Deel 1
Kijk nou eens hoe je erbij ligt. Wel beschouwd is het lachwekkend. Zo'n grote vent, bijna 100 kilo. Dit past toch niet bij een volwassen man. Als ik aan je vroegere vrienden zou beschrijven hoe je er nu uitziet zo niemand me geloven. Maar ja, je vroegere vrienden zijn er niet meer, dank zij mij. Maar ook dank zij je zelf. Je liet het je maar al te graag welgevallen, mijn verzorging. Als je vroegere vrienden belden of je mee ging naar de kroeg, mocht je van mij kiezen. En je koos altijd voor mij, voor de speciale behandeling die je dan kreeg. En langzaam maar zeker haakten ze allemaal af, je vrienden. Je werd niet meer gevraagd voor de kroeg, voor een partijtje zaal voetbal. Eén voor één verloor je contact, tot er niemand meer over was.
Maar je familie was lastiger. Maar ook daar heb je er zelf voor gekozen om ze niet meer te zien. Goed, toegegeven ik heb toen wel een handje geholpen. Het was misschien niet helemaal eerlijk van me om je niet te vertellen dat ze er waren, je ouders en je zus met haar vriend. Dus ik begreep best dat je je een ongeluk schrok toen je na je midag dutje nog niet omgekleed de woonkamer in liep. Ik zie nog het ongeloof en afgrijzen op het gezicht van je moeder. En jij , je schaamde je rot, je vluchtte naar boven en je hebt ze daarna nooit meer onder ogen durven komen. Je ouders drongen nog een paar keer aan op een gesprek. En misschien had dat tot begrip en acceptatie kunnen leiden, maar ik heb er eerlijk gezegd niet zo mijn best voorgedaan om jullie bij elkaar te brengen. En zo heel langzaam aan stapje voor stapje keerde iedereen zich van je af.
Je had het er wel vaak heel moeilijk mee, dan was je door twee strijd verscheurd , huilend lag je op je bed, dat je dit niet meer wilde, dat je je gewone leven terug wilde. Maar altijd wanneer ik je uitlegde wat dat zou betekenen, wilde je dat ook niet. Je wilde mij en mijn zorg voor jou niet kwijt. Het was sterker dan je zelf. Het kon een paar dagen duren een paar weken mischien. Een periode waarin je vastbesloten was er nooit meer aan toe te geven. En ik liet je, in mijn vaste overtuiging dat je terug zou keren, dat je het niet vol zou houden. En ik had altijd gelijk, ik wachtte net zo lang tot je er klaar voor was. En als je er klaar voor was, dan was het kleinste zetje genoeg aan om je weer over de drempel te duwen.
Meestal wist ik 's ochtends bij het opstaan al; vanavond gaat het gebeuren. En als je dan 's avonds thuis kwam van je werk en je naar boven ging om je om te kleden, dan zorgde ik dat de deur van het speciale kamertje op een kiertje stond. En hoe graag je misschien ook wilde dat het niet zou gebeuren, hoe zeer je je zelf er ook tegen verzetten, je kon de verleiding niet weer staan. Je moest en zou even in het speciale kamertje kijken. Maar waarom?
Misschien wilde je controleren of alles er nog was. Alle dierbare spulletjes waar je een paar dagen eerder nog zo zelfverzekerd en vastberaden afscheid van had genomen. Of wilde je even voelen, voelen of het inderdaad zo zacht was als in je geheugen. Of horen of het nog net zo kraakte als in je herrinnering. En ik liet je dan begaan, hoe langer ik je alleen liet hoe makkelijker het was.
Na een minuut of 15 kwam ik dan toevallig ook het speciale kamertje in. En telkens opnieuw voelde je je betrapt, schuldig en stond het schaamrood op je kaken. Stotterend zocht je naar woorden. Woorden die je aanwezigheid moesten verklaren. Het enige wat ik hoefde te doen was mijn vinger op je mond leggen en je kalmerend toespreken. En dan liet je me mijn gang gaan als ik je begon uit te kleden. Nog een paar stapjes in je zou weer in de rol zitten die je de afgelopen paar dagen zo hard gegrondig had verfoeid, maar stiekem naar had verlangd.
