hoeft zich niet te haasten”, zegt de ambulancebroeder even later tegen me. “Ze is aan het bevallen, maar het zal waarschijnlijk nog even duren voordat het echt zover is.”

Ik knik, en geef aan dat ik rustig zal rijden. Even daarvoor heb ik Merel al gevraagd om met Chantal mee te gaan. Ook al heb ik beloofd dat ik recht achter ze aan zal rijden, ben ik iets anders van plan.
Echt vertrouwen heb ik niet meer in de lokale politie, dus ik ga niet zitten wachten tot zij Pierre eindelijk gevonden hebben. Ik moet zeker weten dat Anne in alle veiligheid bij mij is.

Snel loop ik nog even naar boven om mijn jas te pakken. De agenten zijn nog bezig met het onderzoek. Terwijl ik mijn jas aantrek, hoor ik één van hen iets zeggen dat mijn wereld op zijn kop zet.
“Geen sporen van braak.”

Geen sporen van braak? Hoe is Pierre hier dan binnengekomen? En Merel?

Dan valt alles op zijn plaats.

Zij is degene die Pierre van alles op de hoogte heeft gehouden. Zij wist van het nieuwe logboek. Het verklaart alles. Het gemiste schot, dat Pierre heeft kunnen ontsnappen, hoe ze hier wist binnen te komen.

“Godver…, het was Merel!”, roep ik kwaad, terwijl ik zo snel als ik kan naar mijn auto ren.
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 54)

Hoofdstuk 54: Vaderdag II

De avond begint in te vallen, op het moment dat ik de auto start. Er spookt nu echt vanalles door mijn hoofd.

Aan de ene kant kan ik het niet geloven. Merel die al die tijd samen heeft gewerkt met Pierre? Maar het lijkt niet anders te kunnen.
Hoe anders heeft Merel de flat van Chantal zo onopgemerkt kunnen binnenkomen? Hoe anders kon Pierre zo snel weten over het laatste logboek dat ik heb gevonden. Merel stond direct achter me toen ik het vond.

Ineens voel ik me de stomste persoon op de wereld.

Ik heb Merel zelf verteld dat ik Pierre ging opzoeken in op het politiebureau! Hij wist dat ik zou komen. En dat ik op zijn aanwijzing naar het huis van Tom zou gaan. Merel wist alles wat ik ging doen. Ik heb het haar allemaal vooraf verteld. Want dan kon ze even op de honden letten. Of Anne een beetje in de gaten houden.

“Verdomme”, zucht ik. “Ik heb het allemaal zelf gedaan.”

Het kan niet anders; Merel heeft de boel al die tijd belazerd. Alle puzzelstukjes zijn op hun plaats gevallen.
De klap op mijn hoofd speelt me nog steeds parten. Even zie ik dubbel. Ik besef dat ik een moment moet kalmeren. Anders kan het fout gaan.
Instinctief steek een sigaret aan en inhaleer diep. Ik voel hoe mijn lichaam zich ontspant. Net als ik me goed genoeg voel om weg te rijden, wordt er op het autoraampje geklopt.

Het is Jim!

De politieagent die voor mij geregeld heeft dat ik Pierre kon opzoeken op het politiebureau. Hij had ooit met Marnix samengewerkt en mij daarom dat plezier gedaan. Maar mijn uitbarsting is hem toen op een schorsing komen te staan.

“Zal ik rijden?”, zegt hij met een knipoog, nadat ik het portier geopend heb.

“Ik dacht dat ze je geschorst hadden”, zeg ik verbaasd. Jim legt uit dat dat inderdaad zo is geweest, maar vanwege zijn staat van dienst was de schorsing maar kort.

Dat aanbod laat ik me geen twee keer doen, en snel stap ik in zijn politiewagen. Ik geef hem aan waar ik Merel van verdenk. En dat ze nu met Chantal mee naar het ziekenhuis is.

“Oké, ik zal het via de porto doorgeven. Maar ik zou me geen zorgen maken. Ze laten waarschijnlijk toch niemand bij Chantal. Er is volgens mij al politie op weg naar het ziekenhuis”, probeert Jim mij gerust te stellen.

“Vind je het heel erg als ik zeg dat ik me daardoor niet echt zekerder voel?”, zeg ik sarcastisch.
“Nee, ik zou precies hetzelfde denken in jouw situatie”, geeft Jim toe. “Maar goed, we gaan eerst Anne ophalen. Tot Pierre terecht is, wil ik jullie allemaal veilig op één plek hebben.”

