"Tijd voor Tanden, Tijd voor Rust"
De aftiteling van de Bluey-aflevering liep net af toen Lizzy zacht op Marks been tikte.
“Zal ik de volgende starten?” vroeg ze.
Mark geeuwde en schudde zijn hoofd.
“Nee... ik denk dat ik moe ben.”
“Dat dacht ik al,” glimlachte Lizzy. “Tijd om naar boven te gaan, eekhoorntje.”
Mark kwam voorzichtig overeind, zijn eekhoorn-onesie iets opgefrommeld door het liggen. Lizzy hielp hem even recht trekken, en samen liepen ze hand in hand naar boven, terwijl de avondrust als een zachte deken om het huis viel.
In de badkamer zette Lizzy de tandenborstel klaar — eentje met een klein blauw handvat en een afbeelding van een eekhoorn erop, speciaal voor hem.
“Welke tandpasta wil je vanavond?” vroeg ze.
“Die met de aardbeismaak,” zei Mark met een slaperige glimlach.
Lizzy knikte, deed een klein bolletje tandpasta op de borstel en reikte hem aan. Mark begon te poetsen terwijl zij zachtjes meetelde.
“Eén… twee… boven… onder… en de kiesjes niet vergeten…”
Na het spoelen gaf hij haar een kleine high five.
“Goed gepoetst,” zei Lizzy. “Je tanden zijn net zo schoon als Knibbel z’n wintervoorraad.”
Mark lachte.
“En ruiken naar aardbeien.”
“Precies zoals eekhoorns dat willen.”
Samen liepen ze verder naar de slaapkamer. Lizzy deed zijn onesie even uit op de luier die goed gebruikt was te vervangen door zijn nachtluier, bij een nachtluier kreeg Mark ook altijd een romper aan zodat alles mooi op zijn plek bleef. Ze sloeg het dekentje om hem heen, stopte zijn knuffel erbij, en ging op de rand van het bed zitten.
“Zullen we het slaapliedje zingen?” vroeg Mark.
“Natuurlijk,” fluisterde Lizzy.
Ze begon zacht te neuriën, terwijl ze zijn hand vasthield. Haar stem vulde de kamer met een rustige, wiegende melodie — een liedje dat ze altijd zong, elke avond, als teken dat alles goed was.
Na het laatste couplet gaf ze een kus op zijn voorhoofd.
“Slaap zacht, mijn kleine eekhoorn. Morgen is er weer een dag vol mooie dingen.”
“Dank je, Lizzy,” mompelde Mark al half in slaap. “Knibbel zegt ook welterusten.”
“Welterusten, Knibbel,” fluisterde Lizzy terug, terwijl ze de deur zacht op een kier liet.
De kamer werd stil. Alleen het zachte getik van regen op het raam en het gloeien van het nachtlampje bleven achter.
En in zijn warme nestje, diep onder de dekens, droomde Mark van bomen vol nootjes, lachende dassen, en avonturen in het Herfstbos.