‘Pissebed’ in Thailand, deel 24
Het is nog vroeg als Pichan wakker wordt. Slaperig voelt hij even onder zijn plasticbroekje. En zoals hij al had verwacht, is hij nat. Hij heeft weer in zijn bed geplast, zoals gewoonlijk. Even heeft hij zoiets van ‘Ik ben al vijftien, waarom pis ik nog altijd in bed?” maar al gauw haalt hij denkbeeldig zijn schouders op. Het is nou een keer niet anders en er zijn erge dingen dan bedplasser te zijn.
Als hij om zich heen kijkt ziet hij in het logeerbed Klahan liggen. Zo te zien slaapt ‘ie nog.
“Zou hij nat zijn?” vraagt Pichan zich af.
Hij weet dat Klahan ook nog in bed plast, ook al probeerde die dat te verbergen.
Natuurlijk kwam het uit, toen Klahan heel onhandig stiekem onder de deken probeerde een luierbroekje aan te trekken.
Maar hij weet ook dat Klahan meer droge nachten heeft dan hijzelf. Hoe zou het deze nacht zijn afgelopen?
Pichan merkt dat hij nodig moet plassen en overlegt met zichzelf: zal ik nog een keer in bed plassen?
Ik ben toch al nat. En het is zo’n lekker warm gevoel, als je het nog eens doet.
Dan merk je het tenminste.
‘s Nachts als je slaapt merk je er niets van, als je in bed plast.
Tot je nat wakker wordt, natuurlijk.
Maar Pichan besluit nog even te wachten. Soms is de kans op lekken groot als je het nog eens liggend in bed doet.
Zelfs met een plasticbroekje aan heb je dan nog wel eens een overstroming in bed….
En daar is Tante niet blij mee, ook al redt Pichan zichzelf met de wasmachine en de luierwas.
Het is leuker om zo dadelijk naast het bed staand je plasticbroekje nog eens vol te laten lopen, zonder kans op lekkerij in bed.
Zou Klahan al wakker zijn? Pichan kijkt naar het logeerbed, dat langszij zijn eigen bed staat, vlak bij. Zo kunnen de jongens ‘s avonds nog even lekker kletsen, al vallen ze na een lange dag van buiten spelen al gauw in slaap. Zo te zien is Klahan nog onder zeil.
Pichan voelt zijn zachte, gladde, lekker warme volgeplaste plasticbroekje.
Zijn plasticbroekjes zal hij zeker missen als hij niet meer in bed plast.
“Ik houd er gewoon een paar, en die doe ik dan ‘s nachts gewoon weer aan”, denkt hij, niet voor het eerst.
Maar zo ver is het nog lang niet. Hij is nog elke nacht nat en eigenlijk vindt hij dat niet eens erg.
‘Mister Pissebed’, zijn leraar, is nog ouder dan hijzelf, al achttien, dat is toch eigenlijk wel volwassen, toch? En die doet het ook nog. In bed plassen.
Dus zo gek is dat nou ook weer niet. Dan hoeft hij eigenlijk ook nog niet droog te worden.
Al zou dat toch ook wel fijn zijn om niet meer in bed te plassen.
Zo ligt Pichan wat te denken, half wakker, half nog in slaap.
Een brede glimlach glijdt over zijn gezicht als hij even later, zonder dat bewust te willen, toch nog een keer in zijn luier plast en voelt hoe de warmte zich over zijn buik en tussen zijn benen verspreidt. Dus toch…. Nou ja, het plasticbroekje houdt hopelijk zijn bed wel droog.
Klahan doet zijn ogen open. ‘Mah ning khrab’ hoor ik hem slaperig zeggen, en inmiddels heb ik genoeg woorden Thai opgepikt om te weten dat dat ‘goedemorgen’ betekent. Klahan klinkt plotseling blij en roept iets. De jongens praten met elkaar, even op tienervolume, maar dan zachtjes.
Ze denken vast dat ik nog slaap, en willen me niet storen. Het zijn aardige jongens. Maar ik ben al wakker. Nat ook, uiteraard.
Later vertelt Pichan wat ze hebben bepraat.
Klahan is droog! Een droge nacht, want hij heeft niet in bed geplast. Hij staat op, doet zijn pyjamabroek uit en laat Pichan vol trots z’n luierbroekje zien, dat nog net zo droog is als toen hij het gisteravond aan deed.
Klahan heeft geen plasticbroekje aan. En zegt dat een nat bed een ongelukje is, want hij is geen bedplasser!
