ik ben voor nederlands een verhaal aan het schrijven en ik dacht waarom deel ik dit niet ook met jullie
omdat ik dit voor nederlands schrijf is het dus ook geen luier verhaal maar een fantasy verhaal
hier is alvast de intro
intro
hallo ik ben Nihonton , ik ben 16 jaar (vandaag is mijn verjaardag) en woon in een klein dorpje Bylos, langs de Isonolia rivier. Het land waarin ik woon heet Vastumdal een land met onbegrijpbare magie, elfen, dwergen, reuzen en andere magische wezens. er zijn hier meerdere rijken
ten eerste heb je natuurlijk de dwergen die verscholen zitten achter de bergen in het noorden, ik weet zeker dat ze een naam hebben maar ik heb die hier nog nooit gehoord. daarna komen de elven waarvan het enige dat ik van ze weet is dat ze magie van enige vorm kunnen uitoefenen en in het woud van Navraäl niet heel ver ten oosten van hier maar het is iedereen verboden door de elven om zonder toestemming hun land te betreden degene die dat toch doen zijn nooit meer terug gezien. dan zijn er nog de stammen van de magische wezen ten zuiden en westen van ons, er is heel weinig bekend alleen dat het er zoveel zijn dat als ze oorlog wilden we verpletterd zouden worden. en tenslotte ons rijk met onze mislukte koning, niet zeggen dat ik dat gezegd heb hoor, Huvamon een koning die regeerd met harde hand elke tegenstander woord opgepakt en publiekelijk verhangen. gelukkig hebben wij daar weinig last van in ons kleine boerendorp. ik zeg wel klein maar eigenlijk zijn wij de grootste uit de omgeving. Dat brengt ook veel voordelen mee want hier hebben we een eigen smid, houtbewerker, en kleermaker. daarnaast is hier ook een taverne, waar mijn moeder en ik wonen, en een molen.
hé, langoor kom je nog? riep Emdor, zoon van de smid. Ja kom eraan, ik had die bijnaam te danken aan het feit dat mijn oren bijna elfachtig lang waren. ik ging snel naar beneden waar ik mijn moeder Gerda tegenkwam. Je verslapen op je eigen verjaardag echt typisch jij weer, zei gerda. ja mam sorry, ik ga met Emdor en Baldor, de andere zoon van de smid, naar de smid, tot zo. vergeet je niet iets, riep Gerda. en kwam op me aflopen met iets ronds in haar handen. hier, zei ze zacht, en drukte het mijn handen in. het is van je vader geweest, mijn vader was gestorven tijdens Huvamons oorlog tegen de elven en de dwergen in die oorlog waren veel mannen aan beiden kanten gesneuvelt en het betekende ook het uitsterven van de draken alleen hun verwanten de wyverns (zoek het op op google als je niet weet wat het zijn.) hebben kunnen overleven. wat is het vroeg ik aan mijn moeder. hij zij dat je dat wel zal ontdekken. ik keek ernaar het was een beetje groenig met twee gouden punten op gelijke hoogte en een zilverachtig vleugel patroon en wat leek 2 zwaarden die gekruisd staan. het duurde even voordat ik doorhad dat er een wyvern stond met twee zwaarden voor de borst. het was je vaders wapen, ik wilde dat jij het zou gaan dragen. dank je wel mam. zou je heel even hierop willen passen dan ga ik met Emdor en Baldor naar hort de smid, hij zij dat hij iets voor me had. is goed jongen. mam ik ben na vandaag een man. Dat kan wel zo zijn maar voor nu ben je nog mijn jongen.
omdat ik dit voor nederlands schrijf is het dus ook geen luier verhaal maar een fantasy verhaal
hier is alvast de intro
intro
hallo ik ben Nihonton , ik ben 16 jaar (vandaag is mijn verjaardag) en woon in een klein dorpje Bylos, langs de Isonolia rivier. Het land waarin ik woon heet Vastumdal een land met onbegrijpbare magie, elfen, dwergen, reuzen en andere magische wezens. er zijn hier meerdere rijken
ten eerste heb je natuurlijk de dwergen die verscholen zitten achter de bergen in het noorden, ik weet zeker dat ze een naam hebben maar ik heb die hier nog nooit gehoord. daarna komen de elven waarvan het enige dat ik van ze weet is dat ze magie van enige vorm kunnen uitoefenen en in het woud van Navraäl niet heel ver ten oosten van hier maar het is iedereen verboden door de elven om zonder toestemming hun land te betreden degene die dat toch doen zijn nooit meer terug gezien. dan zijn er nog de stammen van de magische wezen ten zuiden en westen van ons, er is heel weinig bekend alleen dat het er zoveel zijn dat als ze oorlog wilden we verpletterd zouden worden. en tenslotte ons rijk met onze mislukte koning, niet zeggen dat ik dat gezegd heb hoor, Huvamon een koning die regeerd met harde hand elke tegenstander woord opgepakt en publiekelijk verhangen. gelukkig hebben wij daar weinig last van in ons kleine boerendorp. ik zeg wel klein maar eigenlijk zijn wij de grootste uit de omgeving. Dat brengt ook veel voordelen mee want hier hebben we een eigen smid, houtbewerker, en kleermaker. daarnaast is hier ook een taverne, waar mijn moeder en ik wonen, en een molen.
hé, langoor kom je nog? riep Emdor, zoon van de smid. Ja kom eraan, ik had die bijnaam te danken aan het feit dat mijn oren bijna elfachtig lang waren. ik ging snel naar beneden waar ik mijn moeder Gerda tegenkwam. Je verslapen op je eigen verjaardag echt typisch jij weer, zei gerda. ja mam sorry, ik ga met Emdor en Baldor, de andere zoon van de smid, naar de smid, tot zo. vergeet je niet iets, riep Gerda. en kwam op me aflopen met iets ronds in haar handen. hier, zei ze zacht, en drukte het mijn handen in. het is van je vader geweest, mijn vader was gestorven tijdens Huvamons oorlog tegen de elven en de dwergen in die oorlog waren veel mannen aan beiden kanten gesneuvelt en het betekende ook het uitsterven van de draken alleen hun verwanten de wyverns (zoek het op op google als je niet weet wat het zijn.) hebben kunnen overleven. wat is het vroeg ik aan mijn moeder. hij zij dat je dat wel zal ontdekken. ik keek ernaar het was een beetje groenig met twee gouden punten op gelijke hoogte en een zilverachtig vleugel patroon en wat leek 2 zwaarden die gekruisd staan. het duurde even voordat ik doorhad dat er een wyvern stond met twee zwaarden voor de borst. het was je vaders wapen, ik wilde dat jij het zou gaan dragen. dank je wel mam. zou je heel even hierop willen passen dan ga ik met Emdor en Baldor naar hort de smid, hij zij dat hij iets voor me had. is goed jongen. mam ik ben na vandaag een man. Dat kan wel zo zijn maar voor nu ben je nog mijn jongen.