Ik ben blij dat Jim er zo over denkt. Zelf zou ik het niet anders willen. Als ik mijn meiden allemaal bij elkaar heb, dan kan ik ze makkelijker beschermen.

Het duurt niet zo lang totdat we de straat inrijden waar we wonen. Maar zodra we ons huis naderen, slaat me de schrik om het hart.
“Jim”, zeg ik met een angstige toon in mijn stem. “Daar staat de auto van Pierre.”

Ik wijs naar de BMW waar ik Pierre mee heb zien rijden, toen ik hem opzocht in zijn hotel. Het nummerbord begint met DL, wat in mijn gedachten al snel D_ROP L_UL werd. Toen kon ik er nog om grinniken, maar nu denk ik maar aan één ding.

Anne.

Jim parkeert de auto uit het zicht. Als Pierre binnen is, kan hij ons niet zien uitstappen. Jim vraagt nog snel om versterking, voordat we naar het huis lopen.
“Ik neem aan dat het weinig zin heeft om tegen jou te zeggen dat je hier moet blijven?”, vraagt Jim retorisch. Ik knik. “Prima, zijn er wapens in huis?”
“Er ligt een pistool in mijn nachtkastje”, zeg ik eerlijk, terwijl ik me best stom voel. Ik had het dienstwapen van Marnix in de kluis moeten laten liggen.
“Maar ik kan me niet voorstellen dat hij dat zo snel zou vinden.”
“Nou, je zei dat hij al gewapend was, toch?”, fluistert Jim, terwijl hij met de punt van zijn schoen naar een bloedspoor wijst. Ik klop op mijn schouder, om aan te geven dat Pierre daar gewond is geraakt.

Op dat moment begin ik heel even te twijfelen aan mijn theorie over Merel. Dat ze Pierre niet heeft doodgeschoten is nog te verklaren. Maar waarom schoot ze überhaupt op hem? Het is niet helemaal logisch.

Maar dan gaan ineens alle theorieën het raam uit. Uit het niets klinkt er een schot vanuit het huis. De paniek slaat mij om het hart.
“Boven, de achterste slaapkamer!”, roep ik tegen Jim, die de al ingetrapte voordeur aan de kant schuift.

Zo snel als we kunnen, rennen Jim en ik naar boven. Ik werp een snelle blik mijn eigen slaapkamer in, en zie dat het nachtkastje geopend is.

“Anne?!”, roep ik instinctief, zodra ik gehuil hoor. Jim opent voorzichtig de deur naar Anne’s slaapkamer, en dan kunnen we zien wat er gebeurd is.

Pierre ligt op de grond, in een grote plas bloed. Anne zit in een hoekje in elkaar gedoken. Ik kan haar tranen duidelijk zien, evenals bloedspetters op haar gezicht.

Naast Anne ligt het oude dienstpistool van Marnix.

“Het spijt me .. het spijt me zo”, stamelt Anne emotioneel. Ik ga op mijn knieën naast haar zitten en pak haar stevig vast.

“Rustig maar”, fluister ik. “Het is voorbij, meid. Het is nu echt voorbij.”

Even draai ik mijn hoofd in de richting van Jim. Hij is naast Pierre neergeknield, en heeft via de porto doorgegeven wat er gebeurd is. Hij bevestigt dat Pierre niet meer leeft.
“Kom, je moet hier weg”, zeg ik, terwijl ik Anne optil. Als een klein meisje slaat ze haar armen om mij heen. “Alles is nu voorbij, hoor je? Je hoeft niet meer bang te zijn.”

Het duurt niet lang voordat het ook rond ons huis druk is met agenten. Alles wordt afgezet en onderzocht. Anne kan met moeite een korte verklaring geven.
Zelf ben ik intussen beter bij woorden, dankzij wat aspirine die ik aangereikt heb gekregen van een ambulancebroeder. Ik kan enkele van de agenten een sluitende verklaring geven over alles wat er vandaag gebeurd is.

Natuurlijk geef ik ook aan waar ik Merel van verdenk. De agenten nemen de theorie hoog op en vragen direct om een huiszoekingsbevel. Binnen enkele minuten kunnen ze het huis van Merel binnen.
Zonder te weten of dat mag, loop ik achter de agenten aan het huis binnen. Het duurt niet lang, voordat ik mijn theorie bevestigd zie.

