Super om te zien dat er nog veel mensen genieten van Luna!
Hoofdstuk 53:
Na een onrustige nacht (voor Luna dan), staan we op en beginnen aan ons gewone ochtendritueel. Tijdens het ontbijt vertel ik aan Luna wat we gaan doen.
‘Schat, volgens mij wil je wel graag weten wat we gaan doen’. Terwijl Luna hevig knikt, ga ik verder met mijn verhaal. ‘We gaan een weekendje weg.’ En ik zie Luna kijken met een blik van: ‘Ja duh, zo ver was ik ook al… ‘
‘Wacht nou even, mevrouw ongeduld’, zeg ik met een knipoog. ‘We gaan het hele weekend naar een huisje van Centerparcs! Dan kunnen we zwemmen, wandelen, fietsen, lekker uit eten. Waar het huisje is, hoor je vanmiddag.’
‘Maar ik wil nog iets anders vertellen’, haast ik me te zeggen als ik Luna een beetje sip zie kijken. Ze had duidelijk een weekendje Parijs verwacht, maar helaas, daar hebben we geen centjes voor.
‘We gaan er een heel leuk weekend van maken. Als je wilt mag je Lunaatje zijn vanaf vanmiddag. En dan ben je klein tot zaterdagavond. Dan kunnen we zondag leuke dingen doen als grote Luna en Daan. Gaan we bijvoorbeeld naar de stad of lekker ergens gaan eten. Maar wil je wel klein zijn, Luna?’, zeg ik met pretlichtjes in mijn ogen want ik heb natuurlijk allang gezien dat Luna zit te stuiteren op haar stoel van enthousiasme.
Dat lijkt Luna wel wat. Klein zijn én ook een weekend weg. Dus zodra ik: ‘ja, papa!!!’, hoor is het voor mij besloten. Dit wordt een topweekend.
‘Goed zo, schat. Maar nu moet je nog even groot zijn hè want we gaan zo naar school. En als we vanmiddag klaar zijn, gaan we naar huis. Dan halen we onze spullen op en krijg je een luier van papa. Nemen we gezellig Koe en tut mee in de auto en gaan we rijden. Afgesproken?’, zeg ik met een vinger onder Luna’s kin.
Wanneer Luna knikt ben ik tevreden en loop naar boven om mijn tanden te poetsen. 10 minuten later in de auto is Luna niet stil te krijgen. Ze vindt het zo’n leuk plan dat ze maar blijft kletsen wat ze allemaal dit weekend wil doen (en gaat doen, in haar ogen). ‘We gaan toch wel naar de geitjes, hè papa? En zwemmen? En ik wil spelen en...!’ Nadat ik heb beloofd mijn best te doen en dat ik niet weet of er geitjes zijn, rijden we de straat van school binnen.
‘Luna, nu is het even afgelopen met het gestuiter’, zeg ik streng. ‘We zijn bij school, je bent nu nog groot. Even volhouden nog, schat. Vanmiddag ben je klein. Goed?’ En weer knikt Luna dat ze het heeft begrepen. Wanneer ik haar naar haar klas zie lopen, komt er een grote golf van liefde omhoog. Wat houd ik toch van haar…