Peetoom (Hoofdstuk 65)
Hoofdstuk 65: Lief Dagboek
ANNE
Zodra ik de slaap eenmaal uit mijn ogen heb gewreven, kan ik de tijd op mijn wekkerradio aflezen. Half tien, zondagochtend. Normaal ben ik op dit moment niet wakker te slaan, maar bij wijze van uitzondering heb ik me er deze week op verheugd.
Vandaag is namelijk de dag waarop ik voor het laatst alleen thuis zal zijn. Natuurlijk niet de laatste keer ooit, maar wel voor de voorzienbare toekomst. Morgen komt mijn zusje Noor namelijk terug uit het ziekenhuis. Gelukkig is ze ver genezen van haar ziekte, maar ze heeft voorlopig wel nog een hoop rust nodig. Je herstelt natuurlijk niet zomaar van enge ziekte .
Bovendien zijn Rick en Chantal vandaag naar haar appartement om daar de laatste klusjes te doen. Ze hebben Joni meegenomen en ik moet ze niet voor het avondeten terugverwachten. Dat betekent dat ik het huis nog een uurtje of acht voor mezelf heb.
Helemaal voor mezelf. Mijn kleine zelf.
Met een véél te grote glimlach, voor een zondagochtend, sta ik uit mijn bed op. Meteen loop ik naar de grote spiegel, die aan de andere kant van mijn slaapkamer hangt. Lekker groot – hij bedekt de muur bijna van boven tot onder. En zo bekijk ik mezelf ook – van boven tot onder.
Er was een tijd waarop ik me er behoorlijk aan kon storen. Dat spiegelbeeld. Een meisje van acht, van tien of van twaalf. In een luier, meestal ook nog stiekem gepikt van mijn kleine zusje. Het kleine zusje dat ze ’s nachts altijd zo hard nodig heeft gehad. Dat ze nooit echt gewild heeft.
En dan de grote zus. Die ze nooit echt nodig heeft gehad, maar wel altijd zo graag heeft gewild.
Ik voelde me toen altijd gek.
Alsof ik iets deed dat niet mocht. Dat verboden was. Het dragen van Noor’s luiers voelde gestoord, en zelfs een beetje crimineel. Achteraf vroeg ik me altijd af wanneer iemand me ervoor zou laten opsluiten. Iemand die zoiets deed hoort toch niet vrij rond te lopen? Het liefst keek ik gewoon helemaal niet meer in de spiegel.
Maar dat is nu helemaal anders.
Als ik nu in de spiegel kijk zie ik iemand anders. Natuurlijk ben ik nog dezelfde Anne als een paar jaar geleden. Iets ouder – vijftien inmiddels – maar mijn hobby’s zijn niet veranderd. Mijn favoriete dingen zijn nagenoeg hetzelfde. Ook lichamelijk ben ik niet zo veel veranderd. Sommige dingen zijn gegroeid. Daar doe je niets aan. Maar het echte verschil zit dieper.
Ik zie mezelf nu zoals ik echt ben.
Dezelfde krullende haren. Dezelfde bruine ogen. Dezelfde pyjama, ook al zit hij inmiddels wat krapper. Maar nu wel met een echte luier om. Geen klein broekje, waar ik al lang niet meer in paste. Nee, eentje die dik en wit is. Met vier stevige plakkers, en groot genoeg om mijn lichaam echt in te pakken. Het geeft me een heerlijk, rustig gevoel.
Zeker nu. Alleen thuis. Het maakt niet uit hoe hard mijn luier kraakt. Wat ik bewijs door er even hard mee te spelen. Kraak, kraak, kraak. Niemand die er nu naar kraait. Mijn luier hoeft ook niet meer bedekt te zijn. Oké, de plastic rand steekt een flink stuk boven mijn pyjamabroek uit. Maar dat komt alleen maar omdat die broek eigenlijk al een jaar iets te klein is. Maar ik ben er té aan gehecht om hem weg te doen. Rick stoort het normaal al niet om mijn luier te zien. Dus verbergen heb ik echt al een hele tijd niet meer gedaan. Maar nu kan ik het helemaal loslaten. En dus doe ik mijn pyjamabroek uit. Nog meer gekraak. Gevolgd door nog steeds geen commentaar.
Daarnaast maakt het ook niet uit of iemand mijn luier kan ruiken. Nat is hij al. Normaal verschoon ik me op zondagochtend meteen. Rick zegt er nooit iets over, maar ik heb dat zelf altijd net iets socialer gevonden. Ik hoef het hem ook weer niet onder de neus te wrijven.
Maar nu hoeft het niet. Als ik wil, kan ik mijn luier vandaag helemaal vullen.
Om mijn plezier te vergroten ga ik met de natte luier op de wc zitten. Als ik zo plas, kan ik me er altijd net iets meer in laten gaan. Het voelt dan iets vertrouwder. Omdat ik nog niet direct hoef, laat ik de kraan zachtjes lopen. Dan komt het vanzelf wel. Heftig krakend voorziet mijn luier iedere beweging van achtergrondgeluid.