In één van de slaapkamers vind ik alle logboeken van Marnix. Niet alleen degene die ik Merel geleend heb, maar ook degene die zogenaamd zijn gestolen. Ook hangt er een groot whiteboard in de kamer, waarop allerlei dingen over mij en Chantal staan. Waaronder de tijden waarop we vandaag het huis verlaten hebben.

De woorden “NIEUW LOGBOEK” staan bij de zaken van gister en zijn een paar keer met een andere kleur omcirkeld.

Het was dus echt Merel. Ik zucht en loop weer naar buiten. Ik heb genoeg gezien. Anne is kort onderzocht door de ambulancebroeders, maar gelukkig heeft ze geen fysieke verwondingen opgelopen.

“Maar mentaal heeft ze een zware klap gehad”, zegt één van de broeders. Vast de slimmere van de twee. Alsof ik dat zelf nog niet had bedacht. Maar goed, er is nu geen tijd voor sarcasme.
“Kunnen wij hier nu weg?”, vraag ik aan Jim. “Ik word zometeen vader en daar wil ik graag bij zijn.”
“Wa .. vader? ALWEER?”, reageert Jim verbaasd. “Dat had ik dus niet meegekregen. Kom, we gaan direct.”

Niet veel later komen Anne en ik aan in het ziekenhuis. Jim controleert bij de andere agenten of Merel gezien is. Ze is blijkbaar wel in het ziekenhuis aangekomen, maar niemand heeft haar nog gezien.
Onderweg naar het ziekenhuis heb ik Max en Roos nog gebeld en gevraagd om ook te komen. Ik laat Anne bij hen in de wachtkamer, wetende dat ze eindelijk veilig is.

Het duurt niet lang voordat Chantal bevallen is. Binnen een kwartier nadat ik de kamer binnenkwam, was het zover. Dankzij de verdoving heeft Chantal gelukkig niet heel veel pijn gehad. Maar alle pijn die er was, verdween zodra de baby eenmaal geboren was.

“Gefeliciteerd”, zegt de verloskundige blij. “U heeft een dochter!”

Ik kijk Chantal dolgelukkig aan, en zoen haar liefdevol. Pas dan dringt het tot me door.

“Een dochter? Bij de echo zeiden ze nog dat het een jongetje zou worden”, vraag ik verbaasd. “Ach, meneer, zelfs in een ziekenhuis kan nog wel eens iets fout gaan”, antwoordt de verloskundige luchtig, terwijl ze de kleine meid aan Chantal geeft.

Het kleintje is zo mooi. Nou ja, voor zover dat kan als iets onder bloed en slijm zit, natuurlijk. Voorzichtig pak ik haar handje, en voor ik het weet sluiten haar vingers zich om één van de mijne.

“Geloof me, dokter”, zeg ik vertederd. “Er is hier helemaal niets fout aan. Ze is perfect.”
 

AnneT

This is who i am
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Whooow, zo'n confrontatie heb ik absoluut niet verwacht. Wat een paar heftige hoofdstukken!
Goed bezig Snakebite!
 

Abbjornnl

Wees jezelf ongeacht wat andere ervan zeggen
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Om een lange reactie kort te maken: geweldig.

Weer een aantal fantastische hoofdstukken en een onverwachte confrontatie.
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

AnneT zei:
Whooow, zo'n confrontatie heb ik absoluut niet verwacht. Wat een paar heftige hoofdstukken!
Goed bezig Snakebite!
Altijd eindigen op een sterke noot, toch? De laatste hoofdstukken in een serie horen altijd wat spannender te zijn; het moment waarop de verhaallijnen bij elkaar komen. :) Maar, ik ben wel blij dat ik er ook deze keer weer een onverwachte draai aan heb kunnen geven! ^-^

Luier 86 zei:
thriller, maar weer mieters werk. spanning ten top.
Thanks, goed om te horen! :)

silverbaby zei:
Om een lange reactie kort te maken: geweldig.

Weer een aantal fantastische hoofdstukken en een onverwachte confrontatie.
Thanks, ik ben benieuwd hoe de epiloog zal bevallen. :)

Zonnetje100 zei:
Wauw, wat een hoofdstukken weer, echt geweldig! :)
Dankjewel! Blij dat ook jij er weer van hebt kunnen genieten. ^-^
 

Luier 86

Toplid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

kijk uit naar je epiloog ;) maar mijn geduld is eindeloos, dus neem de tijd, nogmaals geweldige wendingen, zag deze niet aankomen maar wel logisch.
 