Kijk nou eens hoe je erbij ligt. Wel beschouwd is het lachwekkend. Zo'n grote vent, bijna 100 kilo. Dit past toch niet bij een volwassen man. Als ik aan je vroegere vrienden zou beschrijven hoe je er nu uitziet zo niemand me geloven. Maar ja, je vroegere vrienden zijn er niet meer, dank zij mij. Maar ook dank zij je zelf. Je liet het je maar al te graag welgevallen, mijn verzorging. Als je vroegere vrienden belden of je mee ging naar de kroeg, mocht je van mij kiezen. En je koos altijd voor mij, voor de speciale behandeling die je dan kreeg. En langzaam maar zeker haakten ze allemaal af, je vrienden. Je werd niet meer gevraagd voor de kroeg, voor een partijtje zaal voetbal. Eén voor één verloor je contact, tot er niemand meer over was.
Maar je familie was lastiger. Maar ook daar heb je er zelf voor gekozen om ze niet meer te zien. Goed, toegegeven ik heb toen wel een handje geholpen. Het was misschien niet helemaal eerlijk van me om je niet te vertellen dat ze er waren, je ouders en je zus met haar vriend. Dus ik begreep best dat je je een ongeluk schrok toen je na je midag dutje nog niet omgekleed de woonkamer in liep. Ik zie nog het ongeloof en afgrijzen op het gezicht van je moeder. En jij , je schaamde je rot, je vluchtte naar boven en je hebt ze daarna nooit meer onder ogen durven komen. Je ouders drongen nog een paar keer aan op een gesprek. En misschien had dat tot begrip en acceptatie kunnen leiden, maar ik heb er eerlijk gezegd niet zo mijn best voorgedaan om jullie bij elkaar te brengen. En zo heel langzaam aan stapje voor stapje keerde iedereen zich van je af.
Je had het er wel vaak heel moeilijk mee, dan was je door twee strijd verscheurd , huilend lag je op je bed, dat je dit niet meer wilde, dat je je gewone leven terug wilde. Maar altijd wanneer ik je uitlegde wat dat zou betekenen, wilde je dat ook niet. Je wilde mij en mijn zorg voor jou niet kwijt. Het was sterker dan je zelf. Het kon een paar dagen duren een paar weken mischien. Een periode waarin je vastbesloten was er nooit meer aan toe te geven. En ik liet je, in mijn vaste overtuiging dat je terug zou keren, dat je het niet vol zou houden. En ik had altijd gelijk, ik wachtte net zo lang tot je er klaar voor was. En als je er klaar voor was, dan was het kleinste zetje genoeg aan om je weer over de drempel te duwen.
Meestal wist ik 's ochtends bij het opstaan al; vanavond gaat het gebeuren. En als je dan 's avonds thuis kwam van je werk en je naar boven ging om je om te kleden, dan zorgde ik dat de deur van het speciale kamertje op een kiertje stond. En hoe graag je misschien ook wilde dat het niet zou gebeuren, hoe zeer je je zelf er ook tegen verzetten, je kon de verleiding niet weer staan. Je moest en zou even in het speciale kamertje kijken. Maar waarom?
Misschien wilde je controleren of alles er nog was. Alle dierbare spulletjes waar je een paar dagen eerder nog zo zelfverzekerd en vastberaden afscheid van had genomen. Of wilde je even voelen, voelen of het inderdaad zo zacht was als in je geheugen. Of horen of het nog net zo kraakte als in je herrinnering. En ik liet je dan begaan, hoe langer ik je alleen liet hoe makkelijker het was.
Na een minuut of 15 kwam ik dan toevallig ook het speciale kamertje in. En telkens opnieuw voelde je je betrapt, schuldig en stond het schaamrood op je kaken. Stotterend zocht je naar woorden. Woorden die je aanwezigheid moesten verklaren. Het enige wat ik hoefde te doen was mijn vinger op je mond leggen en je kalmerend toespreken. En dan liet je me mijn gang gaan als ik je begon uit te kleden. Nog een paar stapjes in je zou weer in de rol zitten die je de afgelopen paar dagen zo hard gegrondig had verfoeid, maar stiekem naar had verlangd.