Als dat idee hem nou happy maakt, denkt Pichan bij zichzelf, maar weet wel beter.
Klahan is wel degelijk bedplasser, maar doet het gewoon minder vaak in bed dan elke nacht.
Of Klahan wel eens ‘s morgens nog een keer in bed plast, als hij toch al nat is, vraagt Pichan.
Klahan kijkt geschokt bij het idee. Nee, daar aan heeft hij nog nooit gedacht.
Als hij nat wakker wordt – héél, héél af en toe maar, bezweert hij – staat hij zo gauw mogelijk op en springt onder de douche.
Hoe minder zijn kleine broertje Lom hem nat ziet, hoe liever het hem is.
Hij is allang blij dat hij geen kamer met Lom meer hoeft te delen.
Lom plast tenslotte niet in bed, en liet dat Klahan maar al te vaak duidelijk weten.
“Weet je…..”, zegt Pichan heel voorzichtig, “weet je dan niet dat bedplassen ook wel leuke kanten heeft? Heb je dan nooit een beetje lol?”
Als dat al zo is, heeft Klahan het nog nooit ontdekt.
“Toen je gisteren in je broek plaste, in je sportbroekje, vond je dat niet een beetje leuk?”
Klahan denkt terug aan dat vrolijke moment gisteren, toen eerst Lom en toen hij het tijdens het Twister spel spontaan in hun broek deden.
“Het was wel lekker warm…. “ zegt Klahan aarzelend.
Pichan knikt enthousiast.
“Lekker warm, zeg je. En met onze sportbroekjes van school zag niemand het dat je nat was.”
Nu lacht ook Klahan.
Pichan zegt: “In Lom z’n korte spijkerbroekje zag je duidelijk dat het volgepist was!”
Daarop Klahan:
“En ik vond het wel lollig dat Lom van je tante op z’n kop kreeg voor die natte broek van ‘m.”
Nadenkend:
“Meestal ben ik degene die op z’n kop krijgt van m’n pa, als ik weer in bed plas...”
“Hier krijgt niemand op z’n kop als je in bed plast!”
“Ik ben droog nu!” zegt Klahan.
Maar Pichan, die tegenover hem staat, geeft hem een stevige klap op z’n schouder en wijst lachend op Klahans luierbroekje.
“Grote jongen, hoor!”
Dan wijst hij op zijn eigen, duidelijk doorweekte luier onder z’n plasticbroekje.
“Ik ben nat. Ik heb vannacht in m’n bed gepist, zoals altijd.”
Klahan wil iets zeggen in de trant van dat het niet erg is, dat ze vrienden zijn ook al plast Pichan nog elke dag in bed.
Maar Pichan valt hem in de rede:
“En toen ik wakker werd, heb ik er nog eens in gepist! Met opzet!”
Hij houdt een hand onder het plasticbroekje, waar onderin een paar centimeter pis getuigen van Pichans zondvloed.
Hij laat het even klotsen.
“Als je er in pist terwijl je wakker bent, voel je alles! Zo’n fijn gevoel….”
En dan, ferm tegen Klahan:
“Niemand ziet het hier. Je krijgt geen straf, je broertje is er niet, en je moet dat gewoon ‘ns proberen!”
Pichan werkt overtuigend en is sowieso meer een leidersfiguur dan de gevoelige Klahan.
“Het is ochtend!” zegt Pichan, “wedden dat je nodig moet?”
Klahan knikt: “Ja, best wel!”
“Geen wonder!” lacht Pichan, “je hebt niet in bed gepist…. Alles zit er nog in!”
Dat kan Klahan niet ontkennen.
“Maar jij hebt een plasticbroekje aan”, zegt hij.
“Krijg je er eentje van mij aan!”
Pichan heeft z’n antwoord meteen klaar.
En het duurt dan ook niet lang meer voor Klahan zich laat overhalen.
Pichan geeft zijn vriend een semi-transparant blauw plasticbroekje, wat Klahan meteen aantrekt over z’n luierbroekje.
“Staat hartstikke stoer!” oordeelt Pichan goedkeurend.
En dan plast Klahan met verbazende kracht in z’n luierbroekje.
Hij moet namelijk echt nodig.
Z’n drynite kan het amper aan, en geeft de ongelijke strijd gauw op.
Even later is het ook onderin Klahans plasticbroekje hoog water.
“Het is echt een fijn gevoel!!” roept hij vol vreugde en een tikje ongeloof uit.
“Dit ga ik vaker doen!”
Wordt vervolgd.