Abbjornnl

Wees jezelf ongeacht wat andere ervan zeggen
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Ik heb het geduld van een reiger dus werk die epiloog maar zp goed en rustig mogelijk uit.
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Geen zorgen; ik heb een vrij duidelijk beeld van hoe ik de tweede serie wil afsluiten (en de derde wil beginnen), dus ik zal er niet lang voor nodig hebben. Ik verwacht dat ik het op vrijdag wel online heb staan, maar zeker nog dit weekend. :)

*gemene cliffhanger-lach* ;)
 

Daltons

Toplid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

wow, zo als gewoonlijk bij jou(en wat ik juist ook goed vind) komt er iets dat je niet verwacht.

Echt je bent goed in verhalen schrijven
 

anoniem0

Nieuw lid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Geweldig verhaal :) heb alleen 1 vraag. Ga je de derde serie weer hier uitbrengen??
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Epiloog II)

Oké, de epiloog is anderhalf keer zo lang geworden als de bedoeling was. Ik hoop dat het bevalt en dat jullie zin krijgen in een derde serie. ;)

Epiloog II

“Kom, lieverd, je moet toch iets eten?”

Al de hele week moet ik de grootste moeite doen om Anne aan het eten te krijgen. Eten, praten, lachen; alles kost een hoop moeite.

Dat is natuurlijk ook niet zo vreemd, want Anne heeft een ontzettend traumatische ervaring gehad. De confrontatie met Pierre, ik kan me gewoon niet voorstellen hoe eng dat voor haar geweest moet zijn.
En dan ook nog degene zijn die Pierre uiteindelijk heeft neergeschoten. Degene die hem heeft zien sterven. Na alle geschiedenis die er al tussen die twee was? Geen wonder dat ze er nu zo aan toe is.

Zoals ze nu tegenover me zit, herken ik Anne haast niet. Met haar handen houdt ze haar hoofd vast, terwijl ze naar het bord pasta staart. Zoveel heb ik niet eens voor haar gemaakt, omdat ik weet dat ze toch niet veel honger heeft.
Het is net alsof er geen energie meer in Anne zit; geen leven. Ze is er wat dat betreft erger aan toe, dan toen ze hoorde dat Pierre vrij zou komen.

“Sorry, ik ga naar boven”, zegt ze ineens. Een antwoord heb ik nooit gekregen. Het is niet dat het me frustreert dat Anne het eten laat staan, waar ik mijn best op heb gedaan. Ik maak me gewoon zorgen. Dat ze zich vreselijk voelt op dit moment, dat is logisch. Maar als ze zo doorgaat, dan begint ze zich gewoon uit te hongeren.

Mijn frustratie is gericht op mezelf. Waarom kan ik haar nou niet helpen? Anne heeft het vaker moeilijk gehad, maar uiteindelijk vonden we een manier voor haar om ermee om te gaan. Maar nu?

Op mijn tenen loop ik naar boven, aangezien ik er vanuit ga dat Anne weer probeert te slapen. Ik zal wel even moeten, aangezien de bijeenkomst op scouting zometeen begint.
Aangezien Merel verdwenen is, heeft de staf mij gevraagd of ik een paar keer wil komen helpen. Merel deed daar zoveel werk, dat het zonder haar behoorlijk spaak begint te lopen. Ik ben er maar op ingegaan. Scouting heeft Anne en Noor altijd een hoop geleerd, en het kan geen kwaad om ook eens mijn steentje bij te dragen.

Op dit moment is Chantal nog in het ziekenhuis, maar over een paar dagen mogen zij en Joni naar huis. Joni, ja. We hebben haar toch vernoemd naar de vader van Chantal, Jonathan. Gelukkig is het ook gewoon een leuke naam.

Nadat ik mijn wandelschoenen heb aangedaan, luister ik stilletjes aan de deur van Anne’s kamer. Ik kan haar zachtjes horen huilen.

“Verdomme”, vloek ik op fluistertoon. De machteloosheid, dat is waar ik niet goed mee om kan gaan.

Ook al weet ik niet precies wat ik moet doen, ga ik maar op mijn gevoel af. Snel haal ik beneden haar bord met pasta op, voordat ik zonder te kloppen Anne’s slaapkamer binnenga.