Wachten tot ik moet vind ik normaal altijd saai, maar deze keer heb ik iets te doen. Iedereen leest graag op de wc, en dat is voor mij niet anders. Ik heb mijn oude dagboek meegenomen. Een paar dagen geleden heb ik het volgeschreven en, voordat ik later vandaag aan mijn nieuwe begin, wil ik het nog een keertje teruglezen.
Terwijl ik erdoor blader, besef ik me dat mijn ontwikkeling wat luiers betreft erg goed is na te trekken. Ik kan me de stukjes die ik er vroeger over schreef nog wel herinneren. Toen ik zelf nog klein was. Een jaar of acht.
“Lief dagboek,
Ik heb net weer een paar luiers van Noor kunnen pakken. Mama heeft bezoek en dus was de kust veilig, haha. Ze liggen nu onder mijn bed. Bij de rest van de voorraad. Vanavond kan ik dus weer spelen. Niet verklappen, hè?
Kus,
Anne.”
Gniffelend denk ik terug aan mijn oude verstopplaats. Bij iedere kans die ik had pikte ik wat van Noor haar luierbroekjes. Die stapelde ik dan op, onder mijn bed. Precies naast het nachtkastje, waardoor het als het ware ‘om een hoekje’ lag. Iemand die gewoon onder mijn bed keek, kon ze niet zien. Dat is ook nooit gebeurd.
Twee keer ben ik betrapt. Eén keer door Mama. Gelukkig lag er nog maar één broekje, waardoor ik makkelijk kon liegen. “Het is om te spelen.”
En Mama geloofde het.
De tweede keer was het Rick die wat broekjes vond. Bij het stofzuigen van alle dingen! Er is niets dat hij ooit secuur heeft gedaan, behalve het stofzuigen van mijn slaapkamer. Maar ook Rick heeft er toen niet veel waarde aan gehecht. “Voor Noor, want ze wilde op mijn kamer slapen.”
Niet veel later kwam Rick er dan toch achter dat ik meer met luiers heb dan een normaal meisje van mijn leeftijd. Ik had verwacht dat er meteen een legertje psychologen zou afreizen om te bepalen hoe gek ik precies ben. Maar niets was minder waar.
Ook al begreep Rick het zelf misschien niet, toch liet hij me in mijn waarde. Hij noemde me nooit gek, of raar. Ik mocht het zelf weten.
Oké, Rick heeft me vanaf dat moment wel naar Max gestuurd. Om te praten. Hoewel ik daar nooit fan van ben geweest, moet ik toegeven dat het wel helpt. Max is cool, en aangezien Rick zelf ook regelmatig met hem praat, kan ik niet zo heel gestoord zijn.
En ik ga natuurlijk niet alleen naar Max om over mijn luiers te praten. Vaak komen we terug op Pierre. Of de dood van Papa en Mama.
“Lief dagboek,
Rick is echt zo stom. Hij snapt helemaal niets.
Ik weet dat hij alles goed bedoeld. Maar hoe durft hij met die trut te vrijen in het bed van Papa en Mama? Waarom doet hij zoiets? Als hij hier niet wil zijn, dan gaat hij toch gewoon?”
Er zijn een hoop van dit soort stukjes terug te vinden in mijn dagboek. Zeker van vlak na het ongeluk van Papa en Mama. Toen vond ik Rick stom en kon hij nooit iets goed doen. Natuurlijk snap ik nu hoe dat komt. Hij heeft ook niet om het gezin van zijn broer gevraagd. Maar hij kreeg het wel. Een kind dat in bed plast en het ander dat er met haar luiers vandoor gaat. En al onze andere problemen.
Maar Rick was er wel steeds voor ons. En nu nog steeds. Zonder zijn aanmoediging zou ik hier nooit zo durven zitten. “In mijn luier”, fluister ik. Ik zou het zonder hem waarschijnlijk nog niet hebben durven zeggen.
“Lief dagboek,
Eigenlijk is Rick best wel lief.
We zijn Opa’s spullen aan het opruimen. Vanmorgen is hij een stukje gaan wandelen en toen heeft hij een pak luiers voor me gekocht. Pampers, maat 1. Want hij dacht dat het de beste kwaliteit is, haha. Het blijft een sukkel. Maar wel lief, dus.”
Op dat soort momenten kwam Rick altijd met het juiste gebaar. Misschien vallen de vrouwen daarom wel voor hem. Het is bijna een talent.
Niet veel later heb ik mijn luier weer voorzien van wat extra opnamewerk. Mijn dagboek leg ik in de kast, bij de oudere. Het nieuwe dagboek ligt al klaar op mijn bureau.
Waarschijnlijk duurt het nog wel een tijdje voordat ik weer over mijn luiers kan schrijven. Noor heeft rust nodig, en zo’n onthulling over haar grote zus zal niet voor extra kalmte zorgen. Voorlopig laat ik ze dus maar even in de kast liggen.
Na vandaag.
Naast het nieuwe dagboek ligt iets dat ik voor Rick heb gekocht. Een soort bedankje voor de manier waarop hij me gesteund heeft in mijn ‘klein’ zijn. Ik geef het hem straks als hij thuiskomt. Gelukkig is Joni ook nog hier, zodat hij altijd tegen Noor kan zeggen dat het van de baby is. Het speentje met een speciale tekst erop.
“Mijn Papa is de liefste.”