Alles is er donker. Het rolluik is dicht, en alleen een leeslampje op haar nachtkastje staat aan. Ik kan amper zien waar ik loop.
Anne ligt op haar buik in bed, met haar hoofd begraven in haar kussen. De luier, die ze ook beneden al droeg, steekt een flink stuk boven haar pyjamabroek uit. Normaal gesproken valt het me al bijna niet meer op als Anne een luier draagt, maar deze keer kan ik er ook niet omheen.

Ik zet het bord met eten op Anne’s nachtkastje, en ga naast haar op bed zitten. Voorzichtig wrijf ik met mijn hand over haar rug.
Blijkbaar heeft Anne mij niet horen binnenkomen, want bij de aanraking kijkt ze geschrokken omhoog. Gelijk valt het me op dat ze een speen in haar mond heeft.
De speen herinnert me aan hoe ik Anne de vorige keer heb kunnen helpen, toen ze het zo moeilijk had. Door actief voor haar te zorgen. Ze heeft het moeilijk, en dat is haar goed recht nu. Als ze zich daardoor gedraagt als een kind van twee, dan moet ik haar misschien maar zo benaderen.

“Zo, dat mondje van jou kan dus toch nog open?”, zeg ik vrolijk, terwijl ik met mijn vinger tegen de ring van Anne’s speen tik. Anne kijkt me verbaasd aan. Ze had totaal niet verwacht dat ik dit zo met haar mee zou spelen.

“Ligt Sheldon daar nou op de grond?”, vraag ik overdreven verbaasd, terwijl ik de schildpadknuffel van de vloer raap en aan Anne geef. Snel drukt ze hem veilig tegen zich aan, terwijl ze zich op daar zij draait. Haar luier kraakt behoorlijk en, een beetje beschaamd, trekt ze snel haar broek omhoog. Ik negeer het allemaal.
“Als ik je help…”, probeer ik een deal te sluiten, “… probeer je dan een beetje te eten?” Ik schep een beetje pasta op de lepel en houd hem recht voor Anne’s mond.
Ik kan zien dat ze er even over moet nadenken. We hebben afgesproken dat ik alleen mee zou gaan in haar kinderlijke gedrag, op momenten dat ze het echt moeilijk heeft. Zoals nu. Maar ik denk niet dat Anne had verwacht dat ik zelf initiatief zou nemen.

Uiteindelijk haalt Anne vrijwillig haar speen uit haar mond en staat ze toe dat ik haar voer. Ik betrap mezelf erop dat ik het stiekem best leuk vind om er een verhaaltje omheen te vertellen. Bij de laatste hap is de lepel een luchtballon, die ik per ongeluk lek zou hebben geprikt met mijn sigaret, en daardoor pardoes neerstort op haar neus.

“Nouhou”, lacht Anne, terwijl ze de pasta van haar neus veegt. “Daar, zie ik je toch nog lachen vandaag”, zeg ik serieus. Het is maar goed dat ik een stukje keukenrol had meegenomen, waarmee ik haar neus schoon kan maken.
“Ben je nog droog?”, vraag ik daarna, een beetje onwennig. Anne knikt. “Zodra ik strakjes terug ben van scouting, dan kom ik nog wel even kijken. Als je dan nat bent, help ik je eventueel wel.”

Terwijl ik haar een zoen op haar voorhoofd geef, bedankt Anne me. “Waarvoor, lieverd?”, vraag ik direct. “Dat je dit allemaal voor me wilt doen”, verklaart ze.
Ik lach en, terwijl ik haar speentje weer in haar mond steek, herinner Anne er nog eens aan dat ik voor haar en haar zusjes alles zou doen.

Mijn eerste bijeenkomst op de lokale scoutinggroep is best goed verlopen. Om de één of andere reden blijk ik goed om te kunnen gaan met de kinderen. De leeftijdsgroep vind ik ook wel leuk. Alle kids in mijn groep zijn tussen de elf en vijftien; vroege pubers, dus. Die durven af en toe tenminste een beetje vreg te zijn. Dat kan ik wel waarderen.

Er was echter één meisje dat er voor mij wel tussenuit sprong. Eva, heet ze. Ze heeft een enorme bos rode krullen. Echt prachtig om te zien. Ik dacht altijd dat Noor een krullenbol was, maar vergeleken bij de struik van Eva is zij een plukje gras.

Eva ligt niet zo heel goed binnen de groep. Ze is heel stil, en heeft moeite om sociaal om te gaan met de andere kinderen. Maar je kunt zien dat ze het tenminste probeert, wat al een belangrijke stap is.
Met de leiding kan ze dan wel weer goed overweg. Eva heeft de technieken blijkbaar altijd heel snel onder de knie, waardoor ze zich een toch een beetje positief kan onderscheiden.

Ik heb net met de andere stafleden een korte nabespreking gehad. Aangezien zij alletwee vroeg naar huis moeten, heb ik toegezegd om hier te wachten tot alle kinderen zijn opgehaald. Er is nog koffie, dus ik krijg mijn tijd wel om.

Buiten zijn nog wat kinderen met een voetbal aan het spelen. Eva doet ook mee, en het lijkt zowaar goed te gaan.
Maar, net als ik met mijn verse kop koffie, in mijn stoel wil gaan zitten, kan ik iemand horen vallen. Het kan ook niet anders; Eva is hard op haar knie terecht gekomen. Snel loop ik er naartoe om te kijken hoe het met haar is.

“Ai, dat ziet er niet zo goed uit”, zeg ik, zodra ik wat bloed zie. “Je hebt je broek en je knie geschaafd, doet het geen pijn?”
“Een beetje”, zegt Eva stoer. “Ik probeerde een sliding te maken, maar dat werkt niet zo goed op de stoeptegels.”

“Nee, goh”, zeg ik, een beetje sarcastisch. “Loop maar even voorzichtig naar het bankje daar en dan pak ik de EHBO-trommel. We moeten dat echt schoonmaken, dus probeer je broek even omhoog te rollen.”

Het is net alsof ik haar een mes op de keel heb gezet, ofzo. “Nee, dat wil ik niet”, zegt Eva resoluut. “Het doet echt geen pijn hoor! Gewoon om de wond schoon te houden?”

Eva weigert opnieuw, en ik snap nog steeds niet waarom. Maar het maakt ook niet veel uit. “Laat maar, mijn vader is er al”, zegt Eva, terwijl ze naar de donkere auto wijst, die net op de parkeerplaats verschijnt.

“Oké, maar ben je er wel voorzichtig mee? Dat moet je thuis echt even schoonmaken”, zeg ik bezorgd. “Komt goed”, verzekert Eva me, terwijl ze bijna hinkelend naar de auto loopt.

Ik weet niet wat het is, maar ik blijf met een vreemd gevoel achter.

Veel tijd om erover na te denken, heb ik echter niet. Mijn mobiele telefoon begint te rinkelen. Terwijl ik de rest van de kids zeg dat ze voorzichtig moeten zijn op de stoeptegels, loop ik met mijn telefoon in de richting van de parkeerplaats.

De auto van Eva’s vader staat er nog. En precies als ik hun richting uitkijk, kijkt Eva terug. Er rollen tranen over haar gezicht. Met een hand houdt ze haar wang vast, alsof ze daar pijn heeft. Ik kan haar vader horen tieren, terwijl hij de auto start. Een paar seconden later zijn ze weg, mij bezorgd achterlatend.

“Rick? Met Jim”, hoor ik aan de andere kant van de lijn, zodra ik mijn telefoon eindelijk opneem.

“Jim, hoe is het? Toch geen slecht nieuws, hoop ik? Niets persoonlijks, maar ik voel me altijd een beetje ongemakkelijk als je belt”, zeg ik eerlijk.

“Nee, integendeel, Rick”, stelt Jim me gerust. “Ik heb net bericht gekregen van collega’s van de Italiaanse politie. Ze hebben net een inval gedaan in het ouderlijk huis van Pierre. Ze hebben daar een hoop ontdekt, Rick. Ook mensen.”

“Wat? Wie dan? Merel?”, reageer ik verbaasd.

“Nee. Je broer, Rick. Ze hebben hem gevonden.”
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

die-hard zei:
wow, zo als gewoonlijk bij jou(en wat ik juist ook goed vind) komt er iets dat je niet verwacht.
Echt je bent goed in verhalen schrijven
Thanks! :) Meestal plan ik de verhaallijnen van tevoren goed uit, maar soms verbaas ik mezelf als me een verrassend idee te binnen schiet, haha. Zolang het voor jullie maar interessant blijft!

anoniem0 zei:
Geweldig verhaal :) heb alleen 1 vraag. Ga je de derde serie weer hier uitbrengen??
Thanks! :) Ik zal later vandaag uitleggen wat mijn bedoeling is met de derde serie van Peetoom. Ik heb op dit moment twee sterke opties, maar ik ben er nog niet helemaal uit.
 
Bovenaan